Ontwikkelingen

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

In dit hoofdstuk treft u de ontwikkelingen aan voor de komende jaren. Bij deze ontwikkelingen is een onderscheid gemaakt in (A) autonome ontwikkelingen en (B) nieuwe ontwikkelingen. Tijdens het opstellen van deze voorjaarsnota wisten wij nog niet met zekerheid hoe deze ontwikkelingen precies (zouden) gaan uitpakken. Daarom hebben wij ze nog niet in de begroting kunnen verwerken. We verwachten bij de meerjarenbegroting 2023 – 2026 hier wel meer duidelijkheid over te hebben en de ontwikkelingen daarom ook daarin te kunnen verwerken. 

Het gaat om de volgende ontwikkelingen:

Voorstellen (bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026
A. Autonome ontwikkelingen
Doorrekening regeerakkoord Rutte IV - Maartbrief 2022 4.227 7.514 8.610 -1.144
Indexatiebrief Verbonden Partijen -941 -959 -977 -995
Gemeentelijke bijdrage VRRR o.b.v. Kadernota (herverdeling en ontwikkelagenda) -39 -10 56 161
Kadernota GRJR -800 -815 -830 -845
Begroting ROGplus 2.483 2.917 3.294 2.313
Bijstelling begroting Stroomopwaarts 4.309 3.434 4.312 5.621
Inkoop Jeugdhulp -1.700 -2.200 -2.900 -3.000
Totaal 7.539 9.882 11.565 2.111
B. Nieuwe ontwikkelingen
Blankenburgverbinding en Kwaliteitsprogramma Nieuw Waterland 100 1.000 0 0
Totaal 100 1.000 0 0
Algeheel totaal 7.639 10.882 11.565 2.111

A. Autonome ontwikkelingen

Terug naar navigatie - A. Autonome ontwikkelingen

Doorrekening regeerakkoord Rutte IV – Maartbrief 2022
Op 6 april is de maartbrief 2022 verschenen. De maartbrief bevat informatie over de financiële effecten, van het accres en de opschalingskorting conform het regeerakkoord, de invoering van het nieuwe verdeelmodel per 1 januari 2023 en de eenmalige energietoeslag lage inkomens. In bovenstaande tabel zijn de effecten voor de hoogte van de Algemene uitkering voor Vlaardingen opgenomen. Dit zijn voorlopige effecten. De definitieve cijfers worden in de meicirculaire 2022 gepubliceerd. Naar aanleiding van de meicirculaire leggen wij de raad een begrotingswijziging ter vaststelling voor.

Indexatiebrief Verbonden Partijen
In opdracht van de Kring van Gemeentesecretarissen berekent een financiële werkgroep jaarlijks een indexatiecijfer voor de verbonden partijen in de regio Rijnmond.
Dit betreft vier verbonden partijen: Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, DCMR, GGD en GRJR. 
Het indexatiecijfer bestaat grofweg uit twee delen. Enerzijds wordt gekeken naar het indexatiecijfer voor het betreffende begrotingsjaar (in dit geval 2023). 
Anderzijds wordt ook een correctie doorgevoerd over de indexatiecijfers van de afgelopen drie jaar. 
Tezamen vormt dit cijfer het indexatiecijfer dat de verbonden partijen maximaal mogen berekenen voor loon- en prijsstijgingen. Dit jaar leidt deze berekening tot een samengesteld indexatiepercentage van 4,8%. Voor 2023 betekent dit een nadelig effect van € 941.000, oplopend naar bijna € 1 miljoen in 2026. 

Gemeentelijke bijdrage Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Het takenpakket van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond is in ruim tien jaar tijd aanzienlijk verbreed als gevolg van nieuwe ontwikkelingen (o.a. Covid-19, digitalisering). Binnen de VRR zijn deze toekomstige taken en verantwoordelijkheden en daarbij behorende budgetten opgenomen in een Ontwikkelagenda. De verwerking van de financiële consequenties van deze Ontwikkelagenda zijn opgenomen in de Kadernota 2023 en de Begroting 2023. Op 1 januari 2023 gaat het nieuwe meerjarenbeleidsplan 2023 van start dat grotendeels in het teken staat van de uitkomsten van deze Ontwikkelagenda.
Daarnaast is besloten om de gemeenschappelijke regeling aan te passen zodat er een andere verdeelsleutel komt voor de bijdrage aan de VRR. De nieuwe verdeelsleutel is gebaseerd op de bijdrage uit het Gemeentefonds en dit is gunstig voor Vlaardingen. Voor 2023 en 2024 betekent dit een nadelig effect van respectievelijk € 39.000 en € 10.000. Na deze jaren buigt dit om naar een voordeel (vanwege de nieuwe verdeelsleutel) van € 56.000 in 2025 en € 161.000 in 2026.  

Kadernota GRJR
De kadernota voor de begroting 2023 van de gemeenschappelijke regeling Jeugdhulp Rijnmond geeft een verwachte deelnemersbijdrage voor Vlaardingen af van 5,3 miljoen euro. In de berekeningen van budgetten die voor de GRJR gereserveerd blijven en de budgetten die vanaf 2023 overgaan naar het consortium is uitgegaan van circa 4,5 miljoen euro. Verwacht nadeel van circa 0,8 miljoen door een meer reële raming van taken en uitvoeringskosten die uitgevoerd blijven worden door de GRJR. De definitieve deelnemersbijdrage wordt in de gemeentelijke begroting verwerkt op basis van de nog te ontvangen ontwerpbegroting 2023 van de GRJR.

Begroting ROGplus
In de 1e voortgangsrapportage 2022 hebben wij een incidenteel voordeel van ruim € 2,5 miljoen opgenomen voor ROGplus. Dit is naar verwachting een structureel voordeel dat we in de meerjarenbegroting 2023-2026 zullen verwerken nadat het algemeen bestuur van ROGplus haar meerjarenbegroting heeft vastgesteld. Het verwachte voordeel verloopt op basis van de concept meerjarenbegroting van ROGplus die u ter zienswijze heeft ontvangen als volgt:

Begroting ROGplus
Bedragen (x € 1.000) 2022 2023 2024 2025 2026
Bijstelling begroting ROGplus 2.529 2.482 2.917 3.294 2.313

Bijstelling begroting Stroomopwaarts
De grootste financiële bijstelling die in de 1e voortgangsrapportage 2022 is opgenomen betreft de bijstelling van de BUIG uitkering. Deze uitkering betreft de vergoeding die wij van het Rijk ontvangen voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen. Door een gunstige economische ontwikkeling is de werkloosheid momenteel historisch laag. Dit vertaalt zich in geheel Nederland in een dalend aantal uitkeringsgerechtigden. Het Rijk vertaalt deze dalende trend in een eveneens dalende rijksvergoeding. Op basis van de voorlopige beschikking die wij van het Rijk hebben ontvangen stellen wij daarom de begrote baten in onze begroting eveneens naar beneden bij. De neerwaartse bijstelling bedraagt € 2,4 miljoen in 2022 en loopt in de jaren hierna op tot ruim boven de € 6 miljoen.

De gunstige economische ontwikkelingen leiden ook bij StroomOpwaarts tot een positievere meerjarenbegroting. Ook in Vlaardingen komen door de steeds krapper wordende arbeidsmarkt immers steeds meer inwoners aan een betaalde baan. Onlangs heeft uw raad de meerjarenbegroting 2023-2026 van StroomOpwaarts ontvangen en de concept zienswijze hierop. In deze meerjarenbegroting zijn de uitkeringslasten in positieve zin bijgesteld. We constateren echter dat deze bijstelling in de begroting van StroomOpwaarts niet opweegt tegen de nadelige bijstelling die het Rijk in de BUIG uitkering doet en de taakstelling (van € 3,8 miljoen structureel) uit het Herstelplan die wij in onze meerjarenbegroting hebben opgenomen. Wij hebben u hier recentelijk over geïnformeerd in het raadsvoorstel met betrekking tot de zienswijze op de meerjarenbegroting 2023-2026 van StroomOpwaarts. Wij hebben in deze zienswijze aangegeven dat het noodzakelijk blijft meer uitstroom te genereren dan de landelijke trend, omdat wij ons zorgen maken over de meerjarige ontwikkeling van onze BUIG-baten. Het aantal Vlaardingers dat (langdurig) afhankelijk is van een bijstandsuitkering zal structureel moeten blijven dalen, zodat onze BUIG-lasten ook op langere termijn lager zijn dan onze BUIG-baten. Wij hebben in de zienswijze aan StroomOpwaarts gevraagd voorstellen te doen voor aanvullende maatregelen om dit na 2023 mogelijk te maken.  Wij gaan hier de komende maanden met StroomOpwaarts over in gesprek. Op basis van de uitkomsten hiervan zullen wij de taakstelling, zoals opgenomen in het Herstelplan, bij de komende begroting herijken.

Per saldo pakken genoemde ontwikkelingen vooralsnog nadelig uit voor onze meerjarenbegroting. In onderstaande tabel is dit inzichtelijk gemaakt:

Begroting StroomOpwaarts en BUIG uitkering
Bedragen (x € 1.000) 2022 2023 2024 2025 2026
Bijstelling begroting StroomOpwaarts 0 4.309 3.434 4.312 5.621
Bijstellen BUIG baten -2.431 -5.452 -5.456 -5.928 -6.778
Netto effect op meerjarenbegroting -2.431 -1.143 -2.022 -1.616 -1.157

De bijstelling van de BUIG baten hebben wij meegenomen in de begrotingswijziging die voortvloeit uit de 1e voortgangsrapportage 2022. De bijstelling van de begroting van StroomOpwaarts kunnen wij pas in onze begroting verwerken zodra deze meerjarenbegroting door haar Algemeen Bestuur is vastgesteld. In ons weerstandsvermogen hebben wij overigens rekening gehouden met het risico dat de BUIG-lasten en/of de BUIG baten gedurende meerdere jaren zouden kunnen tegenvallen.

Inkoop Jeugdhulp
Sinds de verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp in 2015 bij de gemeenten is belegd, hebben gemeenten structureel te maken met jaarlijks stijgende kosten voor de jeugdhulp. Om deze tendens voor de gemeente Vlaardingen te doorbreken, de kwaliteit van de jeugdhulp te verbeteren en meer grip te krijgen op de kosten voor de jeugdhulp, is het MVS jeugdmodel ontwikkeld. Onderdeel hiervan is een andere wijze van inkoop van de jeugdhulp. Vanaf 2023 zal de inkoop van de jeugdhulp niet meer grotendeels bij de GRJR ondergebracht zijn, maar volledig sub-regionaal georganiseerd worden door de MVS gemeenten. De aanbesteding hiervan is onlangs afgerond en heeft één inschrijvende partij opgeleverd. Deze inschrijving bleek behoudend opgesteld voor wat betreft de inverdieneffecten van het MVS jeugdmodel, waarbij de focus lag op kwaliteit en continuïteit van de jeugdhulp. Daarnaast zal in het derde kwartaal van 2022 een aanscherping van de inschrijving plaatsvinden op basis van de gerealiseerde prijzen en productie (P x Q) over 2021 en 2022 bij de huidige uitvoerders. Dit alles heeft tot gevolg dat de beoogde inhoudelijke doelstellingen met betrekking tot kwaliteit en continuïteit worden behaald, maar dat de financiële taakstelling voor de jeugdhulp beperkt behaald zal worden en nu meerjarig naar beneden wordt bijgesteld.

B. Nieuwe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - B. Nieuwe ontwikkelingen

Blankenburgverbinding en kwaliteitsprogramma Nieuw Waterland
In de raming van de kosten ten laste van de lumpsum Blankenburgverbinding staat een post onvoorzien van circa € 1 miljoen opgenomen. De bedrag is geraamd als onvoorzien voor het geval het project Blankenburgverbinding van Rijkswaterstaat naar 2025 uitlopen en voor nog niet begrote uitgaven in de komende jaren. Het opleverjaar is nog steeds 2024. Op basis van de huidige verwachting kan dit bedrag van € 1 tot 1,2 miljoen vrijvallen naar de algemene middelen. 

Inflatie blijft een onzekere factor
De inflatie is flink opgelopen. De inflatie bedraagt 6,4% (CPI januari 2022). Naast de aantrekkende economie zijn het voornamelijk de oplopende energieprijzen die hier verantwoordelijk voor zijn. Wij lopen als gemeente een risico dat de budgetten in onze meerjarenbegroting onvoldoende zijn om stijgende prijzen op te vangen. Keerzijde is echter wel dat ook de rijksbegroting met deze stijgende inflatie te maken heeft. Via de trap-op-trap-af systematiek van het accres in het gemeentefonds ligt het in de lijn der verwachting dat de oplopende prijzen in een bepaalde mate ook hogere algemene uitkeringen zullen leiden. Het is echter onzeker of een en ander elkaar in evenwicht zal houden. Het financiële effect van de oplopende inflatie voor de meerjarenbegroting 2023 - 2026 kan pas worden bepaald naar aanleiding van de effecten uit de meicirculaire 2022. Daarom hebben wij nu bij de technische uitgangspunten voor de begroting 2023 opgenomen dat de materiele budgetten worden geïndexeerd met 6,4%. Gelijke tred houdend met de indexering van de materiele budgetten, kunnen de Onroerende Zaakbelasting en de overige heffingen ook geïndexeerd worden met 6,4% in 2023. Voor de jaren na 2023 gaan we uit van een indexering van 1,5%, welke aansluit op de meer gelijkmatige trend van voorgaande jaren.