Voorstellen

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

In dit hoofdstuk treft u de voorstellen aan voor de komende jaren. Bij deze voorstellen is een onderscheid gemaakt in (A) autonome ontwikkelingen, (B) nieuwe ontwikkelingen en (C) bijstellingen van het herstelplan. De volgende voorstellen worden aan u voorgelegd:

Voorstellen bedragen x 1.000 2022 2023 2024 2025
A. Autonome ontwikkelingen
1. Hosting Bedrijfsvoering Stroomopwaarts -563 -524 0 0
2. Civieltechnische kunstwerken -88 -179 -164 -162
3. Exploitatiebudget gladheidsbestrijding -49 -50 -50 -51
4. Areaalaanpassing kapitaalgoederen openbare ruimte -33 -33 -34 -35
5. Invoering omgevingswet -210 -420 -530 -300
6. Verbonden partijen -112 -469 143 105
Totaal -1.055 -1.675 -635 -443
B. Nieuwe ontwikkelingen
Verbetering bedrijfsvoering
1. Rechtmatigheidsverantwoording -67 -12 -12 -12
2. Bedrijfsvoering en kwaliteit 0 0 0 0
3. Aanschaf en beheer inkoopmodule -45 -35 -36 -36
4. Digitaal samenwerken en participatie -90 0 0 0
5. Optimalisatie dienstverlening -185 -188 0 0
Thema's oranjelijst begroting 2021
6. Huisvestingsscenario -90 0 0 0
7. Wagenparkbeheer 11 11 11 12
Overige nieuwe ontwikkelingen
8. Uitvoeringsbudget verkiezingen raad -25 0 0 0
9. Zwembad De Kulk -112 -77 -79 0
10. Klimaatkamer -35 0 0 0
11. Capaciteitsvragen -500 -200 0 0
Totaal -1.138 -501 -115 -37
C. Bijstelling herstelplan
Thema Wonen
1. Zelfbewoningsplicht -20 -20 -21 -21
2. Particuliere woningverbetering -75 -76 -77 -78
3. Huurteam -25 -25 -26 -26
4. Onderzoek uitbreiding Wbmgp/Rotterdamwet -50 0 0 0
5. Woningbouwopgave p.m. p.m. p.m. p.m.
Thema Sociaal domein
6. MVS Jeugdmodel - jeugdhulp -440 0 0 0
7. Uitvoeringsplan 2022 -473 0 0 0
Totaal -1.083 -122 -124 -125
Algeheel totaal -3.276 -2.298 -874 -605

A. Autonome ontwikkelingen

Terug naar navigatie - A. Autonome ontwikkelingen

Autonome ontwikkelingen zijn ontwikkelingen waar de gemeente geen of beperkt invloed op heeft. Te denken valt aan gevolgen van gewijzigde wet- en regelgeving, areaaluitbreiding of actualisatie van onderhoud van bijvoorbeeld civieltechnische werken. Op hoofdlijnen zien we de volgende autonome ontwikkelingen voor 2022 tot en met 2025:

1. Hosting bedrijfsvoering Stroomopwaarts
Voor het leveren van diensten aan Stroomopwaarts (vanaf 2015) wordt nu nog gewerkt op basis van een hostingsconstructie. Met deze term wordt bedoeld dat de gemeenten Schiedam, Maassluis en Vlaardingen elk een eigen deel van de bedrijfsvoeringsfuncties aan Stroomopwaarts voor haar rekening neemt. Tot en met 2020 werd de hostingsbegroting elk jaar geactualiseerd.

De uitgangspunten voor de hosting van de bedrijfsvoering zijn bij de start van Stroomopwaarts (2015) bepaald. In 2019 heeft er een evaluatie plaatsgevonden op de bedrijfsvoering en de gekozen hostingsvariant. Uit deze evaluatie is de aanbeveling gekomen om de bedrijfsvoerings-onderdelen die de gemeenten hosten over te dragen aan Stroomopwaarts. Om deze overdracht te regelen, is een transitiedocument opgesteld die uw raad inmiddels heeft ontvangen.

De structurele budgetten die in de hostingbegroting zijn opgenomen vormen de basis voor de overdracht van de bedrijfsvoering. Met ingang van 2022 worden deze budgetten omgezet naar een gemeentelijke bijdrage aan Stroomopwaarts. Deze overdracht is in beginsel meerjarig budgetneutraal, ware het niet dat de hostingbegroting, die als basis voor de overdracht dient, niet volledig in de gemeentelijke begroting is verwerkt. De afgelopen jaren zijn aanpassingen binnen de hostingbegroting niet altijd volledig verwerkt in de gemeentelijke begroting, omdat de extra lasten konden worden opgevangen binnen de totale gemeentelijke bedrijfsvoeringsbegroting. Er was dus geen directe noodzaak om de hostingbegroting integraal in de gemeentelijke begroting te verwerken. De meerjarenbegroting van Vlaardingen is circa € 540.000 structureel lager dan de hostingbegroting. Nu wordt voorgesteld om per 1 januari 2022 de bedrijfsvoering aan Stroomopwaarts over te dragen, kan dit verschil niet meer worden opgevangen binnen de totale gemeentelijke bedrijfsvoeringsbegroting. Daarom stellen wij u voor om de huidige hostingbegroting voor de komende twee jaar integraal te verwerken in de gemeentelijke begroting. Omdat inzicht in de daadwerkelijke uitgaven voor de hosting ontbreekt en ook niet eenvoudig is vast te stellen, wordt na twee volledige boekjaren (voorjaar 2024) een evaluatie georganiseerd om te kijken of de hostingbegroting aansluit bij de daadwerkelijke kosten, en of Stroomopwaarts in staat is om met de bedragen van de hostingbegroting een sobere en doelmatige bedrijfsvoering vorm te geven. Stroomopwaarts rapporteert in haar P&C-rapportages over de voortgang hiervan.

2. Civieltechnische kunstwerken
Alle civieltechnische kunstwerken worden één keer per vijf jaar geïnspecteerd. Beweegbare bruggen worden elk jaar gecontroleerd. Een deel van de civieltechnische kunstwerken is toe aan onderhoud of vervanging. Twee kunstwerken zijn op korte termijn aan vervanging toe. Hierover heeft uw raad op 20 mei jl. een separaat voorstel behandeld. Onderhoud is noodzakelijk om de veiligheid en functionaliteit van de objecten te garanderen. Vervanging is noodzakelijk omdat de technische levensduur bereikt is.
Niet onderhouden of vervangen van bijvoorbeeld (delen van) bruggen kan ertoe leiden tot de stad slecht bereikbaar is. Dit geldt dan ook voor hulpdiensten, waardoor de veiligheid van inwoners in het geding is. Het gaat hier om, door de provincie getoetst, onvermijdelijk en onuitstelbaar onderhoud. In deze kadernota worden de structurele kapitaallasten van de vervangingsinvesteringen en het groot onderhoud opgenomen conform het aangeboden beheerplan.

3. Exploitatiebudget gladheidsbestrijding
In de begroting is structureel € 51.000 per jaar beschikbaar voor gladheidsbestrijding in onze gemeente. Vanwege gewijzigde weersomstandigheden is de afgelopen jaren zichtbaar dat dit structurele budget ontoereikend is. De kosten bedragen de afgelopen jaren circa € 100.000 per jaar. In de afgelopen jaren is de overschrijding op dit budget verantwoord in de jaarrekening en kwam het in het rekeningsaldo terecht. In deze kadernota wordt voorgesteld om het budget voor gladheidsbestrijding vanaf 2022 structureel te verhogen met € 49.000 naar € 100.000.

4. Areaalaanpassing kapitaalgoederen openbare ruimte
Jaarlijks worden werkzaamheden verricht in de openbare ruimte zoals grondontwikkelingen, woningbouw en andere marktinitiatieven. Dit heeft financiële impact door het wijzigen van het areaal in de openbare ruimte, zoals uitbreiding en/of andersoortig materiaalgebruik. In 2022 dient rekening te worden gehouden met de jaarlijkse volgende areaalwijzigingen:

  • Nieuw Sluis (nabij Galgkade)
  • Buitenplaats van Ruytenburch
  • Eiland van Speijk

Jaarlijks wordt bij de kadernota bezien welke areaaluitbreiding er plaatsvindt. Op basis van deze areaaluitbreiding wordt voorgesteld om de kosten van het onderhoud voor dit nieuwe areaal (structureel € 33.000) op te nemen in de begroting 2022.

5. Invoering Omgevingswet
De invoering van de Omgevingswet geeft gemeenten meer mogelijkheden om ambities in de fysieke leefomgeving te realiseren. Dit kan door nieuwe juridische en digitale instrumenten, meer bestuurlijke afwegingsruimte en een andere manier van werken.

Onlangs werd bekend dat de invoering van de Omgevingswet is verplaatst naar 1 juli 2022. De voorbereiding op en de implementatie van de Omgevingswet in Vlaardingen is in volle gang. Tot de invoeringsdatum richten de activiteiten zich op het heroverwegen van bestaande werkwijzen en afspraken, het inrichten van en oefenen met een nieuw proces van vergunningverlening en het aansluiten op een nieuw landelijk digitaal stelsel DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) en de daarbij behorende ombouw van de ICT infrastructuur.

Vanaf 2022 ligt de focus de komende jaren op het ontwikkelen van de kerninstrumenten omgevingsvisie en omgevingsplan én de andere manier van werken, in de organisatie en in het samenspel van gemeenteraad, college, organisatie en stad.

Invoeringskosten Omgevingswet
De incidentele invoeringskosten voor deze grootschalige veranderopgave zijn tot en met 2025 begroot op € 1,67 miljoen. Deze kosten zijn gebaseerd op het Financieel Dialoogmodel Omgevingswet van de VNG en specifiek toegesneden op Vlaardingse situatie en uitgangspunten. Het gaat hierbij om invoeringskosten voor de ontwikkeling van het wettelijk verplichte instrumentarium, benodigde aanpassingen op het gebied van dienstverlening en inhoudelijke opleidingen en vaardigheidstrainingen. Wij stellen dan ook voor om het budget voor 2022 te verhogen naar € 0,4 miljoen, voor 2023 ca. € 0,4 miljoen, voor 2024 € 0,5 miljoen en voor 2025 € 0,3 miljoen. Op deze wijze kunnen we aan de wettelijke minimale verplichting voldoen. In de berekening van deze invoeringskosten is rekening gehouden met reeds ingezette ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, dienstverlening en organisatieontwikkeling.

Structurele effecten vanaf 2023
De invoering van de Omgevingswet heeft ook structurele effecten zoals groeiende, krimpende of veranderende capaciteit, vervallende taken en/of andere taken. Naar verwachting treden deze effecten vanaf 2023 op en zijn ze de eerste jaren negatief. Daarnaast zullen de legesopbrengsten naar verwachting lager uitvallen, mede afhankelijk van de te maken beleidskeuzes die de raad medio dit najaar moet gaan maken. Vanuit dit oogpunt is de overweging om de leges 100% kostendekkend te maken vooralsnog niet meegenomen in deze kadernota. Op dit moment worden de structurele effecten inzichtelijk gemaakt. Het streven is deze in de begroting 2022-2025 te verwerken.

6. Verbonden partijen
Van de verbonden partijen zijn inmiddels de begrotingen ontvangen en de zienswijzen zijn inmiddels al aan de raad aangeboden. Het betreft de volgende partijen:

Verbonden partij 2022 2023 2024 2025
Veiligheidsregio Rijnmond -74 -448 130 130
RBG -12 -27 -25 -63
DCMR -26 6 38 38
MRDH - - - -
GGD - - - -
ROGplus p.m. p.m. p.m. p.m.
Stroomopwaarts p.m. p.m. p.m. p.m.
GRJR p.m. p.m. p.m. p.m.
Totaal -112 -469 143 105

Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond
De begroting 2022 is beleidsarm opgesteld, dus zonder beleidswijzigingen. In mei 2021 heeft een bestuurlijke conferentie plaatsgevonden waar gesproken wordt over de rol en taak van de VRR.
Op basis van het bijgestelde inwoneraantal van de gemeente Vlaardingen wordt onze bijdrage vanaf 2021 structureel € 79.312 hoger. Deze structurele wijziging is meegenomen in de 1e voortgangsrapportage van 2021. In 2023 vindt de afrekening plaats van het Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) binnen de Veiligheidsregio. Deze kosten worden op basis van een voorschot betaald. Periodiek vindt afrekening plaats van de daadwerkelijke kosten. In 2023 worden deze eenmalige kosten geraamd op € 477.000.

Regionale Belasting Groep
De gevraagde bijdrage van de RBG is €12.000 hoger dan de gemeentelijke begroting. Dit is met name veroorzaakt doordat het kabinet de invorderingsrente vanaf maart 2020 heeft verlaagd in het kader van de coronacrisis. De verwachting is dat deze verlaagde invorderingsrente voor 2022 in stand blijft.

DCMR Milieudienst Rijnmond
De bijdrage aan de DCMR wordt bijgesteld en verhoogd met € 26.000, -. In de bijdrage aan de DCMR speelt de onzekerheid rondom de invoering van de Omgevingswet. Wat voor invloed heeft dit op het takenpakket van de DCMR en welke keuzes maken we hierin? De invoering van de Omgevingswet is benoemd in de risicoparagraaf.

Metropoolregio Rotterdam Den Haag
De inwonerbijdrage voor de MRDH blijft nagenoeg gelijk. In het meerjarenperspectief gaat de MRDH uit van een gelijkblijvend inwoneraantal. Gezien de ambitie van de gemeente Vlaardingen op het gebied van woningbouw wordt een stijgend aantal inwoners verwacht. Dit betekent in de toekomst dan ook een navenant hogere bijdrage aan de MRDH.

Gemeentelijke Gezondheidsdiensten
Ook de bijdrage aan de GGD past nagenoeg binnen ons begrotingskader. In onze zienswijze op de begroting vragen we de GGD inzicht te geven in de wijze van indexering vanaf 2023. De doelstelling is om met de meerjarenbegroting 2023 op een nullijn te komen met betrekking tot de omvang van de begroting.

Stroomopwaarts, Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond en ROGplus
De bijdragen aan SOW, GRJRJ en ROGplus zijn op dit moment nog niet bekend. Reden daarvoor is dat we naast de kosten van deze verbonden partijen ook scherp willen kijken naar de inkomsten vanuit het Rijk die hier tegenover staan. Hiernaar wordt onderzoek gedaan. Wij informeren u daarover zodra de uitkomsten van dit onderzoek bekend zijn.

B. Nieuwe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - B. Nieuwe ontwikkelingen

In deze paragraaf worden de nieuwe ontwikkelingen binnen de gemeente Vlaardingen geschetst.

De nieuwe ontwikkelingen zijn onderverdeeld in een drietal thema’s:

I. Verbetering bedrijfsvoering
II. Thema’s uit de oranje lijst
III. Overige nieuwe ontwikkelingen

I. Verbetering bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - I. Verbetering bedrijfsvoering

In de begroting van 2021 is in de paragraaf bedrijfsvoering aandacht geschonken aan een aantal verbeteracties rondom de bedrijfsvoering van de gemeente Vlaardingen. In deze kadernota geven we verder invulling aan de genoemde acties. In de onderstaande paragraaf besteden we aandacht aan:

  1.  Rechtmatigheidsverantwoording
  2.  Bedrijfsvoering en kwaliteit
  3.  Inkoop en contractbeheer
  4.  Digitaal samenwerken en participatie
  5.  Optimalisatie van dienstverlening

1. Rechtmatigheidsverantwoording
Door een wetswijziging is het college van B&W vanaf 2021 verantwoordelijk voor het opnemen van de rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening. Tot en met 2020 lag deze verantwoordelijkheid bij de gemeentelijke accountant. De wetswijziging onderstreept de rechtmatigheidsverantwoording van de politieke aanspreekbaarheid van het college van B&W. Daarmee sluit deze werkwijze aan bij een maatschappelijke trend waarbij het bestuur verantwoording aflegt over de rechtmatigheid.

Het opstellen van de rechtmatigheidsverantwoording en de controle hierop is vanaf 2021 een nieuwe taak voor de gemeentelijke organisatie. Dit vraagt om een investering in noodzakelijke software, zowel eenmalige implementatiekosten (€ 55.000) als structurele licentiekosten voor de controle protocollen/programma’s (€ 12.000).

Deze aankomende wetswijziging en de organisatie daarop instellen, hangt samen met de verbeteragenda bedrijfsvoering en de nieuwe sturingsfilosofie van onze organisatie (verantwoordelijkheid kunnen nemen, een proces en opgave gerichte organisatie en samenwerken).

2. Bedrijfsvoering en kwaliteit
In de begroting 2021 is de verbeteragenda bedrijfsvoering benoemd. Dit is een agenda om als gemeente beter in control te komen. Daarnaast zal ter ondersteuning van de opgaven uit het Herstelplan de bedrijfsvoering en beheersing verbeterd moeten worden. Een onderdeel hiervan is uitbreiding van formatie om de inrichting te verbeteren en te borgen op het terrein van bedrijfsvoering. Tevens om te investeren om de ambities te monitoren en beheersen. De structurele kosten worden integraal meegenomen en toegelicht met andere capaciteitsvragen onder paragraaf III. Overige nieuwe ontwikkelingen, onderdeel capaciteitsvragen organisatie op bladzijde 18.

3. Inkoopmodule
De Raad heeft de nadrukkelijke wens uitgesproken om het contractmanagement voor eind 2021 op orde te brengen. Voor het realiseren van deze ambitie is een nieuwe inkoopmodule noodzakelijk. Het huidige systeem dat gebruikt wordt voor contractmanagement kent geen interactie met ons financiële administratie en ons zaak(archief)systeem.

Door de aanschaf van een nieuwe inkoopmodule kan de inkoop en het contractmanagement verder geprofessionaliseerd worden. Alle inkoopgegevens worden dan uniform gecentraliseerd verwerkt en vastgelegd. Door het koppelen van deze module aan het zaaksysteem en aan het financiële systeem, wordt inkoop geïntegreerd in de processen van de organisatie. Door de koppeling met het zaaksysteem worden documenten maar op één plek opgeslagen: het zaaksysteem. Door de koppeling met de financiële administratie kunnen financiële gegevens gebruikt worden voor een spend-analyse en in rapportages.

Met een dergelijk systeem komen we ook tegemoet aan het advies van de gemeentelijke accountant om stappen te maken op het gebied van rechtmatigheid en het centraal registreren van contracten. De kosten voor de module bedragen in 2022 € 45.000. De structurele kosten bedragen vanaf 2023 € 35.000.

4. Digitaal samenwerken en participatie
Het afgelopen jaar waarin onze medewerkers gedwongen op afstand met elkaar moesten werken, heeft geleerd dat digitaal samenwerken meer is dan vaardig zijn met een digitale vergadertool. Het gaat daarbij ook om digitaal vaardig worden in en met software, beveiligingsbewustzijn, informatiebewustzijn en hoe, waar en wanneer sla ik informatie terugvindbaar op. We identificeren twee ontwikkelingen die het belang van investeren in de ontwikkeling van digitaal samenwerken aantonen:

Relatie met hybride werken
Binnen onze organisatie gaan wij zaakgericht werken en wordt tijd-, plaats- en apparaat onafhankelijk werken, ofwel hybride werken, een vaste waarde. Goed digitaal kunnen samenwerken, wordt daarmee cruciaal. Door de aanstaande Cloudmigratie wordt een deel van de ICT dienstverlening straks door een externe dienstverlener aangeboden. Om te voorkomen dat veel basale gebruikersvragen door de 13 externe dienstverlener moeten worden opgepakt, en daarmee een groot deel van het budget gebruikt, is het van belang om medewerkers te scholen in digitale vaardigheden.

Digitale samenwerken met ketenpartners
De invoering van de Omgevingswet en het steeds groter wordende belang van participatie met de stad en onze maatschappelijke partners, maken het noodzakelijk om de digitale werkplek door te ontwikkelen. In deze doorontwikkeling willen wij de samenwerkingsomgeving functioneel inrichten (Office 365 omgeving). Zo werken wij als raad, bestuur en organisatie optimaal samen en komen we tegemoet aan de eisen van de samenleving.

Voor beide aspecten geldt dat een veilige en vindbare informatiestroom met een solide koppeling naar de informatiehuishouding noodzakelijk is. De doorontwikkeling van de digitale werkplek vindt plaats in 2022. Om dit project in goede banen te leiden wordt in deze kadernota incidenteel ruimte gevraagd voor een projectleider functioneel en digitaal samenwerken. De kosten voor deze projectleider worden geschat op € 90.000.

Om de digitale vaardigheden van medewerkers op voldoende niveau te krijgen is het mogelijk dat er een opleidingstraject moet worden aangeboden aan medewerkers. De hoeveelheid en duur van deze opleidingstrajecten is afhankelijk van de inschatting van de toekomstig projectleider. De kosten van deze opleidingstrajecten zijn vanwege de onzekerheid over de omvang van de kosten opgenomen in de risicoparagraaf van deze kadernota.

5. Optimalisatie dienstverlening
Met het programma optimalisatie dienstverlening zijn we medio 2020 begonnen met het invoeren van procesmatig werken binnen onze organisatie. Het beschrijven van de processen is hierbij het minimale dat er hiervoor moet gebeuren. Met de keuze voor een proces-opgavegericht sturingsmodel borduren we daarop voort.

Wij zien vanuit de overheid ontwikkelingen aankomen die voor Vlaardingen opgepakt en uitgewerkt moeten worden. Deze ontwikkelingen komen voort uit de Digitale Agenda gemeenten 2024 van de VNG. Het gaat dan om onderwerpen die kaders geven en gevolgen hebben voor de informatievoorziening en digitale dienstverlening.

De informatievoorziening van Vlaardingen is op veel onderdelen verouderd. De samenwerking in MVS-verband vergde de afgelopen jaren veel tijd en geld, waardoor de digitale dienstverlening en ondersteuning binnen de gemeente Vlaardingen niet meer optimaal is. Van belang is dus dat de digitale infrastructuur de komende jaren vernieuwd wordt en de digitale basis op orde wordt gebracht.

Met name de migratie naar de Cloud, de komst van de Omgevingswet (Digitaal Stelsel
Omgevingswet) en Zaakgericht werken zijn initiatieven waarbij een belangrijk deel van de digitale infrastructuur momenteel wordt vernieuwd. Nu is het zaak om binnen het programma optimalisatie dienstverlening al onze producten en diensten digitaal aan te gaan bieden aan de stad op basis van vastgelegde processen en met nieuwe digitale infrastructuur. Daarnaast is het van belang dat de gemeente weer kan aansluiten op nieuwe relevante landelijke en lokale digitale ontwikkelingen zoals aangegeven door de VNG en voorbereid is op de nieuwe wet- en regelgeving die op ons af komt.

Dit jaar maakt Vlaardingen een belangrijke stap door de ICT-infrastructuur naar de Cloud te verplaatsen. Naast deze technische transitie zien we ook het komend jaar en de jaren erna de volgende digitale informatievraagstukken op ons af komen:

  • Wet digitale overheid
  • Besluit digitale toegankelijke overheid
  • Eis identificatie en authenticatie
  • Wet hergebruik overheidsinformatie
  • Wet Open Overheid
  • Ondersteuning participatie met digitalisering
  • Samenwerking in de regio Sociaal Domein

Vanuit het programma optimalisatie dienstverlening zijn de eerste instrumenten voor de invulling van procesmanagement beschreven, namelijk de aanpak volgens het procesplein, beschrijving van rollen en een handreiking voor de interne organisatie. Dit alles is met name gericht op de inrichting van het zaaksysteem. Zaakgericht werken is een methodiek om voorspelbare processen op een procesmatige 14 manier af te handelen. De veranderkant die komt kijken bij procesmatig werken en die noodzakelijk is om procesmanagement te borgen, blijft hierbij onderbelicht. Het is van belang dat er projectmatig een basisstructuur wordt neergezet. Om dit te borgen vanaf 2022 is de inzet van 1 fulltime projectleider en 1 informatiemanager voor het beschrijven van de processen gedurende 2 jaar nodig.

In de implementatie van procesmatig werken krijgen de informatiemanagers straks een nieuwe rol waarbij ze de teams ondersteunen bij het optimaliseren van de processen. Hierbij hebben zij de rol om beleidsuitgangspunten, zoals de visie op dienstverlening, informatiebeleid, veiligheid en andere KPI’s, te integreren in de procesoptimalisatie. Dit vraagt structureel om extra inzet van 1 FTE informatiemanager. Gezien het belang voor de organisatieontwikkeling en de omvang van het project en het generieke karakter stellen wij voor om voor de jaren 2022 en 2023 resp. € 185.000 en € 188.000 hiervoor beschikbaar te stellen.

II. Thema's oranjelijst begroting 2021

Terug naar navigatie - II. Thema's oranjelijst begroting 2021

In de begroting 2021 is een aantal thema’s benoemd op de oranje lijst: een lijst van te onderzoeken mogelijkheden voor ombuigingen. In deze kadernota komen een tweetal thema’s terug uit de oranje lijst die een structureel effect hebben op de begroting. Meer informatie over de voortgang van de maatregelen in de oranjelijst wordt u verwezen naar de 1e voortgangsrapportage 2021.

6. Uitvoering huisvestingsscenario’s dienstpanden
De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat onze medewerkers inmiddels ruim een jaar zoveel mogelijk thuiswerken. Deze periode heeft ons zowel beperkingen als nieuwe mogelijkheden geboden. Na de pandemie streeft de gemeente Vlaardingen ernaar om hybride te gaan werken. Dat houdt in dat medewerkers straks tijd-, plaats- en apparaat onafhankelijk gaan werken: op kantoor, thuis of op een andere locatie, bijvoorbeeld in de stad. Het uitgangspunt dat we daarbij hanteren is dat er 40% op kantoor gewerkt wordt en de overige 60% thuis of op een andere locatie.

Begin dit jaar is het project Hybride Werken gestart om te zorgen voor thuiswerkmiddelen (persoonlijke standaarduitrusting ICT en ergonomische thuiswerkplek). Binnen de scope van dit project vallen ook het opleveren van een huisvestingsscenario op de korte termijn en de start van de pilotfase hybride-proof kantooromgeving.

Het langere termijnplan ten aanzien van huisvesting van de ambtelijke organisatie wordt nog opgesteld. Daarbij kijken we ook naar de huisvesting van SOW in het stadskantoor en de planning voor het afstoten van gemeentelijke dienstpanden (Hofsingel, Plein Emaus en de Waalstraat). Dit plan heeft daarmee een relatie met het ombuigingsplan: afstoten gemeentelijke dienstpanden (oranje lijst). Voor het opstellen van het lange termijnplan en de uitvoering van dit project wordt in deze kadernota eenmalig extra inzet gevraagd voor een projectleider, kosten € 90.000.

7. Wagenparkbeheer
Er is gekeken naar gebruik en noodzaak van het wagenparkbeheer. Op basis hiervan wordt voorgesteld om twee elektrische voertuigen voor algemeen gebruik te laten vervallen. Deze voertuigen zijn aangeschaft op basis van een leaseovereenkomst. Voor het beëindigen van dit contract is een afkoopsom opgesteld door de leasemaatschappij (contracten lopen tot medio 2024).

De besparing wordt per 2022 gerealiseerd door het ontbinden van twee leasecontracten voor twee auto’s. De afkoopsom bedraagt ca € 11.000 en wordt betaald in 2021. De facilitaire budgetten voor 2021 bieden voldoende dekking voor deze eenmalige betaling. De structurele besparing per 2022 bedraagt eveneens ca. € 11.000 per jaar.

III. Overige nieuwe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - III. Overige nieuwe ontwikkelingen

Naast de thema’s rond bedrijfsvoering en de oranje lijst zijn er nog een viertal overige ontwikkelingen te benoemen in deze kadernota:

  1.  Uitvoeringsbudget verkiezingen raad
  2.  Zwembad de Kulk
  3.  Aanschaf Klimaatkamer
  4.  Capaciteitsvragen organisatie

8. Uitvoeringsbudget verkiezingen raad
De gemeenteraadsverkiezingen vinden plaats op 16 maart 2022. Om de inwoners van Vlaardingen goed in te lichten over deze verkiezingen en de standpunten van de deelnemende partijen worden diverse activiteiten georganiseerd, zoals een Stemwijzer, een verkiezingsdebat en/of een verkiezingsmarkt. Daarnaast moeten nieuwe raadsleden goed ingewerkt worden en moet er een nieuw college geformeerd worden. Voor deze activiteiten is in 2022 een aanvullend budget benodigd dat geraamd wordt op € 25.000 incidenteel.

9. Zwembad De Kulk
Zwembad de Kulk ontvangt in 2021 € 430.000 aan subsidie om het zwembad het hele jaar schoon, heel, veilig en open te houden. Door de verplichte sluiting als gevolg van de coronamaatregelen in (delen van) 2020 en 2021 heeft het zwembad inkomsten gemist, waardoor het zwembad in 2020 een verlies heeft geleden. Ook in 2021 verwacht het zwembad een verlies, wat kan oplopen naar € 200.000. Naast gemiste inkomsten door de verplichte sluiting wordt dit ook veroorzaakt door hoge onderhoudskosten die nodig zijn om het zwembad heel en veilig te houden.

Korte termijn: Onderhoudskosten tot en met 2025
Vanuit het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) is bezien welke onderhoudskosten voor de jaren 2022 tot en met 2025 noodzakelijk zijn. Voor 2022 staan volgens het MJOP kosten gepland van € 112.000, voor 2023 en 2024 bedragen de kosten resp. € 77.000 en € 79.000. Voorgesteld wordt om deze kosten voor het regulier onderhoud op te nemen in onze begroting.

Lange Termijn: Renovatie/groot onderhoud vanaf 2025
Ook vanaf 2026 zal eveneens onderhoud uitgevoerd moeten worden. Gezien de verouderde staat van de accommodatie is het te verwachten dat de onderhoudskosten alleen maar zullen toenemen. Des te belangrijker dat er voldoende budget beschikbaar is om een zwemaccommodatie in stand te houden.
Vandaar dat er vanaf 2025 rekening gehouden moet worden met een forse investering van ca € 900.000, daarnaast is er een behoefte om een extra € 300.000 te reserveren voor toekomstig groot onderhoud vanaf 2026, wat overigens buiten de scope van deze kadernota valt.

Vanuit de huidige exploitatie is het voor het zwembad praktisch niet mogelijk om een reservering van dergelijke grootte op te nemen voor het onderhoud. Het bestuur van het zwembad geeft aan dat als er niets veranderd het zwembad gedwongen is om de deuren te sluiten in 2025.

Om die reden zal er ook een onderzoek worden gestart naar de (financiële) toekomst van het zwembad, waarbij gekeken wordt wat er nodig is om een zwemvoorziening in stand te houden. Hierin wordt ook meegenomen of het mogelijk is om minder subsidie-afhankelijkheid van de gemeente te organiseren. De gemeente is geen eigenaar van het zwembad, maar vindt de aanwezigheid van een zwembad wel van belang. De toekomst van zwembad de Kulk is om bovenstaande reden ook benoemd in de risicoparagraaf.

10. Klimaatkamer
De gemeente is eigenaar van alle vondsten die gedaan worden bij archeologisch onderzoek op het grondgebied van Vlaardingen. Conform de erfgoedwet worden deze vondsten bewaard in het depot.
De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) vermeldt hoe dit erfgoed bewaard moet worden, waaronder de klimaatomstandigheden (temperatuur + relatieve vochtigheid) die gelden voor bepaalde materiaalcategorieën.

De gemeente Vlaardingen voldoet op dit punt niet aan de geldende norm. Het Archeologisch & Bouwhistorisch depot van de gemeente Vlaardingen kent geen aparte bewaarruimte voor de langdurige opslag van diverse monsters (o.a. grondmonsters en organische monsters). Monsters zijn kwetsbaar en kunnen verloren gaan of onbruikbaar worden voor verder onderzoek, als ze niet onder de juiste condities worden bewaard.

De oplossing is het aanschaffen en plaatsen van een geschikte klimaatkamer in een bestaande ruimte (box-in-box). Dit soort klimaatkamers worden vaak toegepast in depots, zijn flexibel in te richten en zijn bovendien demonteerbaar, waardoor deze bij een eventuele verhuizing weer herbruikbaar is. De kosten voor deze klimaatkamer bedragen eenmalig € 35.000.

11. Capaciteitsvragen
In het Herstelplan staan ambities die extra financiële ruimte in onze begroting genereren, maar soms eerst extra investeringen vragen, zodat we daar later de vruchten van kunnen plukken. Het betreft de ambities rondom de woningbouwopgave, reguliere werkzaamheden en verbetering van de bedrijfsvoering. Concreet betreft het de volgende capaciteitsvragen:

  • Capaciteit rondom de woningbouwopgave
  • Capaciteit Bouw Woning Toezicht (BoWoTo)
  • Capaciteit Bedrijfsvoering

Capaciteit rondom woningbouwopgave
De opgave voor de woningbouw voor de komende 10 jaar (5.000 woningen tot 2030) staat vast in afspraken met de regio/ provincie. Ook is het een van de hoofdopgaven uit het ons Herstelplan. Om deze opgave te kunnen realiseren, is het noodzakelijk dat de capaciteit voor projectondersteuning, toetsers en bouwtoezicht wordt uitgebreid. In totaal gaat het om 15,43 fte. De kosten van deze uitbreiding bedragen voor 2022 € 1,35 miljoen en vanaf 2023 € 1,69 miljoen structureel inclusief overhead. Voor een deel kunnen deze kosten gedekt worden uit de toename van de WABO-leges met € 0,3 miljoen door de woningbouwopgave en € 0,2 miljoen aan extra opbrengsten kostenverhaal. De resterende kosten van € 1,2 miljoen kunnen gedekt worden uit de 10% VAT-ruimte. Zie hieronder paragraaf financiële dekking capaciteitsvragen.

Capaciteit Bouw- en Woningtoezicht
De huidige capaciteit voor de uitvoering van de VTH-taken is al jaren structureel te laag. Hierdoor wordt gedurende een lang tijd een beroep gedaan op externe expertise. Deze expertise is fors duurder dan eigen capaciteit. Daarnaast volgt uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de wettelijke verplichting om iedere vier jaar een beleidsplan voor Vlaardingen op te stellen voor de uitvoering van VTH-taken (vergunningverlening, toezicht en handhaving). Jaarlijks dient er een VTH-uitvoeringsprogramma vastgesteld te worden. Uit het VTH-uitvoeringsprogramma blijkt dat op basis van de huidige ambities, capaciteitsuitbreiding noodzakelijk is. De kosten van deze uitbreiding worden vanaf 2022 geraamd op € 0,71 miljoen structureel per jaar. De kosten kunnen in 2022 en 2023 voor een deel en vanaf 2024 volledig gedekt worden uit de 10% VAT-ruimte. Zie hieronder paragraaf financiële dekking capaciteitsvragen.

Capaciteit Bedrijfsvoering
In de begroting 2021 is de verbeteragenda bedrijfsvoering benoemd: een agenda om als gemeente beter in control te komen. Daarnaast is verbetering van de bedrijfsvoering nodig ter ondersteuning van de opgaven uit het Herstelplan. Hierdoor is een uitbreiding van de formatie noodzakelijk. In totaal wordt in deze kadernota voorgesteld om € 0,3 miljoen structureel te investeren in onze bedrijfsvoeringsfunctie. De kosten kunnen volledig gedekt worden uit de overhead van de capaciteitsvragen.

Financiële dekking capaciteitsvragen
De capaciteitsvragen vergen de volgende structurele kosten:

Bedragen in miljoenen, constante prijzen Extra fte 2022 2023 2024 2025
1. Kosten capaciteitsvraag woningbouwopgave 15,43 1,13 1,27 1,41 1,41
2. Kosten capaciteitsvraag BoWoTo 6,08 0,59 0,59 0,59 0,59
3. Kosten capaciteitsvraag Bedrijfsvoering 3,50 0,32 0,36 0,40 0,40
Totale kosten capaciteitsvraag 25,01 2,04 2,22 2,40 2,40

De kosten kunnen gedekt worden uit toerekening van ambtelijke capaciteit aan investeringen met als uitgangspunt 10% VAT (voorbereiding, advies en toezicht) aan alle investeringen met uitzondering van investeringen met een gesloten circuit, grondexploitaties, onderwijs en onderhoud gebouwen. Met het huidige investeringsprogramma 2021-2024 geeft deze maatregel de volgende financiële ruimte:

Investeringen meerjarig (bedragen x € 1.000) 2022 2023 2024
Totaal investeringsvolume programma 2021-2024 excl. gesloten circuit 22.398 7.424 21.349
Totaal investeringsvolume incl. 10% VAT 23.478 9.060 23.552
Ruimte VAT-kosten 1.080 1.636 2.203
af: extra kapitaallasten door VAT -51 -137 -268
Netto ruimte voor exploitatie 1.029 1.499 1.935

Met de verwachte stijging van de opbrengsten kostenverhaal en Wabo-leges door o.a. de woningbouwopgave kunnen de kosten van de capaciteitsvragen als volgt gedekt worden:

Bedragen in miljoenen, constante prijzen Extra fte 2022 2023 2024 2025
1. Kosten capaciteitsvraag woningbouwopgave 15,43 1,13 1,27 1,41 1,41
2. Kosten capaciteitsvraag BoWoTo 6,08 0,59 0,59 0,59 0,59
3. Kosten capaciteitsvraag Bedrijfsvoering 3,50 0,32 0,36 0,40 0,40
Totale kosten capaciteitsvraag 25,01 2,04 2,22 2,40 2,40
A. Capaciteitsvraag dekken uit kostenverhaal en nieuwe projecten grondbeleid -0,34 -0,34 -0,34 -0,34
B. Dekking uit toename van Wabo-leges door areaaluitbreidingen bovenop de geraamde opbrengsten in de begroting -0,19 -0,19 -0,19 -0,19
C. Dekking uit toename investeringsvolume met 10% voor ambtelijke capaciteit. Voordelig effect voor exploitatie inclusief toename kapitaallasten -1,01 -1,49 -1,87 -1,87
Saldo effect kadernota 2022 0,50 0,20 0,00 0,00

De kosten van de capaciteitsvragen kunnen vanaf 2024 budgettair neutraal binnen de begroting opgevangen worden. Voor 2022 en 2023 is een beslag op de algemene middelen noodzakelijk van resp. € 0,5 miljoen en € 0,2 miljoen.

Wij stellen u voor om in te stemmen met de capaciteitsvragen en met de verhoging van de opbrengsten van kostenverhaal en Wabo-leges en de toerekening van ambtelijke capaciteit aan investeringen inclusief de genoemde uitzondering met 10%.

Als dit voorstel niet wordt geaccordeerd, is er onvoldoende capaciteit om de benodigde bouwontwikkelingen uit het Herstelplan te begeleiden (projectleiding, advisering, ruimtelijk ordening, openbare ruimte, etc.), en voldoen we door de structurele onderbezetting niet aan de wettelijke verplichtingen die er zijn voor bouw & woningtoezicht. We blijven dan (relatief duurdere) inhuur continueren.

C. Bijstellingen herstelplan

Terug naar navigatie - C. Bijstellingen herstelplan

Jaarlijks bezien we in de kadernota of de uitvoering van het Herstelplan bijstelling behoeft. Het Herstelplan bestaat uit vier pijlers (Wonen, Sociaal Domein, Onderwijs en Veiligheid). Op hoofdlijnen zien de ambities van ons Herstelplan er als volgt uit:

Voor een leefbaar en financieel gezond Vlaardingen
Wonen Sociaal Domein
Nieuwe woonvisie met daarin aandacht voor versnelling van woningbouw, onderzoek naar uitbreiding Rotterdamwet, particuliere woningbouwverbetering Robuuste regie, sturing en monitoring op het sociaal domein
Aanpak van high-impact projecten Inzetten op de omslag van zorg naar preventie en vroegsignalering
Nieuwe aanpak gebiedsontwikkeling Omslag naar integraal en vraaggericht werken
Onderwijs (Vlaardingen MBO-stad) Veiligheid
Vlaardingen MBO-stad Terugdringen van ondermijning
Goede gezonde en genoeg schoollokalen Samenwerking verbeteren met zorg
Ontwikkeling van de Zorg Innovatie Academie Bestrijden woonadresfraude

Het Herstelplan is opgesteld voordat de coronapandemie uitbrak. De impact van corona heeft het afgelopen jaar voor een andere realiteit gezorgd. In deze kadernota bezien we of herijking van ons Herstelplan noodzakelijk is en in welke mate dit leidt tot financiële aanpassingen in onze op te stellen begroting 2022. Voor een inhoudelijke voortgang van het Herstelplan 2021 verwijzen we u naar de 1e voortgangsrapportage 2021. Deze kadernota is gericht op bijstellingen voor de jaren 2022-2025. De voorgestelde bijstellingen worden per thema toegelicht.

I. Wonen

Terug naar navigatie - I. Wonen

Binnen het thema wonen zijn een aantal relevante bijstellingen te benoemen:

  1.  Zelfbewoningsplicht
  2.  Particuliere woningverbetering
  3.  Huurteam
  4.  Onderzoek uitbreiding RotterdamWet

1. Zelfbewoningsplicht
Begin 2020 is door de fractie Kerkhof en D66 de motie ‘bescherming Vlaardingse Woningvoorraad” ingediend. Een onderdeel uit deze motie is het onderwerp ‘zelfbewoningsplicht’. Op 16 juni 2020 is aan de raad een memo gestuurd met informatie over de mogelijkheden en landelijke ontwikkelingen rondom zelfbewoningsplicht. In de memo is uiteengezet welke ontwikkelingen er zijn en welke conclusies je hieruit kunt trekken. Het advies in de memo luidde: ‘wacht tot in het land de ervaringen zijn opgedaan, gevolgd door bruikbare jurisprudentie’. Aan de raad is de toezegging gedaan om in het derde kwartaal van 2021 een voorstel te doen hoe in Vlaardingen zelfbewoningsplicht ingevoerd zou kunnen worden in bestaande bouw en nieuwbouw. Dit is een specialistisch en juridisch complex traject, waar het opzetten van een vergunningsstelsel toe behoort. Met het oog op deze ontwikkeling is structureel budget van € 20.000 nodig om dit beleid nader te ontwikkelen.

Wonen is een van de belangrijke pijlers uit het Herstelplan en het coalitieakkoord. Het beschermen van de Vlaardingse woningvoorraad tegen opkopers maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Het nader uitwerken van de motie zelfbewoningsplicht en hieraan uitvoering geven is hier een belangrijk onderdeel van. Als dit voorstel niet wordt geaccordeerd, kunnen wij niet voldoen aan een aangenomen motie en aan de toezegging aan de raad om dit onderwerp op te pakken.

2. Huurteam
Het Huurteam Vlaardingen heeft in de pilot van 2020 en begin 2021 laten zien meerdere doelen te dienen. We willen dat Vlaardingse huurders van woningen in de particuliere huursector eerlijke, maar bovenal wettelijk juiste huurprijzen betalen. We bereiken hiermee dat armoede wordt tegengaan, malafide woningeigenaren worden aangepakt en woningen worden onderhouden zoals de Woningwet en Huisvestingswet voorschrijven. Bovendien komen we als gemeente via de huurder achter de voordeur en kunnen we malafide huiseigenaren aanpakken. Deze aanpak werkt preventief (laat als Vlaardingen zien dat je met het Huurteam werkt en laat dit een afschrikeffect hebben op woningeigenaren) en curatief op het moment dat er wél sprake blijkt van misstanden (huurders worden geholpen in een gang naar de huurcommissie óf er wordt op minnelijk wijze tot een oplossing gekomen. Woonfraude en uitbuiting zijn eveneens belangrijke onderdelen uit het Herstelplan. De aanpak van het Huurteam draagt bij aan deze ambities en vergt € 25.000 structureel budget. Als dit voorstel niet wordt geaccordeerd, kan de pilot van het huurteam niet gecontinueerd worden.

3. Particuliere woningverbetering
Voor het Servicepunt Woningverbetering (SWV) is in het Herstelplan structureel een bedrag van € 56.000 per jaar beschikbaar gesteld. Een aantal toekomstscenario’s worden in kaart gebracht. Een van de scenario’s is dat het SWV zich intensiever gaat inzetten op de energietransitie. Dit voorstel wordt het tweede of derde kwartaal van 2021 aan het college voorgelegd. Gezien het feit dat de gemeente naar verwachting rond de zomer het Warmteplan vaststelt, leidt dit de komende jaren tot een uitvoeringsplan om deze energietransitie uit te kunnen voeren.
Nadat duidelijk is welke taken bij SWV belegd zullen worden en welke bij de Woonwijzerwinkel, kunnen de kosten worden begroot. Vooralsnog wordt uitgegaan van € 75.000 structureel per jaar. Als dit voorstel niet wordt geaccordeerd, is het niet mogelijk om vanuit het Steunpunt Woningverbetering in te zetten op de energietransitie.

4. Onderzoek uitbreiding Wbmgp/Rotterdamwet
Vanuit het Herstelplan wordt prioriteit gegeven om de uitbreiding van de Rotterdamwet te onderzoeken. Naast ambtelijke inzet is er extra budget nodig om grondig te kunnen onderzoeken wat de mogelijkheden en randvoorwaarden zijn. Dit gaat concreet om de uitbreidingsmogelijkheden op niveau van woningen/straten/buurten en zowel sociaal als particulier woningbezit in kaart brengen en de benodigde randvoorwaarden, zoals capaciteit/middelen voor de uitvoering na een uitbreidingsaanvraag bij het Ministerie van BZK.

In het Herstelplan wordt deze prioriteit als volgt omschreven: ‘Onderzoeken naar uitbreiding van de Rotterdamwet (artikel 9 en 10) waarbij we nadrukkelijk het vervallen van de inkomenstoets uit artikel 9 betrekken. Op basis van deze onderzoeken gaan we maatregelen en acties inzetten die ervoor zorgen dat het inzetten van de wet na vier jaar niet meer nodig is.’ Om deze prioriteit te verwezenlijken is eenmalig € 50.000 voor 2022 nodig.

Als dit voorstel niet wordt geaccordeerd, is het niet mogelijk dit onderzoek te gaan doen en voldoen we niet aan de inzet van het Herstelplan.

II. Sociaal Domein

Terug naar navigatie - II. Sociaal Domein

Rondom de ambities in het Sociaal Domein in ons Herstelplan worden de volgende financiële bijstellingen voorgesteld:

5. Implementatie van het MVS Jeugdmodel
6. Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2022

5. Implementatie MVS Jeugdmodel – jeugdhulp
Om in 2023 de jeugdhulp anders in te kopen en zo oplopende kosten voor de jeugdhulp tegen te gaan, wordt een groot deel van de jeugdhulp lokaal in plaats van regionaal ingekocht met een andere inkoopsystematiek. De eerdere invoeringsdatum van 2022 voor de nieuwe inkoop van jeugdhulp is met een jaar opgeschoven naar 2023. De implementatieperiode duurt daarmee een jaar langer dan eerder gedacht. Hierdoor maken wij ook voor 2022 voorbereidingskosten om de uitvoering per 1 januari 2023 te realiseren. De kosten voor de voorbereidingen zijn daardoor wat hoger. Het geeft ons de gelegenheid om ons goed voor te bereiden op de uitvoering van het MVS Jeugdmodel. De incidentele kosten voor 2022 zijn begroot op € 1.100.000 voor de MVS gemeenten gezamenlijk. De kosten worden op basis van de verdeling 1:2:2 over de MVS-gemeenten verdeeld. Voor Vlaardingen betekent dit eenmalig € 440.000.
Deze incidentele kosten betreffen onder andere kosten voor de inhuur van inkoopexpertise, beleidscapaciteit, juridisch en financiële advisering, communicatie en programmaondersteuning. Ook betreft het te maken incidentele kosten voor de te treffen voorbereidingskosten voor de inrichting van een uitvoeringsorganisatie Jeugd. De jeugdhulptaken van inkoop, contract- en informatiemanagement moeten per 1 januari 2023 belegd zijn bij een eigen uitvoeringsorganisatie. In 2022 worden de voorbereidingen getroffen.

De governance van de uitvoeringsorganisatie, alsmede de taken en functies, zijn omschreven maar moeten nog nader uitgewerkt worden. Er bestaat hierdoor een risico dat de middelen gedurende het jaar 2022 niet toereikend genoeg blijken te zijn om de organisatie in te kunnen richten.

6. Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2022
Om invulling te geven aan het Herstelplan is in overleg met de uitvoeringsorganisaties SOW, Minters en ROGplus het Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2022 opgesteld. Deze borduurt in de eerste plaats voort op de ingezette lijn uit het Uitvoeringsplan 2021: alle maatregelen worden gecontinueerd, waarbij de verwachte opbrengst ten opzichte van 2022 stijgt. Daarnaast start met name SOW een aantal nieuwe maatregelen. Het saldo van investeringen en opbrengsten is geraamd op € 3,8 miljoen.
Dit is € 472.500 lager dan opgenomen in de jaarschijf 2022 van het Herstelplan. Wij beschouwen op dit moment dit als het maximaal haalbare. Nog meer ombuigen gaat ten koste van de uitgangspunten van de transformatie én aanvaardbare dienstverlening. Deze staat ten gevolge van corona sowieso onder druk.

Bovendien is het tekort het gevolg van een faseverschil: de opbrengsten van de andere (lees: goedkopere) inkoop van jeugdhulp vallen een jaar later dan bij de opstelling van ons Herstelplan voorzien. Ook valt een deel van de opbrengst van SOW-maatregelen pas in 2023.
Bij de opstelling van ons Herstelplan is voor 2022 rekening gehouden met een bijdrage van het Sociaal Domein van totaal € 6,5 miljoen Dit bedrag is inclusief de Rijksbijdrage Jeugd van € 1,5 miljoen en € 0,7 miljoen uit het coalitieakkoord. In het Herstelplan zijn voor 2022 daarom ombuigingsmaatregelen opgenomen met een nettoresultaat van € 4,3 miljoen.