Basisvaardigheden bestaan uit taal, rekenen, digitale vaardigheden en burgerschap. Burgerschap omvat allerlei vaardigheden die je nodig hebt om gebruik te maken van de wijze waarop de samenleving is georganiseerd. 
De aanpak van basisvaardigheden bestaat uit twee delen. Ten eerste zorgdragen voor een doorlopende leerlijn zodat kwetsbare inwoners zich kunnen ontwikkelen en hun basisvaardigheden voldoende zijn om zich te redden in de samenleving, maar liefst meer. Ten tweede erkennen dat inwoners die niet beschikken over voldoende basisvaardigheden een andere wijze van communiceren hebben. Zij zijn minder in staat om geschreven informatie tot zich te nemen, hebben eerder hulp nodig bij digitale communicatie, zijn niet vanzelfsprekend op de hoogte van te volgen procedures en weten de weg naar noodzakelijke informatie niet altijd te vinden. Voor beide delen gaan we het volgende doen:  

  • Samen met de Vlaardingse aanbieders een doorlopende leerlijn organiseren zodat er een gevarieerd (digi)taalaanbod is met ook aandacht voor de andere vaardigheden zoals rekenen, het vinden van werk, het inschrijven voor een opleiding en voeren van een thuisadministratie. Kwetsbare inwoners worden door zogenaamde camouflage-cursussen bereikt. Dit zijn trajecten waarbij de Nederlandse taal of rekenen op een speelse wijze wordt geleerd, denk aan cursussen gericht op omgaan met geld, op gezond koken of samen sporten. Belangrijk hierbij blijkt ‘de deur uitgaan’ en elkaar ontmoeten. Door deze ervaring zijn mensen gemotiveerd om de volgende stap te zetten, zoals deelname aan een traject waar meer aandacht is voor taal, rekenen en/of digitale vaardigheden. Vervolgens hebben zij de mogelijkheid om door te stromen naar een volgend traject. Voor het onderhouden van de Nederlandse taal is er aanbod zoals een leesclub of een taalcafé. Al dit aanbod is er voor inwoners met Nederlands als eerste taal (NT1) en voor inwoners met Nederlands als tweede taal (NT2). Ook is er formeel taalaanbod op alle niveaus voor diegenen die een diploma willen en kunnen behalen, zodat zij kunnen doorstromen naar regulier onderwijs of een betere positie op de arbeidsmarkt.
  • In de Week van Lezen en Schrijven (in september) aandacht besteden aan basisvaardigheden. Op verschillende locaties zijn er workshops gericht op het bereiken van inwoners en op bewustwording van professionals. De inzet is dat dit doorwerkt in de aanmeldingen voor trajecten en in het herkennen van gebrekkige basisvaardigheden bij inwoners.
  • Verder ontwikkelen van het Bondgenootschap zodat meer partijen in de stad zich committeren aan het erkennen en herkennen van een gebrek aan basisvaardigheden bij kwetsbare inwoners en het ontwikkelen van beleid dat beter aansluit bij de communicatie van diezelfde inwoners. De inzet is dat we meer kwetsbare inwoners bereiken vanuit het sociaal domein, de gezondheidszorg of de gemeente. Voor het uitbreiden van het Bondgenootschap wordt er jaarlijks een inspiratiebijeenkomst georganiseerd. Daarnaast wordt ingezet op samenwerking tussen partners/bondgenoten. In dat kader zijn er inmiddels twee sub-bondgenootschappen actief. Ten eerste ‘basisvaardigheden en wonen’ waar onder andere het (digi)taalhuis van de bibliotheek en ook twee woningcorporaties deel van uitmaken. Ten tweede ‘basisvaardigheden en gezondheid’ waar onder meer het (digi)taalhuis, Zorgorganisatie Eerste Lijns (ZEL) en het expertisecentrum Pharos bij betrokken zijn. Het voornemen is het ontwikkelen van een derde bondgenootschap ’basisvaardigheden en gezin’. 
  • Verder ontwikkelen van Informatiepunten Digitale Overheid (IDO) waar burgers die niet digitaal vaardig zijn en/of onvoldoende burgerschapsvaardigheden bezitten,  terecht kunnen. Zij kunnen terecht voor hulp bij vragen met betrekking tot de e-overheid en het volgen van (digi)taalcursussen. Samenwerken met de Formulierenbrigade is onderdeel hiervan.