De krapte op de woningmarkt wordt steeds groter. Deze krapte komt onder ander tot uitdrukking in stijgende huizenprijzen (de vraag naar woningen is groter dan het aanbod) en langere regionale wachttijden voor sociale huurwoningen. Er is een tekort aan tal van soort woningen (zoals dure woningen, eengezinswoningen, kwalitatief goede appartementen en sociale koopwoningen) en woningen voor doelgroepen (bijvoorbeeld starters, ouderen met een smalle beurs en doorstromers). Een goede mix tussen bereikbare koopwoningen, kwalitatief goede sociale huurwoningen en duurdere koop en huur is noodzakelijk.
Voor een herstel van de regionale woningmarkt is een forse toename van het woningaanbod nodig. Dit legt een druk op het woningbouwprogramma. Hierover zijn regionale afspraken gemaakt. Voor Vlaardingen betekent dit dat er, bovenop de ingerekende plancapaciteit van 3200 woningen uit het bestaande woningbouwprogramma, circa 2000 woningen tot 2030 extra aan de totale woningvoorraad toegevoegd moeten worden.
De nieuwe Woningwet houdt strikter financieel toezicht in van de Autoriteit Woningcorporaties (AW), een versterking van de regierol van de gemeente en een beperking van toegestane activiteiten aan maatschappelijk vastgoed en leefbaarheid van woningcorporaties. De corporaties moeten zich primair richten op hun kerntaak: het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen.
Doordat de woningmarkt krapper wordt en het aantal banen dat ingevuld wordt met arbeidsmigranten fors is toegenomen, worden er door beleggers, uitzendbureaus en werkgevers (niet-convenantpartners) steeds meer woningen opgekocht en verhuurd aan deze doelgroep, al dan niet tegen woekerprijzen. Om dit te voorkomen is een aantal maatregelen genomen, die wij nader gaan uitwerken. De twee belangrijkste zijn een Woonruimteverordening (voorkomen van splitsen en verkameren van woningen) en een paraplubestemmingsplan wonen (maximaal 2 personen die niet economisch gebonden zijn in een woning). Voor handhaving (overbewoning en registratie in BRP) hebben wij op basis van het Coalitieakkoord structureel € 140.000 vrijgemaakt.
Naast bovengenoemde ontwikkelingen zijn er op het gebied van wonen nog meer actuele ontwikkelingen (woondeal, regionale woonvisie en afspraak m.b.t. evenwichtige verdeling van de sociale woningvoorraad tussen gemeenten). Om deze zaken integraal te bezien, is het opstellen van een nieuwe lokale woonvisie noodzakelijk. Hierbij worden de meest recente behoefteramingen uit de onderzoeken Grote Omgevingstest en WoON2018 meegenomen. Bij het opstellen betrekken wij uiteraard inwoners, ondernemers, belanghebbenden, corporaties, makelaars en zorginstellingen.
Sinds 2015 helpt het Servicepunt Woningverbetering (SWV) Verenigingen van Eigenaren bij het activeren, mediaton bij geschillen, informeren over ontwikkelingen en organiseren van cursussen.
Wij verwachten dat de komende jaren de vraag om hulp en ondersteuning toeneemt en evalueren in 2020 het SWV.
Wij nemen deel aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn), die het zogenoemde Startersfonds beheert. In 2000 heeft de gemeente bij SVn circa € 2,27 miljoen gestort. De verstrekte startersleningen worden op termijn geheel afgelost en teruggestort in dit fonds. De middelen blijven van de gemeente en kunnen opnieuw als starterslening uitgeleend worden. De looptijd is 30 jaar en de eerste drie jaar wordt er geen rente en aflossing betaald. Uw raad stelt het budget vast dat beschikbaar is voor het verstrekken van de startersleningen op grond van de “Verordening Starterslening gemeen Vlaardingen 2017.
Het aanwijzingsbesluit van het ministerie BZK voor wat betreft de toepassing van de zogenoemde ‘Rotterdamwet’ bij 650 woningen in de Westwijk verloopt in april 2020. De gemeenteraad moet begin 2020 een aanvraag indienen bij het ministerie voor verlenging van de termijn met vier jaar.