Paragrafen

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De lokale heffingen zijn de inkomsten die verkregen worden op grond van publiekrechtelijke regels. De heffingen zijn gebaseerd op wettelijke bepalingen. Bij de lokale lasten maken we onderscheid tussen zuivere belastingen, heffingen en retributies:

  • De zuivere belastingen behoren tot de algemene dekkingsmiddelen en zijn voor de uitvoering van collectieve vormen van dienstverlening, maar ook individuele vormen van dienstverlening zonder een duidelijke relatie tussen dienstverlening en belasting. In Vlaardingen onderscheiden we: onroerendezaakbelasting (OZB),  precariobelastingen en toeristenbelasting.
  • De heffingen zijn voor de dekking van de kosten voor uitvoering van publiekrechtelijke dienstverlening. Dat houdt in dat de belastingplichtige ook moet betalen als hij de dienst niet wenst. Voorbeelden van heffingen zijn afvalstoffenheffing en rioolheffing.
  • De retributies zijn vergoedingen voor individuele dienstverlening van typische overheidsdiensten van publiekrechtelijke aard. Voorbeelden hiervan zijn leges voor paspoort en rijbewijs.

De tarieven van de lokale heffingen zijn vooralsnog volgens de uitgangspunten onder ‘Beleid’ aangepast.  Deze uitgangspunten worden aan het einde van het jaar in de belastingverordeningen verwerkt zodat zij in werking treden voor het belastingjaar 2023.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Uitgangspunten van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de belastingen en heffingen zijn:

  • De onroerendezaakbelasting:  de OZB-opbrengsten worden verhoogd met 4,5% bestaande uit de algemene indexering van 1,5% vermeerderd met 3% gedurende 3 jaar zoals is vastgelegd in het Herstelplan “Voor een leefbaar en financieel gezond Vlaardingen” dat in maart 2020 is vastgesteld. 
  • De overige heffingen (precario-, toeristen-, reclame- en parkeerbelasting) stijgen jaarlijks nominaal met een algemene indexering. Voor 2023 bedraagt de indexering 1,5%. 
  • Voor de bepaling van de wettelijke tarieven en het tarief voor de Zeehavengelden en Binnenhavengelden lift Vlaardingen mee met Rotterdam.
  • Het tarief voor het rioolrecht, gebaseerd op het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan, wordt ca. € 161,43.
  • Het tarief voor de afvalstoffenheffing, gebaseerd op de gewenste opbrengst in combinatie met het aantal huishoudens, wordt € 295,25 voor een éénpersoonshuishouden en € 377,51 voor een meerpersoonshuishouden.
  • De opbrengst van de Bedrijven Investeringszone (BIZ) is nihil.
  • De parkeertarieven kennen een eigen regime en worden bij afzonderlijk raadsbesluit vastgesteld.

Woonlasten: lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Woonlasten: lokale lastendruk

Onder de woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een huishouden in Vlaardingen betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. De ontwikkeling van de woonlasten van de afgelopen jaren en een raming voor het komende jaar ziet er als volgt uit:

Woonlasten 2019 2020 2021 2022 2023
OZB-eigenaar € 267,85 € 287,94 € 308,00 € 296,45 P.m.
OZB-gebruiker n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Rioolheffing € 157,80 € 161,36 € 159,28 € 169,17 € 161,43
Afvalstoffenheffing € 330,03 € 356,43 € 369,56 € 371,93 € 377,51
Totaal € 755,68 € 805,73 € 836,84 € 837,55 € 538,94

Bij de berekening van de totale woonlasten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • We gaan uit van een eigen woning die wordt bewoond door een gezin;
  • De OZB-tarieven zijn gebaseerd op de gemiddelde WOZ-waarde van woningen in Vlaardingen.

De begrote inkomsten van de bovengenoemde gemeentelijke heffingen (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) in 2023 bedragen circa € 31 miljoen.

Woonlasten: vergelijking met andere gemeenten en landelijk gemiddelde

Terug naar navigatie - Woonlasten: vergelijking met andere gemeenten en landelijk gemiddelde

Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) geeft sinds 1997 met de ’Atlas van de lokale lasten‘ inzicht in de woonlasten per gemeente en de posities die de gemeenten ten opzichte van elkaar innemen in Nederland. Hierbij geldt dat nummer 1 de goedkoopste gemeente is en nummer 349 de duurste. In de atlas van 2022 neemt Vlaardingen de 210e plaats in op basis van de woonlasten zoals die in de tabel hierboven zijn berekend. In 2022 zat Vlaardingen € 34,00 boven de landelijke gemiddelde woonlasten.

Overigens liggen de woonlasten van 80% van alle gemeenten heel dicht bij elkaar en rond het landelijk gemiddelde. Wat betreft de omringende gemeenten bedragen de woonlasten:

Gemeente Gemiddelde woonlasten Ranglijst Coelo (2022)
Capelle a/d IJssel € 720 9
Nissewaard € 831 79
Rotterdam € 880 137
Vlaardingen € 938 210
Schiedam € 905 163
Westland € 1.016 286
Delft € 1.045 301
Maassluis € 992 269

Bovengenoemde gegevens zijn gebaseerd op het peiljaar 2022. Bij de formele vaststelling van de verordening van de leges en tarieven voor 2023 worden de meest recente gegevens gebruikt als toetsing.

Onroerendezaakbelastingen

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen

De hoogte van de onroerendezaakbelastingen is een combinatie van de waarde in het economische verkeer van een pand en het vastgestelde tarief. De waarde van alle onroerende zaken wordt jaarlijks vastgesteld. De onroerendezaakbelastingen bestaan uit een ‘eigenarenbelasting’ voor woningen en een ‘eigenarenbelasting’ voor niet-woningen. In de belastingen van de niet-woningen is een extra verhoging inbegrepen. De extra opbrengst komt ten goede van het Ondernemersfonds.

De grondslag van de OZB voor het jaar 2023 is de waarde van onroerende zaken op 1 januari 2022. De ontwikkeling van de OZB-tarieven over de afgelopen jaren is als volgt:

Ontwikkeling tarieven 2018 2019 2020 2021 2022 2023
OZB (eigendom) niet-woningen 0,3025% 0,3470% 0,3631% 0,7190% 0,7297% p.m. ¹
OZB (gebruik) niet-woningen 0,2194% 0,3039% 0,3212% 0,00 0,00 0,00
OZB (eigendom) woningen 0,1482% 0,1477% 0,1426% 0,1391% 0,1286% p.m. ¹
¹ Omdat de jaarlijkse herwaardering in het kader van de Wet Waardering onroerende zaken nog niet is afgerond, zijn de definitieve tarieven nog niet bekend. Bij de besluitvorming met betrekking tot de tarieven, in december 2022, worden de tarieven zodanig vastgesteld dat in combinatie met WOZ-waarden een 4,5% (= 1,5% trendmatig + 3,0% extra uit het herstelplan) hogere opbrengst resulteert (exclusief areaaluitbreiding).

OZB-opbrengsten voor 2023:

  • Opbrengst niet-woningen: €  9,4 miljoen
  • Opbrengst woningen: € 12 miljoen

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Precariobelasting

De precariobelasting is een belasting op het hebben van voorwerpen op, in of boven gemeentegrond en -water. Bijvoorbeeld terrassen, reclame-uitingen en bouwmaterialen, maar ook de leidingen, kabels en buizen in de grond.

De precario op nutsleidingen is per 1 juli 2017 afgeschaft. Ook het overgangsrecht is per 1 januari 2022 vervallen. Dit betekent dat gemeenten geen precariobelasting meer kunnen heffen van nutsbedrijven over netwerken die ze in, op of boven gemeentegrond exploiteren.

  • Opbrengst precariobelasting in totaal: € 0,26  miljoen

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

De toeristenbelasting is een algemene belasting voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding door niet-ingezetenen. Het tarief wordt verhoogd met het algemene indexpercentage van 1,5%. De opbrengst van de toeristenbelasting is afhankelijk van het aantal overnachtingen in de gemeente, zodat de opbrengst kan fluctueren. Economische ontwikkelingen kunnen zorgen voor een lagere of hogere opbrengst. Vanaf 2023 wordt er actief toeristenbelasting geheven bij huisvesting van tijdelijke inwoners die niet staan ingeschreven bij de gemeente. De opbrengsten hiervan zijn nog niet in te schatten.

Ontwikkeling tarieven 2019 2020 2021 2022 2023
Toeristenbelasting € 2,48 € 2,52 € 3,00 € 3,05 € 3,09

Bijdrage Bedrijven Investeringszone (BIZ)

Terug naar navigatie - Bijdrage Bedrijven Investeringszone (BIZ)

Industrieterrein de Vergulde Hand was aangewezen als een BIZ waar een BIZ-bijdrage werd geheven. De bijdrage kwam van de gebruikers van de op dit terrein gelegen bedrijven. In 2022 is door het bestuur van de BIZ besloten om geen draagvlakmeeting uit te voeren, waardoor het heffen van een bijdrage niet mogelijk is.  

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

De rioolheffing is een heffing om het beheer en het onderhoud van het gemeentelijk rioolstelsel te bekostigen. Uitgangspunt bij deze heffing is dat de tarieven kostendekkend zijn. De stijging van de rioolheffing is dus afhankelijk van de ontwikkeling van de kosten. Voor het beheer en onderhoud op de lange termijn is een gemeentelijk rioleringsplan opgesteld waarin onder andere de kosten zijn opgenomen die door middel van een rioolheffing moeten worden gedekt. Voor 2023 wordt de rioolheffing  voor eigenaren € 161,43 per perceel.

Ontwikkeling tarieven 2019 2020 2021 2022 2023
Rioolheffing € 157,80 € 161,36 € 159,28 € 169,17 € 161,43
Rioolheffing 2023
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente 2.858.750
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen 85.000
Netto kosten taakveld(en) 2.773.750
Toe te rekenen kosten:
Overhead inclusief (omslag)rente 335.140
BTW 370.740
Totale kosten 3.479.630
Opbrengst heffing 6.265.928
Voorziening -2.786.298
Totale opbrengsten 3.479.630
Dekkingspercentage 100%

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing is een heffing om het ophalen en verwerken van de huishoudelijke afvalstoffen te bekostigen. Uitgangspunt bij deze heffing is dat de tarieven kostendekkend zijn. De stijging of daling van de afvalstoffenheffing is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de kosten. Bij deze heffing wordt een tariefdifferentiatie toegepast ten behoeve van één- en meerpersoonshuishoudens. Momenteel wordt onderzocht of er meerdere categorieën ingevoerd gaan worden, zodat meer wordt aangesloten bij het principe dat de vervuiler betaald.

De tarieven stijgen in 2023 met ongeveer 1,5% ten opzichte van 2022. De stijging komt voornamelijk door de reguliere aanpassing door inflatie.

Ontwikkeling tarieven 2019 2020 2021 2022 2023
Afvalstoffenheffing € 330,03 € 351,53 € 369,56 € 371,93 € 377,51
Afvalstoffenheffing 1-pers. € 257,08 € 274,93 € 289,03 € 290,88 € 295,25
Afvalstoffenheffing 2023
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente 10.639.926
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen 310.000
Netto kosten taakveld(en) 10.329.926
Toe te rekenen kosten:
Overhead inclusief (omslag)rente 76.036
BTW 1.822.235
Totale kosten 12.228.197
Opbrengst heffing 12.185.976
Voorziening 42.222
Totale opbrengsten 12.228.198
Dekkingspercentage 100%

Reinigingsrecht

Terug naar navigatie - Reinigingsrecht

Onder de naam reinigingsrecht wordt een retributie geheven voor het periodiek verwijderen en verwerken van bedrijfsafvalstoffen. Het reinigingsrecht wordt geheven van degene die van de dienst gebruik maakt afhankelijk van het aangeboden afval. De tarieven worden verhoogd met 1,5%.

Reinigingsrechten 2023
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente 182.777
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen 0
Netto kosten taakveld(en) 182.777
Toe te rekenen kosten:
Overhead inclusief (omslag)rente 0
BTW 0
Totale kosten 182.777
Opbrengst heffing 182.777
Voorziening 0
Totale opbrengsten 182.777
Dekkingspercentage 100%

Binnenhavengeld

Terug naar navigatie - Binnenhavengeld

Deze retributie wordt geheven van vaartuigen die gebruik maken van het openbare gemeentewater, openbare werken en inrichtingen, en voor diensten die door de gemeente met betrekking tot een vaartuig verstrekt worden. In de regel wordt het havengeld geheven van de kapitein, de schipper, de reder of de eigenaar van het vaartuig. De tarieven in Vlaardingen sluiten aan bij de tarieven vermeld in de ‘General Terms and Conditions’, including renewed port tariffs, die zijn vastgesteld en bekendgemaakt door het Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Binnenhavengeld 2023
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente 626.299
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen 0
Netto kosten taakveld(en) 626.299
Toe te rekenen kosten:
Overhead inclusief (omslag)rente 0
BTW 0
Totale kosten 626.299
Opbrengst heffing 298.959
Voorziening 0
Totale opbrengsten 298.959
Dekkingspercentage 48%

Havengeld pleziervaartuigen

Terug naar navigatie - Havengeld pleziervaartuigen

Deze retributie wordt geheven van pleziervaartuigen en andere ter recreatie dienende vaartuigen die gebruik maken van het openbare gemeentewater, openbare werken en inrichtingen, en voor diensten die door de gemeente met betrekking tot een vaartuig verstrekt worden. In de regel wordt het havengeld voor pleziervaartuigen geheven van de schipper of de eigenaar van het vaartuig. De tarieven worden verhoogd met 1,5%.

Havengeld pleziervaartuigen 2023
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente 186.289
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen 0
Netto kosten taakveld(en) 186.289
Toe te rekenen kosten:
Overhead inclusief (omslag)rente 0
BTW 0
Totale kosten 186.289
Opbrengst heffing 17.872
Voorziening 0
Totale opbrengsten 17.872
Dekkingspercentage 10%

Havengeld vaste ligplaatsen

Terug naar navigatie - Havengeld vaste ligplaatsen

Deze retributie wordt geheven voor het hebben van een vaste ligplaats aan een kade. Het ligplaatsgeld wordt geheven van degene die de vaste ligplaats inneemt. De tarieven worden verhoogd met 1,5%.

Havengeld vaste ligplaatsen 2023
Kosten taakveld (en) inclusief (omslag)rente 5.950
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen 0
Netto kosten taakveld(en) 5.950
Toe te rekenen kosten:
Overhead inclusief (omslag)rente 0
BTW 0
Totale kosten 5.950
Opbrengst heffing 1.098
Voorziening 0
Totale opbrengsten 1.098
Dekkingspercentage 18%

Zeehavengeld

Terug naar navigatie - Zeehavengeld

Deze retributie wordt geheven voor het verblijf met een zeeschip in de haven van Vlaardingen alsmede voor het gebruik van gemeente-eigendommen, havenfaciliteiten en dienstverlening in dat verband. In de regel wordt het zeehavengeld geheven van de kapitein, de schipper, de reder of de eigenaar van het schip, of degene die de handelingen heeft verricht ter voorbereiding van het verblijf van het zeeschip. De tarieven in Vlaardingen sluiten aan bij de tarieven vermeld in de ‘General Terms and Conditions, including renewed port tariffs’, die zijn vastgesteld en bekendgemaakt door het Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Zeehavengeld 2023
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente 1.233.031
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen 0
Netto kosten taakveld(en) 1.233.031
Toe te rekenen kosten:
Overhead inclusief (omslag)rente 0
BTW 0
Totale kosten 1.233.031
Opbrengst heffing 925.548
Voorziening 0
Totale opbrengsten 925.548
Dekkingspercentage 75%

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Lijkbezorgingsrechten

Deze retributie wordt geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor verleende diensten in verband met de begraafplaats. Lijkbezorgingsrechten worden geheven van de aanvrager van de dienst, dan wel van degene voor wie de dienst wordt verricht. De tarieven worden verhoogd met 1,5%.

Lijkbezorgingsrechten 2023
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente 849.513
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen 0
Netto kosten taakveld(en) 849.513
Toe te rekenen kosten:
Overhead inclusief (omslag)rente 0
BTW 0
Totale kosten 849.513
Opbrengst heffing 793.390
Voorziening 0
Totale opbrengsten 793.390
Dekkingspercentage 93%

Parkeerbelastingen

Terug naar navigatie - Parkeerbelastingen

Deze belasting wordt geheven voor het gedurende een aaneengesloten periode laten staan van een voertuig binnen de gemeente. De belasting wordt geheven van degene die het voertuig heeft laten staan of de houder van het voertuig. De tarieven worden aan de hand van eigen beleid afzonderlijk vastgesteld.

Parkeerbelasting 2023
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente 1.480.879
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen 21.699
Netto kosten taakveld(en) 1.459.180
Toe te rekenen kosten:
Overhead inclusief (omslag)rente 152.935
BTW 0
Totale kosten 1.612.115
Opbrengst heffing 2.636.074
Voorziening 0
Totale opbrengsten 2.636.074
Dekkingspercentage 164%

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een groot aantal taken. Een deel van deze taken wordt in de vorm van een dienst door bewoners of bedrijven individueel afgenomen. Om gemeenten tegemoet te komen in de kosten die zijn gerelateerd aan deze taken, betalen afnemers van gemeentelijke diensten leges. In de regel gaat het hierbij om het verstrekken van documenten of het verlenen van vergunningen. Leges behoren tot de retributies en worden geheven voor het in behandeling nemen van de aanvraag en worden geheven bij de aanvrager. Ook als de aanvraag niet leidt tot een positief resultaat moeten leges worden betaald. De tarieven worden verhoogd met 1,5% met uitzondering van de wettelijke leges.

Kruissubsidiëring leges

Terug naar navigatie - Kruissubsidiëring leges

Net als bij alle andere retributies mogen de baten de lasten niet overstijgen, maar bij de leges gaat het om een groot aantal soorten van dienstverlening gebundeld in één belastingverordening. Omdat breed wordt gevoeld dat kruissubsidiëring tussen dienstverlening van volstrekt verschillende aard onwenselijk is, heeft de VNG de modelverordening onderverdeeld in drie titels: algemene dienstverlening, dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving en dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn. De Vlaardingse legesverordening is naar dit model ingedeeld. Kruissubsidie tussen deze titels is ongewenst, maar niet verboden. Kruissubsidie binnen een titel in de legesverordening is toegestaan. Zolang het kruissubsidiëring tussen hoofdstukken betreft, blijkt de mate van kruissubsidiëring al uit de kostenopstelling. Ook hier geldt dat de gemeente de reden van de kruissubsidie moet vermelden. Er is geen sprake van een rechtvaardigingsgrond, omdat kruissubsidiëring toegestaan is.

Kruis subsidie leges Algemene dienstverlening Fysieke leefomgeving Europese Dienstenrichtlijn
Kosten taakvelden 564.181 754.789 17.502
Overhead 262.931 866.762 2.102
Totale kosten 827.112 1.621.551 19.604
Totale opbrengsten 760.790 1.358.976 18.428
Dekkingspercentage 92% 84% 94%

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Voor mensen met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de lokale lasten. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid in de Invorderingswet. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen, die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan de bijstandsnorm.
Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken dat een lager inkomen wordt gehanteerd. De gemeente Vlaardingen hanteert de zogenaamde 100%-norm, dat betekent dat inwoners van Vlaardingen met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen.

Voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend, mogen gemeenten zelf bepalen. In Vlaardingen kan enkel kwijtschelding worden aangevraagd voor de afvalstoffenheffing.

Naar verwachting komen, rekening houdend met de ervaringen in voorgaande jaren, zo’n 2.900 huishoudens voor (gedeeltelijke) kwijtschelding in aanmerking. Wij verwachten in 2023 een bedrag van circa € 1,1 miljoen te besteden aan kwijtscheldingen. De ontwikkeling van deze post wordt nauwlettend gevolgd.

 

Vaststellen nieuwe tarieven 2023

Terug naar navigatie - Vaststellen nieuwe tarieven 2023

Nadat de begroting is vastgesteld worden de desbetreffende verordeningen hierop aangepast, alsmede aan wets- en beleidswijzigingen. De verordeningen worden daarna in de decembervergadering 2022 ter vaststelling aan de raad aangeboden.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voldoende weerstandsvermogen om risico's op te kunnen vangen is voor een gemeente absolute noodzaak. In Vlaardingen maakt risicomanagement dan ook structureel onderdeel uit van de Planning & Control-cyclus. Zo vindt op dit moment twee maal per jaar, zowel bij de begroting als bij de jaarrekening, een risico-inventarisatie en een risico-waardering plaats.

Artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) beschrijft het weerstandsvermogen als volgt: “Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de weerstandscapaciteit (middelen om niet begrote kosten op te vangen) en de risico’s van mogelijk materiële financiële betekenis waar geen maatregelen voor zijn getroffen”. Dit weerstandsvermogen wordt weergegeven in een verhoudingsgetal of ratio.

Weerstandsvermogen = aanwezige weerstandscapaciteit /risico's * 100%

De gewenste weerstandscapaciteit is het geldbedrag dat idealiter aanwezig zou moeten zijn om risico’s af te dekken. De hoogte van de gewenste weerstandscapaciteit is volledig afhankelijk van de binnen de gemeente aanwezige risico's en vooral van de ingeschatte risicobedragen (per risico). Het gemeentelijk beleid streeft naar het realiseren van een weerstandsvermogen van 100% (weerstandsratio van 1,0). Dit betekent dat het aanwezige weerstandsvermogen op het niveau van de ingeschatte risico's moet liggen.

In 2022, bij het opstellen van de jaarrekening 2021, hebben wij de methodiek waarmee de gewenste weerstandscapaciteit wordt bepaald geëvalueerd en herzien. 

Aanwezige weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Aanwezige weerstandscapaciteit

De aanwezige weerstandscapaciteit bestaat uit het totaal aan middelen dat de gemeente beschikbaar heeft of op korte termijn vrij kan maken om financiële tegenvallers op te vangen. De algemene reserve vormt daarbij het reeds beschikbare deel. De aanwezige weerstandscapaciteit bedraagt bij aanvang van het begrotingsjaar 2023 naar verwachting € 52,0 miljoen.

Gewenste weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Gewenste weerstandscapaciteit

De gewenste weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die de gemeente beschikbaar zou moeten hebben of op korte termijn vrij zou moeten kunnen maken om de waargenomen risico's financieel te kunnen dekken indien deze zich voordoen in de geschatte mate (kans x impact).

Om dit bedrag te kunnen bepalen wordt externe deskundigheid ingeschakeld. Er wordt een simulatie uitgevoerd voor het berekenen van de benodigde weerstandscapaciteit op basis van de Monte-Carlomethode. De basis van deze simulatie is het inventariseren en het kwantificeren van de risico’s.

Door de vaststelling van het coalitieakkoord 'Groei en bloei voor Vlaardingen' heeft uw raad besloten om de weerstandsratio op 1,0 te stellen. 

Op basis van de interne analyse betreffende de risico’s moet een totale weerstandscapaciteit van € 46,3 miljoen worden aangehouden. Tegen de omvang van de verwachte weerstandscapaciteit per 1 januari 2023 van € 52,0 miljoen levert dit een weerstandsratio op van:

Weerstandsvermogen = € 52,0 miljoen / € 46,3 miljoen = 1,1

De beleidsdoelstelling van de gemeente om een weerstandsratio van minimaal 1,0 aan te houden is hiermee gehaald.

Risico’s

Terug naar navigatie - Risico’s

De activiteiten van de gemeente Vlaardingen gaan over een breed scala aan beleidsterreinen. Dit betekent dat onze gemeente blootgesteld is aan een groot aantal risico’s. In de aanpak van de risico-inventarisatie is bij het bepalen van de impact rekening gehouden met een structurele component. Voor structurele risico's is een factor van 3  gebruikt om aan te sluiten bij een gemiddelde transitieperiode van 3 jaar voor het implementeren van beleidswijzigingen.

De benodigde weerstandscapaciteit daalt ten opzichte van de eerdere berekening voor de jaarrekening 2021.  Dat komt doordat in de begroting 2023 een stelpost is opgenomen voor prijs-/looncompensatie en de uitkomst van de aanbesteding jeugd is verwerkt.  Het onderhoud is met het nieuwe meer jaren onderhoudsplan (het zogenaamde MJOP) beter in beeld en er is een tijdelijke voorziening voor getroffen.

Risico's die relatief de  grootste impact hebben op de benodigde weerstandscapaciteit zitten bij de transformatie binnen het sociale domein, de inflatie, het gemeentefonds, Jeugdhulp lokaal en regionaal en de gebiedsontwikkeling Rivierzone.

Inflatie en stijgende prijzen
De huidige exogene factoren zoals de oorlog in Oekraïne hebben in toenemende mate impact op de inflatie van prijzen van grondstoffen, materialen, arbeid en energie en op rentestijgingen. Daarnaast is er druk op het versnellen van verduurzaming.

De aanpassing van de begroting aan de prijsontwikkeling, de zogenoemde indexering, is gekoppeld aan het CBS percentage. Met name vanaf 2022, maar eigenlijk al vanaf 2019, stijgen de prijzen voor materialen, energie e.d. sterker dan de gemiddelde prijs van de overheidsconsumptie (CBS-indexeringspercentage). 

In hoeverre prijsstijgingen kunnen worden opgevangen binnen de begroting, is mede afhankelijk van hoe lang deze aanhouden. Gaat het om een kortdurende piek of blijven de prijzen langere tijd hoog? De economische wetenschap heeft nog geen antwoord op deze vraag.  In de risico-inventarisatie is rekening gehouden met de kans dat prijzen nog verder stijgen. We blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen en zullen u informeren als prijsstijgingen leiden tot concrete afwijkingen van vastgestelde kaders.

Het werken met een gedifferentieerde prijsindex kan de verschillen tussen begroting en werkelijkheid verkleinen. Met de huidige stijgingen is overigens maar de vraag of toepassing van deze prijsindex bij uitvoering beter aansluit bij de werkelijke prijsontwikkeling. De uitgaven van de rijksoverheid worden eveneens geraakt door de prijsstijgingen. 

In de begroting 2023 is een stelpost prijs/looncompensatie opgenomen voor de dekking van de oplopende inflatie van 5,4 miljoen in 2023 oplopend tot 12,6 miljoen in 2026.

Verder is in de begroting rekening gehouden met een rentestijging van 1% additionele rente voor nieuwe geldleningen (van 1% naar 2%). Het risico bestaat dat we meer gaan investeren en/of dat de rente meer stijgt dan de 1% die we in de begroting voorzien/ramen.

Jeugdhulp
Risico’s die betrekking hadden op Jeugd als afzonderlijke maatregelen in het Herstelplan zijn per 2023 komen te vervallen ten gevolge van of als onderdeel van de integrale aanbestedingsopdracht Jeugdhulp.

Gemeentefonds
In de huidige begroting is rekening gehouden met een structurele compensatie van het rijk voor Jeugd, dit is gebaseerd op 75%.  Deze stelpost  wordt nu verhoogd naar 100% (1,5 miljoen afbouwend naar 1,0 miljoen).  Deze aanpassing zorgt dat het risico ten aanzien van het gemeentefonds stijgt.

Gebiedsontwikkeling Rivierzone
Voor het gebied Rivierzone zijn al de nodige stappen gezet.  Momenteel worden subsidies aangevraagd voor deze omvangrijke gebiedsexploitatie. Eind 2022 wordt de gebiedsexploitatie voorgelegd aan de raad.  Bij de kadernota zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld, echter volgens de eerste berekeningen lijkt dit niet voldoende en er zijn afhankelijkheden van subsidies. Vooralsnog is dat nu opgenomen als risico.  Dit risico  verandert in het meerjarig perspectief.  

De benodigde weerstandscapaciteit van € 46,3 miljoen is gebaseerd op de volgende risico’s en bijbehorende kansverdeling:

Risico-Inventarisatie
Onderwerp Risico Maatregel Impact (most likely) Kans op risico
x € 1.000 (in % )
GEVOLGEN CALAMITEIT/RAMP Als gevolg van calamiteiten / rampen, bestaat de kans dat kosten voor nazorg, tijdelijk onderdak, personele kosten e.d. voor rekening van de gemeente komen. Rampenorganisatie, rampenplannen, coördinator rampenbestrijding, rampenoefeningen. Deelname aan de VRR, toezicht op bedrijven al dan niet via DCMR. 250 25%
VERBONDEN PARTIJEN (WAARONDER GR) Afgeleide risico's van gemeenschappelijke regelingen, m.n. afwezigheid van reserves bij de GR'en. Bij overschrijden van de begroting van een GR zal de gemeente als deelnemer een financiële bijdrage moeten leveren. Notitie werkwijze Verbonden Partijen. Regie op de verbonden partijen, aansluiting P&C cyclus. Controleverklaringen bij de jaarrekeningen én de accountantsverslagen die gericht zijn aan het algemeen bestuur van de verbonden partijen. 750 20%
AFTREDEN WETHOUDERS Als gevolg van het tussentijds (moeten) aftreden van één of meerdere wethouders, bestaat de kans dat wachtgeld en kosten van sollicitatie - en loopbaanbegeleiding betaald moet worden. Geen. Discreet
FOUTEN INKOOPPROCEDURES Als gevolg van (fouten in) de inkoopprocedures / aanbestedingstrajecten, bestaat de kans dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld en mogelijk de leverancier moet compenseren voor de misgelopen winst. De gemeentelijke organisatie heeft een eigen inkoopafdeling, welke bestaat uit inkoopadviseurs, een contractadviseur en contractbeheerders. Daarnaast kent elke lijnafdeling Inkoop-ambassadeurs, die gedegen basiskennis hebben van Inkoop- en aanbestedingsprocedures. 210 10%
LOONSOM Als gevolg van cao wijzigingen (loonsverhogingen) en stijging van werkgeverslasten bestaat het risico dat een overschrijding op de loonsom ontstaat. De salarisbudgetten in de meerjarenbegroting aan de hand van de uitgangspunten in de meicirculaire gemeentefonds bijstellen. 180 20%
GEGARANDEERDE LENINGEN ZORGCENTRA Als gevolg van het eventueel failliet van zorgcentra, bestaat de kans dat de gemeente rente en aflossingen moet betalen voor de gegarandeerde leningen aan deze zorgcentra. Geen. 125 10%
CLAIMS EN NADEELCOMPENSATIE Inwoners en private partijen claimen meer en vaker bij de gemeente. Dit vraagt meer juridische inzet, zowel bij het aangaan van contracten en overeenkomsten, verzoeken tot nadeelcompensatie, maar ook bij schadegevallen, aansprakelijkstellingen en dergelijke. Deskundigheid voor de afhandeling verhaalschade. Verzekering voor de aansprakelijkstellingen, met eigen risico. 120 25%
INGEKOMEN SUBSIDIES Als gevolg van onjuiste interpretatie van subsidievoorwaarden bestaat de kans dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan en subsidiegelden lager of op nihil worden gesteld. Op basis van een subsidie register is er inzicht op de ontvangen subsidies. Het proces wordt verder ingericht ter verbetering van de beheersing. 210 10%
INKOMENSVOORZIENING / MINIMAVOORZIENING (inkomsten) De gemeente loopt een risico, alvorens in aanmerking te komen voor de "vangnetregeling "van het Rijk. Stroomopwaarts voert beiden regelingen uit. Lopende de P&C cyclus wordt de ontwikkeling van inkomen en minima voorziening versus BUIG (inkomsten) gemonitord. 3.000 20%
JEUGDHULP (LOKAAL EN REGIONAAL) Het beroep op specialistische jeugdhulp stijgt meer dan het gemiddelde gebruik van afgelopen jaren. Investeren op het voorliggend veld en de vernieuwende aanpak. Aanbesteding inkoopmodel jeugd. Lopende de P&C cyclus wordt het gebruik gemonitord. 2.100 40%
WMO LOKAAL Het beroep op WMO stijgt meer dan het gemiddeld gebruik van afgelopen jaren. Lopende de P&C cyclus wordt het gebruik gemonitord. Op basis van signalen beoordelen welke wijziging mogelijk zijn. 1.500 20%
GARANTIESTELLING WONINGBOUW-CORPORATIES De gemeente heeft voor een totaalbedrag van € 517,4 miljoen aan garanties verstrekt. Van dit bedrag wordt € 497,2 miljoen gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Pas als het garantievermogen van het WSW daalt tot onder de drempel van 0,25% van het garantievolume, dan treedt de achtervangpositie van het rijk en de gemeente in werking in de vorm van het verstrekken van renteloze leningen. De achtervang of zekerheidsstructuur bestaat uit drie lagen: 1.Primaire zekerheid: de financiële middelen van de corporatie. 2.Secundaire zekerheid: de borgstellingsreserve van het WSW 3.Tertiaire zekerheid: Rijk en gemeenten 1.500 1%
VEILIG THUIS Stijging van het aantal meldingen Er wordt ten aanzien van alle zorgtarieven gewerkt volgende de AMvB. Getracht wordt met de nieuwe aanbesteding en de daaruit voortvloeiende transformatie de kosten per persoon omlaag te brengen door meer in te zetten op kwalitatief goede algemene voorzieningen. 30 50%
VERZEKERINGEN Beperken grote risico's door het afsluiten van verschillende verzekeringen met een zo laag mogelijke premie. De Uitgebreide gevaren verzekering (UGV) en de Aansprakelijkheids+-verzekering (AVG) zijn opnieuw aanbesteed. De eigen risico's zijn verhoogd om een zo laag mogelijke premie te krijgen. Mogelijk is hierdoor een hoger bedrag nodig voor schadeclaims. 250 10%
ONDERHOUD De laatste jaren wordt minder onderhoud gepleegd bij eventueel af te stoten panden. Hierdoor ontstaan veiligheidsrisico's. Daarnaast is er een opgave voor verduurzamen. Actualiseren Meerjarenonderhoudsplan met Verduurzaming opgave voor de gemeentelijke panden. In de begroting is een post opgenomen van 0,3 miljoen. 6.600 25%
LEEGSTAND Minder inkomsten uit huur door wegvallen commerciële huurders door faillissement/verhuizing. Toename leegstaande panden door terug levering panden vanuit de organisatie (scholen, sportfaciliteiten) Waardevermindering door leegstand. Jaarlijks wordt de lijst af te stoten bezit vastgesteld met als doel de vastgoedportefeuille te beperken tot de kerntaak. Dit leidt tot minder leegstand en een betere inzet van het vastgoed. 100 70%
ASBESTSANERING Wegens aanscherping van de wetgeving bij verkoop van een pand is een asbestinventarisatie en een kostenraming nodig. Aanwezigheid van asbest leidt tot: a. lagere verkoopopbrengst; b. afzonderlijk scheiden van asbest bij sloop; c. asbestsanering toepassen bij het reguliere of planmatig onderhoud. Bij elke verkoop of sloop wordt standaard een asbestinventarisatie uitgevoerd. Het risico van aanwezigheid van asbest dat niet bij de inventarisatie is geconstateerd wordt zoveel mogelijk overgedragen aan koper. 150 50%
GRONDEXPLOITATIES: VERTRAGING PLANNEN Als gevolg van planvertraging van grondexploitaties, bestaat de kans op nadelig effect op het financiële resultaat. Continue toetsing grondopbrengsten en kosten (2x pj én na elke grondafname), openbare aanbestedingen, goede marketing en communicatie, tijdige onderzoeken e.d. 338 10%
GRONDEXPLOITATIES: DIVERSE SPECIFIEKE RISICO'S Als gevolg van diverse factoren die bij grondexploitaties kunnen optreden bestaat de kans op effecten op het financiële resultaat. Continue toetsing grondopbrengsten en kosten (2x pj én na elke grondafname), openbare aanbestedingen, goede marketing en communicatie, tijdige onderzoeken enzovoorts. 291 33%
INFLATIE Stijging als gevolg van exogene ontwikkeling boven de lopende begrotingsbedragen. Exogene ontwikkelingen volgen 5.000 30%
FACILITEREND GRONDBELEID De afgesloten anterieure overeenkomsten dekken niet de gemaakte kosten Inrichting projectadministratie op de anterieure overeenkomsten. 850 40%
RENTE Gevolgen van recessie Bewaking lening portefeuille, monitoren rente ontwikkelingen. 1.650 30%
GEMEENTEFONDS Onzekerheid over de inkomsten, en gevolg van trap op trap af principe en de compensatie van het Rijk voor jeugd Monitoren ontwikkeling gemeentefonds. Tijdig signaleren van afwijkingen. Gezonde financiële positie om tijdelijke afwijkingen te kunnen opvangen. 7.500 30%
ARBEIDSMARKT Krapte op de arbeidsmarkt waardoor hogere apparaatskosten en vertraging van projecten . P-monitor over de volledige capaciteit 500 30%
CYBERCRIME Schade door cyberaanvallen Inrichting informatiebeveiliging inhoud en proces 500 40%
TRANSFORMATIE Ontwikkelen naar een nieuwe aanpak om (nadelige) ontwikkelingen voor te zijn Investeren in vernieuwing. Data gedreven, sturing. Regionaal is het programma transformatie opgave sociaal domein ingericht, en zal de implementatie van de aanpak gefaseerd worden doorgevoerd. Start per 1 januari 2023 met name gericht op het jeugdmodel MVS. 3.300 30%
UITVOERINGSPROGRAMMA SOCIAAL DOMEIN Doorloop herstelplan Verwerkt in begroting 2023 0 0%
GEBIEDSONTWIKKELING RIVIERZONE Voor het gebied Rivierzone zijn al de nodige stappen gezet. Momenteel worden subsidie aanvragen gedaan voor deze omvangrijke gebiedsexploitatie. Eind 2022 wordt de gebiedsexploitatie voorgelegd aan  de raad. Bij de kadernota zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld, echter volgens de eerste berekeningen lijkt dit niet voldoende en zijn er afhankelijkheden met subsidies. Vooralsnog opgenomen als risico. 17.400 40%

Kengetallen weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Kengetallen weerstandsvermogen

De voorgeschreven set van kengetallen geeft in samenhang een goed inzicht in de financiële positie van een gemeente.
Als gevolg van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeente (BBV) worden kengetallen opgenomen voor:

  • De netto schuldquote
  • De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
  • De solvabiliteitsratio
  • De structurele exploitatieruimte
  • De grondexploitatie
  • De belastingcapaciteit

Bij ministeriële regeling zijn regels vastgesteld over de wijze waarop de kengetallen moeten worden vastgesteld en op welke wijze deze in de begroting worden opgenomen. In onderstaande tabel worden de kengetallen weergegeven, waarna elk kengetal nader wordt toegelicht.

 

 

Kengetallen Rek Begr Begr Begr Begr Begr
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Netto schuld-quote (excl erfpacht) 75,5% 87,2% 66,6% 79,0% 81,8% 89,3%
Netto schuld-quote gecorrigeerd voor verstrekte leningen (excl erfpacht) 74,7% 86,4% 66,2% 78,7% 81,6% 89,1%
Netto schuld-quote (incl erfpacht) 75,5% 97,7% 75,7% 87,6% 90,3% 97,8%
Netto schuld-quote gecorrigeerd voor verstrekte leningen (incl erfpacht) 74,7% 96,9% 75,3% 87,3% 90,0% 97,6%
Solvabiliteitsratio 16,1% 11,6% 17,1% 14,9% 14,1% 12,5%
Grondexploitatie 6,1% 5,8% 8,1% 6,6% 3,9% 2,8%
Structurele exploitatieruimte 4,3% 0,1% 1,0% 1,4% 2,2% -2,2%
Gemeentelijke belastingcapaciteit 103,0% 106,3% 100,3% 101,3% 101,3% 101,3%

In onderstaand tabel worden de VNG-normen behorende bij de kengetallen weergegeven.

Kengetallen VNG Normen Minst risicovol Neutraal Meest risicovol
Netto schuld-quote < 90% tussen 90% en 130% > 130%
Netto schuld-quote gecorrigeerd voor verstrekte leningen < 90% tussen 90% en 130% > 130%
Solvabiliteitsratio > 50% tussen 20% en 50% < 20%
Grondexploitatie < 20% tussen 20% en 35% > 35%
Structurele exploitatieruimte > 0% 0% < 0%
Gemeentelijke belastingcapaciteit < 95% tussen 95% en 105% > 105%

Netto schuldquote

Terug naar navigatie - Netto schuldquote

De netto schuldquote beoordeelt de schuld als aandeel van de inkomsten. Eenvoudig gezegd betekent een netto-schuldquote van 100% dat de schuldenlast de omvang heeft van een jaaromzet.
Een grote portefeuille uitgeleende gelden aan derden en aan verbonden partijen kan het beeld nuanceren. Daarom is ook een kengetal opgenomen waarin de netto schuldquote gecorrigeerd wordt voor verstrekte leningen. De indicator vertoont ratio’s onder de 100%, maar kent een stijgend verloop richting 2026. De netto schuldquote loopt vooral op vanwege de stijging van de omvang van de leningenportefeuille.
Een netto schuldquote van tussen de 90% en 130% wordt als neutraal beschouwd.

 

Netto schuldquote & quote minus verstrekte leningen Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024 2025 2026
A1. Vaste schulden (leningen o/g) 250.921 220.000 216.467 247.851 254.235 255.619
A2. Vaste schulden (afkoopsommen erfpacht) 0 29.917 28.533 27.149 25.765 24.381
B. Netto vlottende schulden 9.103 7.500 7.500 7.500 7.500 7.500
C. Overlopende passiva 29.490 75.954 35.917 40.241 33.756 39.194
D. Financiële vaste activa (> 1 jaar):
D1. - uitzettingen 5.472 5.906 5.800 5.800 5.800 5.800
D2. - verstrekte leningen en uitzettingen 7.677 8.163 7.110 6.824 6.536 6.276
E. Uitzettingen < 1 jaar 47.444 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000
F. Liquide middelen 127 500 500 500 500 500
G. Overlopende activa 13.114 38.789 34.500 29.500 29.500 29.500
Netto schuld 223.357 278.176 237.617 276.941 275.456 280.894
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen 221.152 275.919 236.307 275.917 274.720 280.418
H. Baten, excl. onttrekkingen reserves 295.928 284.841 313.799 316.140 305.175 287.283
Vaste schuld exclusief afgekochte erfpachten
Netto schuldquote = (A+B+C-D1-E-F-G)/H x 100% 75,5% 87,2% 66,6% 79,0% 81,8% 89,3%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen = (A+B+C-D2-E-F-G)/H x 100% 74,7% 86,4% 66,2% 78,7% 81,6% 89,1%
Vaste schuld inclusief afgekochte erfpachten
Netto schuldquote = (A+B+C-D1-E-F-G)/H x 100% 75,5% 97,7% 75,7% 87,6% 90,3% 97,8%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen = (A+B+C-D2-E-F-G)/H x 100% 74,7% 96,9% 75,3% 87,3% 90,0% 97,6%

Solvabiliteitsratio

Terug naar navigatie - Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio wordt berekend als verhouding tussen de verschillende vermogenscomponenten. Het gaat erom inzicht te krijgen in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het kengetal geeft weer in hoeverre de in de activa geïnvesteerde vermogen door het eigen vermogen kan worden gefinancierd. Wanneer de helft of meer van het totaal vermogen uit eigen vermogen bestaat, dan is een gemeente voldoende solvabel. Is het kengetal voor solvabiliteit kleiner dan 30%, dan is er veel vreemd vermogen aanwezig en wordt dat als onvoldoende beoordeeld. Versterking van het eigen vermogen, lees de algemene reserve, is al enkele jaren ons streven mede vanwege de ons gestelde norm voor voldoende weerstandscapaciteit.

Solvabiliteitsratio Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024 2025 2026
A. Eigen vermogen 60.193 41.582 63.166 59.849 56.149 49.358
B. Totaal activa (totaal vermogen) 373.877 359.207 369.542 401.299 396.895 396.379
Solvabiliteitsratio = A/B x 100% 16,1% 11,6% 17,1% 14,9% 14,1% 12,5%

De indicator is naar verwachting 12,5 % in 2026. In het coalitieakkoord 'Groei en bloei voor Vlaardingen' is afgesproken om als ondergrens een solvabiliteitspercentage te hanteren van 20%, zonder daarbij de daaraan verbonden risico’s uit het oog te verliezen. Deze ondergrens van 20% wordt dus nog niet gehaald.
De dalende trend bij de solvabiliteitsratio wordt veroorzaakt door enerzijds de afname van de algemene- en bestemmingsreserves en anderzijds (voornamelijk) de omvang van het investeringsvolume in het Meerjareninvesteringsplan 2023 – 2026 waardoor deze begrotingsperiode extra externe middelen (vreemd vermogen) moet worden aangetrokken. 

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Het financiële kengetal ‘grondexploitatie’ geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Wanneer een gemeente grond tegen de veel lagere prijs van landbouwgrond heeft aangekocht, loopt ze veel minder risico dan wanneer er dure grond is aangekocht en de vraag naar woningen is gestagneerd.

Een norm bepalen voor het kengetal grondexploitatie is lastig. De boekwaarde van de gronden in bezit zegt namelijk nog niets over de relatie tussen de vraag en aanbod van woningbouw dan wel m2-bedrijventerrein. Daarnaast is het van wezenlijk belang wat de te verwachte vraag zal zijn. De paragraaf Grondbeleid en het Meerjarenprogramma Grondzaken (MPG) bieden hierin meer inzicht.

De boekwaarde van de gronden geeft wel weer in welke mate er middelen zijn aangewend in de grondexploitatie. Dit geld dient namelijk ook nog terugverdiend te worden.

Grondexploitatie Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024 2025 2026
Boekwaarden niegg's:
A. Boekwaarde grondexploitaties 18.153 16.636 25.540 20.577 12.026 8.007
B. Baten, excl. onttrekkingen reserves 295.928 284.841 313.427 313.799 305.175 287.283
Grondexploitatie = A / B x 100% 6,1% 5,8% 8,1% 6,6% 3,9% 2,8%

Hoe kleiner het aandeel van de grondpositie is ten opzichte van de totale geraamde baten, hoe kleiner het risico is op het onvermogen om verliezen te kunnen opvangen. Een percentage kleiner dan 20 wordt als gunstig beschouwd. De ratio geeft een afname weer die het gevolg is van voltooiing van grondexploitaties.

Structurele exploitatieruimte

Terug naar navigatie - Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt ook het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten.

Het BBV bepaalt dat een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma wordt opgenomen. Met behulp van deze gegevens en de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves, waarvan op grond van het BBV eveneens een overzicht moet worden opgenomen, wordt de structurele exploitatieruimte bepaald. Uit onderstaande tabel blijkt voor 2026 een negatieve uitkomst, hetgeen betekent dat er geen ruimte is om een stijging van structurele lasten te kunnen opvangen.

Structurele exploitatieruimte Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024 2025 2026
A. Structurele lasten 274.881 282.656 309.270 309.883 298.510 293.674
B. Structurele baten 287.368 284.026 312.534 314.443 305.175 287.283
C. Structurele toevoegingen aan reserves 24 1.229 0 0 0 0
D. Structurele onttrekkingen aan reserves 0 245 0 0 0 0
E. Baten, exclusief onttrekkingen reserves 295.928 284.841 313.799 316.139 305.175 287.283
Structurele exploitatie ruimte in % = (((B-A)+(D-C))/(E) x 100% 4,3% 0,1% 1,0% 1,4% 2,2% -2,2%

Belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van het kengetal belastingcapaciteit luidt: woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t ten opzichte van het landelijk gemiddelde in jaar t-1 uitgedrukt in een percentage.

Gemeentelijke belastingcapaciteit Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
Bedragen x € 1 2021 2022 2023 2024 2025 2026
A. OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 308 288 301 315 319 324
B. Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 159 161 161 164 166 169
C. Afvalstoffenheffing voor een gezin 370 356 378 383 389 395
D. Eventuele heffingskorting voor een gezin 0 0 0 0 0 0
E. Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 837 805 840 862 874 888
F. Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 813 757 838 850 863 876
Gemeentelijke belastingcapaciteit in % = (E/F) x 100% 103,0% 106,3% 100,3% 101,3% 101,3% 101,3%

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf gaat over de voortgang van het geplande onderhoud aan o.a. openbaar groen, water, wegen en kunstwerken, verlichting, speeltoestellen, riolering, gebouwen.

In deze paragraaf geven we aan hoe we kapitaalgoederen in gemeentelijk eigendom beheren. In de Financiële verordening is onder andere opgenomen hoe en wanneer de gemeente haar kapitaalgoederen afschrijft. Per onderdeel gaan we nader in op de specifieke beleidskaders, beheerplannen en financiën.

De gemeente Vlaardingen heeft ruim 7 km² openbare ruimte in beheer. In die ruimte bevindt zich een groot aantal kapitaalgoederen. Deze goederen moeten onderhouden worden. Dit is een taak die continu budgettaire middelen vergt.

In onderstaande tabel worden de kerncijfers voor wegen, riolering, water en groen weergegeven. Deze data zijn afkomstig uit de gemeentelijke beheersystemen. Het muteren van gegevens vindt plaats na afronding van werkzaamheden. Hierdoor lopen de gepresenteerde kerncijfers enigszins achter op de werkelijke situatie.

Omschrijving Kerncijfers Percentage
Aantal kilometers wegrijbanen* 198 kilometer 100%
waarvan binnen de bebouwde kom 186 kilometer 94%
waarvan buiten de bebouwde kom 12 kilometer 6%
Oppervlakte wegennet rijbanen 1.401.885 m² 100%
waarvan klinkers 974.865 m² 70%
waarvan asfalt 427.020 m² 30%
Aantal kilometers fietspad* 76 kilometer 100%
waarvan binnen de bebouwde kom 66 kilometer 87%
waarvan buiten de bebouwde kom 10 kilometer 13%
Oppervlakte fietspaden 220.440 m² 100%
waarvan klinkers 108.145 m² 49%
waarvan asfalt 112.295 m² 51%
Oppervlakte overig 1.485.525 m² 100%
waarvan klinkers 1.421.247 m² 95%
waarvan asfalt 64.278 m² 5%
Totaal verharding openbare ruimte 3.107.850 m² 100%
waarvan klinkers 2.504.257 m² 80%
waarvan asfalt 603.593 m² 20%
Aantal rioolaansluiting 36.294 stuks (heffingseenheden)
Aantal trottoir- en straatkolken ± 25.000 stuks
Aantal gemalen, pompputten en drainagepompen 66 stuks
Aantal minigemalen drukriolering 57 stuks
Lengte vrijverval riolering ± 276 kilometer
Lengte persleiding en drukriolering ± 36,5 kilometer
Aantal bruggen 130 stuks
Aantal lichtmasten 13.312 stuks
Aantal armaturen 14.114 stuks
Aantal lampen 14.576 stuks
Aantal duikers
Lengte watergangen 8 kilometer HHD, 2,4km gemeente
Oppervlakte beplantingen 731.123 m²
Oppervlakte gazon 989.270 m²
Oppervlakte ecologisch gras 1.527.131 m²
Oppervlakte water singels 561.305 m²
Lengte sloten 92.385 m²
Aantal bomen 28.615 stuks
* totaal wegennet (rijbaan/fietspad) 274 kilometer, waarvan 92% binnen de bebouwde kom en 8% buiten de bebouwde kom

In onderstaande tabel worden de kerncijfers voor gebouwen weergegeven.

Functie/doel Aantal
Maatschappelijk
- Dienstgebouw 13
- Wijkcentrum 3
- Overig 10
- Kerktoren 4
- Multifunctioneel 3
- Kinderopvang 2
- Zaalsport 7
- Onderwijs 37
- Veldsport 10
Economisch
- strategisch 2
- overig 30
- rioolgemaal 6
Totaal 127

Beheerplannen en planning

Terug naar navigatie - Beheerplannen en planning

In het  Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt gesteld dat voor tenminste de kapitaalgoederen wegen, riolering, water, groen en gebouwen het volgende wordt aangegeven:

  • Het beleidskader
  • De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties
  • De vertaling van de financiële consequenties in de begroting.

Onderstaand volgt een overzicht van de geldende beheerplannen, waarna per beheerplan een nadere toelichting is opgenomen.

Van ieder substantieel kapitaalgoed wordt vervolgens het beleidskader aangegeven, gekoppeld aan het geldende beheerplan. Daarna volgt een verantwoording over de uitvoering in het afgelopen jaar. Op basis van de beheerplannen en actuele ontwikkelingen stelt de gemeente jaarlijks in november een integraal plan op voor het onderhoud van alle kapitaalgoederen.

Beheerplannen Door de raad vastgesteld d.d. Looptijd t/m Programma
Wegen 17 juni 2021 n.v.t. 4. Verkeer en mobiliteit
Civieltechnische kunstwerken 17 juni 2021 n.v.t. 4. Verkeer en mobiliteit
Riolering en grondwater 31 januari 2019 n.v.t. 3. Groen en milieu
Waterbodems (Waterplan) 28 november 2013 n.v.t. 4. Verkeer en mobiliteit
Groenvoorzieningen April 2012 n.v.t. 3. Groen en milieu
Kades en glooiingen 19 februari 2015 n.v.t. 6. Onderwijs, economie en havens
Havens Zie kades en glooiingen n.v.t. 6. Onderwijs, economie en havens
Oppervlaktewater (Waterplan) 28 november 2013 n.v.t. 3. Groen en milieu
Ondergrondse containers - n.v.t. 3. Groen en milieu
Speeltoestellen 2013 n.v.t. 9. Sport en recreatie
Openbare verlichting 18 september 2014 n.v.t. 4. Verkeer en mobiliteit
Verkeersregelinstallaties (Nota verkeerslichten) Ter kennisname raad 18 december 2012 n.v.t. 4. Verkeer en mobiliteit
Gebouwen 8 maart 2014 B&W n.v.t. 1. Bestuur, participatie en dienstverlening
Nota grondbeleid 7 april 2011 Raad n.v.t. 5. Wonen
Nota Vastgoed Niet voorgelegd aan Raad n.v.t. 1. Bestuur, participatie en dienstverlening

Wegen en civieltechnische kunstwerken (CTK)

Terug naar navigatie - Wegen en civieltechnische kunstwerken (CTK)

Beleids- en beheerkaders
Tot de beleidskaders behoren het Beheerplan Wegen en het Beheerplan Civieltechnische kunstwerken, beiden vastgesteld in 2021. Bepalend voor de wijze en het niveau waarop het wegenbeheer en het beheer civieltechnische kunstwerken worden uitgevoerd, zijn de kaders uit de beleids- en beheerplannen Wegen en Civieltechnische kunstwerken. De actuele areaal- en inspectiegegevens en technische levensduur zijn leidend.

Wegen
Het onderhoudsniveau is B (basis). De wegen worden 1x per 2 jaar geïnspecteerd. Op basis hiervan wordt het onderhoud en het moment van vervanging bepaald. Acute maatregelen worden per direct opgepakt om de veiligheid in de openbare ruimte te waarborgen. De gemeente werkt de planopgave voor groot onderhoud en vervanging doorlopend bij met voortschrijdend inzicht op basis van inspecties en meldingen. Periodiek stemt de wegbeheerder de planning af met andere beheerdisciplines, zoals riolering en groen, en met ruimtelijke ontwikkelingen, zoals herontwikkeling, verkeerskundige aanpassingen, klimaatadaptatie (wateroverlast en hittestress) en energietransitie. Vervangingen van de verhardingsconstructies worden als krediet geactiveerd vanuit het investeringsprogramma.

Civieltechnische kunstwerken
Het onderhoudsniveau voor civieltechnische kunstwerken (CTK) is ’basis'. Uitgangspunt hierbij is dat technisch adequaat onderhoud plaatsvindt, waarbij het kapitaalgoed duurzaam in stand gehouden wordt. Voor de civieltechnische kunstwerken geldt dat het basis instandhoudingsniveau (heel, veilig en toegankelijk) wordt gegarandeerd. De civieltechnische kunstwerken worden 1x per 5 jaar gedetailleerd geïnspecteerd. Werktuigbouwkundige en elektrische installaties worden jaarlijks geïnspecteerd.

Financiën
De financiële consequenties van de beleids- en beheerplannen met de daarbij behorende kwaliteitskeuze zijn in deze begroting verwerkt in het programma Verkeer en Mobiliteit. Conform de beleids- en beheerplannen heeft een financiële vertaalslag plaats gevonden.

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud wegen 846.105 700.159 727.227 737.646 748.711 759.941 Verkeer en mobiliteit
Klein onderhoud CTK 212.749 227.999 231.328 158.727 162.263 165.852 Verkeer en mobiliteit
Groot onderhoud wegen 1.550.034 1.519.400 1.641.485 1.663.569 1.687.022 1.712.328 Verkeer en mobiliteit
Groot onderhoud CTK 77.000 77.000 77.000 77.000 77.000 77.000 Verkeer en mobiliteit
Overig onderhoud 428.504 500.485 887.798 902.102 918.645 932.425 Verkeer en mobiliteit
Mutatie voorziening/reserve n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Kapitaallasten CTK 168.339 170.150 167.690 251.755 249.673 247.591 Verkeer en mobiliteit
Totaal 3.282.731 3.195.193 3.732.528 3.790.799 3.843.314 3.895.136
Overig onderhoud heeft o.a. betrekking op onderhoud installatie, onderhoud markeringen, afval gerelateerde zaken, aanschaf materialen, magazijnuitgiftes etc. Cijfers zijn exclusief inzet ambtelijke uren.

Riolering en grondwater

Terug naar navigatie - Riolering en grondwater

Beleids- en beheerkaders
Als beleidskader voor het rioolbeheer geldt het op grond van de Wet milieubeheer verplichte verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (Waterplan, deel 1a). In het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2019 beschrijven wij hoe wij invulling geven aan onze zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater, inzameling en verwerking van overtollig regenwater en het voorkomen van structurele grondwateroverlast.

Het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan vertaalt de gemeentelijke ambities voor de rioleringszorg naar concrete doelen, een adequate strategie en benodigde activiteiten. Het dient als leidraad bij het waterrobuust maken van de stad. Nieuwbouwprojecten, herstructureringen en vervangingsopgaven van de riolering grijpen wij aan om vasthoudmaatregelen of extra bergingscapaciteit te realiseren en waar mogelijk verhard oppervlak af te koppelen.

Financiën
De exploitatiekosten van het rioolstelsel worden gedekt uit de opbrengst rioolheffing. Deze lasten en opbrengsten zijn verantwoord in het programma Groen en Milieu. Alle kosten aan het rioolstelsel en de aan de grondwaterzorgplicht gerelateerde activa mogen via de rioolheffing worden doorberekend. De exploitatie van het rioolstelsel is binnen de begroting budgettair neutraal. Eventuele saldi die na afsluiting van een boekjaar ontstaan worden via de spaarvoorziening riolering verrekend. 

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud 704.040 935.470 950.046 964.621 979.091 993.777 Groen en milieu
Groot onderhoud IP IP IP IP IP IP Groen en milieu
Overig onderhoud 179.106 618.168 415.659 421.614 427.938 434.357 Groen en milieu
Mutatie voorziening/reserve 3.226.912 2.717.855 2.786.298 2.922.370 3.079.067 3.254.772 Groen en milieu
Kapitaallasten 757.150 1.041.656 748.977 837.708 912.148 949.782 Groen en milieu
Totaal 4.867.208 5.313.149 4.900.980 5.146.313 5.398.244 5.632.688
Overig onderhoud heeft o.a. betrekking op energiekosten en betaalde belastingen. Het groot onderhoud en vervanging van riolering bij integrale ophogingsprojecten wordt gefinancierd vanmuit het IP. Cijfers zijn exclusief ambtelijke uren.

Waterbodems

Terug naar navigatie - Waterbodems

Beleids- en beheerkaders
De beleidskaders zijn opgenomen in het Waterplan. Diverse wetten zijn kaderstellend en geven verplichtingen voor de waterbeheerder. Het onderhoud van de waterbodems bestaat uit baggeren, dat door het Hoogheemraadschap van Delfland (HHvD) wordt uitgevoerd op basis van een planning die uitgaat van een achtjarige cyclus. Het HHvD is de waterbeheerder voor de hoofdwatergangen. 

Financiën
De hoofdwatergangen zijn in beheer bij het Hoogheemraadschap van Delfland en de overige watergangen zijn in beheer bij de gemeente. Voor het uitvoeren van dagelijks en groot onderhoud aan watergangen die de gemeente beheert, zijn in deze begroting in het programma Groen en Milieu de benodigde financiële middelen voorzien.

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud 18.861 19.864 20.153 20.441 20.748 21.059 Verkeer en mobiliteit
Groot onderhoud 141.410 147.242 149.382 151.522 153.795 156.102 Verkeer en mobiliteit
Overig onderhoud 3.165 18.932 19.207 19.482 19.775 20.071 Verkeer en mobiliteit
Mutatie voorziening/reserve n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Kapitaallasten 38.304 6.602 2.748 2.724 2.699 2.674 Verkeer en mobiliteit
Totaal 201.740 192.640 191.490 194.169 197.016 199.906
Overig onderhoud heeft o.a. betrekking op energiekosten en betaalde belastingen. Cijfers zijn exclusief ambtelijke uren.

Groenvoorzieningen

Terug naar navigatie - Groenvoorzieningen

Beleids- en beheerkaders
De beleid- en beheerkaders voor het openbaar groen zijn vastgelegd in het Groenplan Vlaardingen Blijvend Groen, de Bomenverordening Vlaardingen 2010 en bijbehorende beleidsregels. Duurzaamheid in inrichting en beheer zijn belangrijke aspecten van het beleid. Het onderhoudsniveau voor het groen is bepaald op niveau Sober. Voor het adequaat en efficiënt uitvoeren van technisch beheer wordt Boom Veiligheids Onderzoek (BVO) uitgevoerd in een driejarige cyclus. Ambities uit het Groenplan worden zoveel mogelijk gerealiseerd door aan te sluiten bij integrale projecten.

De Bomenverordening Vlaardingen 2010 is geactualiseerd en in combinatie met de Bebouwde komgrens in het kader van de Wet natuurbescherming door het college aan de raad aangeboden. Het is niet mogelijk om zonder een vastgestelde (geactualiseerde) bebouwde komgrens (artikel 4.1 Wet natuurbescherming) regels te stellen in een bomenverordening voor het beschermen van houtopstanden in het gebied binnen de bebouwde komgrens Wnb. Via een doorlopen uniforme openbare voorbereidingsprocedure hebben belanghebbenden hun zienswijze kunnen geven. Vaststelling van beide, samenhangende stukken door de gemeenteraad is vertraagd en wordt alsnog in 2022 verwacht. 

Financiën
Voor het uitvoeren van groenonderhoud zijn in de begroting in het programma Groen en Milieu de benodigde financiële middelen voorzien. De ramingen zijn gebaseerd op regulier (jaarlijks terugkerend) onderhoud.

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud 65.078 66.201 50.802 51.100 51.416 51.738 Groen en milieu
Groot onderhoud 2.232.561 2.558.281 3.083.048 3.126.886 3.154.396 3.202.163 Groen en milieu
Overig onderhoud 225.195 197.749 227.900 230.883 233.728 237.234 Groen en milieu
Mutatie voorziening/reserve 23.425 24.175 24.526 24.877 24.877 24.877 Groen en milieu
Kapitaallasten 124.138 58.715 78.760 63.887 58.033 66.932 Groen en milieu
Totaal 2.670.397 2.905.120 3.465.035 3.497.633 3.522.451 3.582.943
Overig onderhoud heeft o.a. betrekking op verwerkingskosten groenafval, betaalde belastingen, huisvestingskosten, kantoorartikelen, aanschaf materiaal. Cijfers zijn exclusief inzet ambtelijke uren.

Kades en glooiingen

Terug naar navigatie - Kades en glooiingen

Beleids- en beheerkaders
De veiligheid en functionaliteit van de kades en glooiingen zijn van groot belang voor de continuïteit van de havenactiviteiten. Het Plan Kades en glooiingen (2015) is de basis voor het beheer van de gemeentelijke kades en glooiingen. Op basis van de opgenomen uitgangspunten worden veiligheid en functionaliteit gewaarborgd. De nadruk in het plan ligt met name bij de technische kwaliteit en functionaliteit en minder op de belevingswaarde. Voorafgaand aan het uitvoeringsjaar laten wij een kwaliteitsonderzoek uitvoeren om de definitieve maatregelen op jaarbasis goed in beeld te krijgen. Herstructureringen en vervangingsopgaven van de openbare ruimte  in de nabijheid van kades en glooiingen grijpen wij aan om meekoppelkansen te realiseren.

Financiën
De uitgaven voor kleinschalig en dagelijks onderhoud zijn conform het beheerplan opgenomen in de begroting bij de producten Zeehavens en Binnenhavens binnen het programma Economie en Haven. Groot onderhoud wordt gefinancierd vanuit het Investeringsplan.

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud kades en glooiingen 141.918 146.459 148.588 150.717 152.978 155.272 Onderwijs, economie en haven
Klein onderhoud havens 163.412 210.963 214.049 217.146 218.057 221.328 Onderwijs, economie en haven
Groot onderhoud kades en glooiingen 0 0 0 0 0 0 Onderwijs, economie en haven
Groot onderhoud havens 60.840 62.787 63.700 64.612 65.581 66.565 Onderwijs, economie en haven
Overig onderhoud kades en glooiingen 0 0 0 0 0 0 Onderwijs, economie en haven
Overig onderhoud havens 55.633 43.769 44.405 45.042 45.717 46.403 Onderwijs, economie en haven
Mutatie voorziening / reserve K&G n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Kapitaallasten K&G 747.079 679.176 546.349 557.033 548.673 544.273 Onderwijs, economie en haven
Totaal 1.168.882 1.143.154 1.017.091 1.034.549 1.031.006 1.033.841
Overig onderhoud heeft o.a. betrekking op schadeuitkeringen en acualiseren plan kades en glooiingen. Cijfers zijn exclusief inzet ambtelijke uren.

Oppervlaktewater

Terug naar navigatie - Oppervlaktewater

Beleids- en beheerkaders
Op grond van de Waterwet dragen de gemeente en het Hoogheemraadschap van Delfland samen zorg voor een doelmatig en samenhangend waterbeheer.

Financiën
De financiële consequenties van het gemeentelijke waterbeleid zijn in het Uitvoeringsprogramma (Waterplan, deel 7) vastgelegd. Vanwege het samenwerkingsverband met het Hoogheemraadschap van Delfland geldt hierbij voor een aantal onderdelen een gedeelde financiering. Om de waterkwaliteit en -kwantiteit van het oppervlaktewatersysteem te verbeteren streeft de gemeente naar scheiding van afvalwater (riolering) en hemelwater, het vinden van meer ruimte voor waterberging en het ontwikkelen van natuurvriendelijke oevers. Verder treft de gemeente maatregelen in de rioleringssfeer. Door de riolering te ontlasten neemt het aantal overstortgebeurtenissen verder af en daarmee de vuilemissie op het oppervlaktewater. Met de beschikbare middelen die in de begroting in het programma Groen en Milieu zijn opgenomen kunnen de onderhoudskosten worden gedekt.

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud 230.682 234.928 238.342 241.757 245.383 249.064 Groen en milieu
Groot onderhoud n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Groen en milieu
Overig onderhoud n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Mutatie voorziening/reserve n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Kapitaallasten n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Totaal 230.682 234.928 238.342 241.757 245.383 249.064
Het groot onderhoud wordt door de gemeente voor rekening van Midden-Delfland gedaan. Cijfers zijn exclusief inzet ambtelijke uren.

Ondergrondse containers

Terug naar navigatie - Ondergrondse containers

Beleids- en beheerkaders
De gemeente wil met ondergrondse containers het straatbeeld verbeteren en meer service aan bewoners leveren. In totaal zijn er 1125 ondergrondse restafvalcontainers in heel Vlaardingen. Het grootschalig onderhoud is opgenomen in de begroting van het product Afval van het programma Groen en Milieu.

Financiën
De kosten van nieuw te plaatsen ondergrondse containers worden gedekt uit de beschikbaar gestelde investeringskredieten. Dit staat verantwoord in het programma Groen en Milieu. Alle aan de afvalverwijdering en –verwerking gerelateerde kosten mogen via de afvalstoffenheffing worden doorberekend. Daarom is de exploitatie van de afvalverwijdering en –verwerking binnen de begroting budgettair neutraal. Saldi die na afsluiting van een boekjaar ontstaan worden via de egalisatievoorziening Afvalverwijdering verrekend. 

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud 433.029 433.028 461.655 461.655 461.655 461.655 Groen en milieu
Groot onderhoud IP IP IP IP IP IP IP Groen en milieu
Groot onderhoud 149.531 249.274 150.000 152.250 154.534 156.852 Groen en milieu
Overig onderhoud 0 0 0 0 0 0 Groen en milieu
Mutatie voorziening/reserve -42.025 0 -42.222 0 0 0 Groen en milieu
Kapitaallasten Irado 789.244 789.244 841.421 789.244 789.244 789.244 Groen en milieu
Kapitaallasten gemeente 557.840 700.813 673.364 667.032 660.698 654.365 Groen en milieu
Totaal 1.887.619 2.172.358 2.084.218 2.070.181 2.066.131 2.062.116
Het groot onderhoud heeft betrekking op het plaatsen van de ondergrondse containers. Cijfers zijn exclusief inzet ambtelijke uren.

Speeltoestellen

Terug naar navigatie - Speeltoestellen

Beleids- en beheerkaders
De gemeente Vlaardingen streeft naar veilige en uitdagende speelplekken en speelvoorzieningen, waarmee de leefbaarheid van buurten en wijken worden verbeterd. Een goed en veilig ingerichte openbare ruimte is een onderdeel van een prettige leefomgeving. Hiertoe behoren ook de speelplaatsen. De gemeente stelt kwaliteit boven kwantiteit. Gestreefd wordt naar voldoende speelplaatsen die zo goed mogelijk over de stad verdeeld zijn, aansluiten bij de wensen en behoeften van de gebruikers en technisch goed worden onderhouden. Tot het beleidskader behoort het Speelruimteplan. De speelvoorzieningen worden ieder jaar geïnspecteerd op veiligheid en de staat van onderhoud.

Financiën
Voor de speelvoorzieningen zijn in de begroting in het programma Sport en Recreatie financiële middelen opgenomen voor vervanging en het dagelijks beheer en onderhoud.

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud 81.577 85.045 89.042 90.318 91.673 93.048 Sport en recreatie
Groot onderhoud 270.535 303.305 317.560 322.110 326.942 331.846 Sport en recreatie
Overig onderhoud 2.839 207 217 220 223 226 Sport en recreatie
Mutatie voorziening/reserve n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Kapitaallasten gemeente 3.197 3.356 3.038 3.009 2.980 2.951 Sport en recreatie
Totaal 358.148 391.913 409.857 415.657 421.817 428.071
Overig onderhoud heeft onder andere betrekking op energiekosten. Cijfers zijn exclusief inzet ambtelijke uren.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleids- en beheerkaders
De openbare verlichting draagt bij aan de sociale veiligheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. De gemeente Vlaardingen blijft de openbare verlichting verder verduurzamen door bij einde levensduur de conventionele verlichting te vervangen door moderne ledverlichting. Tot het beleidskader behoort het Beleidsplan openbare verlichting 2014. De gemeente voert zelf de regie, beleidsmatig en operationeel, en laat zich daarbij ondersteunen door specialisten uit de markt. Het onderhoud en spoedreparaties zijn ondergebracht bij een marktpartij.

Financiën
Voor het uitvoeren van dagelijks en groot onderhoud aan de openbare verlichting zijn in de begroting in het programma Verkeer en Mobiliteit de benodigde financiële middelen opgenomen.

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Groot onderhoud 368.705 414.687 420.714 426.741 433.142 439.640 Verkeer en mobiliteit
Overig onderhoud 365.048 319.920 324.570 329.220 334.158 339.171 Verkeer en mobiliteit
Mutatie voorziening/reserve n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Kapitaallasten gemeente 196.557 280.177 240.932 263.886 283.583 303.426 Verkeer en mobiliteit
Totaal 930.310 1.014.784 986.216 1.019.848 1.050.884 1.082.236
Overig onderhoud heeft onder andere betrekking op energiekosten. Cijfers zijn exclusief inzet ambtelijke uren.

Verkeersregelinstallaties

Terug naar navigatie - Verkeersregelinstallaties

Beleids- en beheerkaders
De beleidskaders voor de verkeersregelinstallaties zijn vastgelegd in de Nota Verkeerslichten. In deze nota zijn uitgangspunten voor het niveau van beheer en onderhoud en vervanging van verkeersregelinstallaties opgenomen.  De gemeente voert zelf de regie, beleidsmatig en operationeel, en laat zich daarbij ondersteunen door specialisten uit de markt. Het onderhoud en spoedreparaties van de installaties zijn ondergebracht bij een marktpartij.

Financiën
Voor het uitvoeren van dagelijks en groot onderhoud aan de verkeersregelinstallaties zijn in de begroting in het programma Verkeer en Mobiliteit de benodigde financiële middelen opgenomen.

Omschrijving Rek 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024 Begr 2025 Begr 2026 Programma
Klein onderhoud n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Groot onderhoud 261.454 336.458 341.348 346.239 351.432 356.704 Verkeer en mobiliteit
Overig onderhoud 5.140 0 0 0 0 0 Verkeer en mobiliteit
Mutatie voorziening/reserve n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Kapitaallasten gemeente 244.503 342.088 260.427 202.590 222.910 243.370 Verkeer en mobiliteit
Totaal 511.097 678.546 601.776 548.828 574.343 600.074
Overig onderhoud heeft betrekking op energiekosten. Cijfers zijn exclusief inzet ambtelijke uren.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Beleids- en beheerkaders
Met ingang van 2021 werken we met een Beheerplan Gemeentelijke Gebouwen.  Grondlegger van het beheerplan zijn de MeerjarenOnderhoudsPlannen (MJOP) die cyclisch aangeeft welk onderhoud en voor welk budget onderhoud gepleegd dient te worden om de technische kwaliteit te waarborgen.  

Het opstellen van een MJOP is een momentopname, hierom is het van belang de plannen actueel te houden.  Dit doen we door het uitvoeren van conditiemetingen op de MJOP’s.  Naast actualiteit is doel van de conditiemeting om de MJOP volledig te krijgen (alle gebouwonderdelen benoemd en gebudgetteerd  

Verduurzamen gemeentelijke panden (routekaart) 
Het MJOP is gebaseerd op instandhouding en vervanging zonder extra duurzaamheidsmaatregelen. In het MJOP is rekening gehouden met het volgende uitgangspunt op gebied van duurzaamheid: gebouwen hebben een energielabel, bij vervanging wordt, indien financieel haalbaar, gekozen voor een duurzame variant. 

In de voorbereiding richting beheerperiode 2023-2026 werken wij aan het opstellen van een Routekaart Verduurzamen CO2 neutraal in 2050. De routekaart legt de basis vast hoe onderhoud gecombineerd wordt met de verduurzamingsopgave. De routekaart dient als input voor het Duurzaam Vastgoedbeheerplan, welke binnen de gemeente een beleidsdocument is en dient ter besluitvorming en verantwoording richting de gemeenteraad.

Vastgoedbeleid
Met het beheerplan en de Routekaart hebben we twee belangrijke bouwstenen voor het gemeentelijk vastgoedbeleid. Hiermee hebben wij een proces in gang gezet om te komen tot een professioneel en optimaal gemeentelijk vastgoedbeleid en vastgoedbeheer en vastgoedverhuur.  De nota Vastgoed is nog in voorbereiding maar beschrijft de richtlijnen van beheer van onze portefeuille.  De nota Vastgoed helpt om een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van onze mooie stad.  

Gemeentelijk vastgoed biedt de gemeente de mogelijkheid om in bepaalde gevallen maatschappelijke organisaties te huisvesten als deze op de vrije markt niet slagen in het vinden van huisvesting. Tevens is het nodig voor de eigen huisvesting van de gemeentelijke organisatie. Ook kan gemeentelijk vastgoed nodig zijn voor binnenstedelijke- of gebiedsontwikkelingen.

De vastgoedportefeuille is ingericht op basis van de volgende categorieën:

  • Dienstgebouwen
  • Maatschappelijk en Cultureel vastgoed
  • Onderwijsgebouwen en (veld)sportaccommodaties
  • Strategisch bezit
  • Overig (inclusief af te stoten objecten

Uitgangspunt bij beheer van onze vastgoedportefeuille is dat het bezitten en beheren van vastgoed geen kerntaak van de gemeente is, maar een instrument om beleidsdoelen te bereiken. De huidige gemeentelijke vastgoedportefeuille telt ca. 110 objecten (gebouwen, parkeren et cetera). De portefeuille heeft een totale verzekerde waarde van € 353 miljoen. Eén van de doelstellingen is reductie van het aantal m² bezit. Dit doen wij onder andere door verkoop van panden die niet bijdragen aan de (beleids-)doelstellingen van de gemeente.

Accommodatiebeleid
Naast de ontwikkeling van Vastgoedbeleid welke dus vooral geënt is beheer en onderhoud wordt in 2023 ook gewerkt aan het opstellen van accommodatiebeleid. Dit ondersteunt onze gemeente bij het zo doelmatig mogelijk huisvesten van uw activiteiten op het gebied van sport, cultuur, zorg, welzijn en onderwijs. De uitdaging is te komen tot een gemeente breed beleid inclusief afwegingskader op (het gebruik van) maatschappelijke accommodaties, met aandacht voor de verschillen tussen Onderwijs, Cultuur, Sport en Zorg & Ondersteuning/Sociaal Domein. 

Omschrijving Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Programma
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Klein en groot onderhoud 3.099.000 3.755.000 3.501.000 4.319.000 3.611.000 3.478.252 Bestuur, dienstverlening en participatie
Mutatie voorziening/reserve 705.000 -297.000 -119.000 -913.000 -166.000 -54.000 Bestuur, dienstverlening en participatie
Kapitaallasten gemeente 2.926.000 2.991.000 2.937.000 2.899.000 2.899.000 2.905.000 Bestuur, dienstverlening en participatie
Totaal 6.730.000 6.449.000 6.319.000 6.305.000 6.344.000 6.329.252

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De treasuryfunctie maakt deel uit van de bredere financiële functie. De treasuryfunctie houdt zich bezig met financiering, risico- en cashmanagement en de hiermee samenhangende baten en lasten. In onze gemeente worden de treasurytaken overwegend centraal uitgevoerd. De uitvoering vindt plaats binnen de kaders van het treasurystatuut. Dit verplichte document (artikel 212, Gemeentewet) is voor het laatst in september 2013 door de raad vastgesteld.

Uitgangspunt

Terug naar navigatie - Uitgangspunt

Het treasurystatuut stelt dat het treasurybeleid in onze gemeente defensief van karakter behoort te zijn. Dit betekent dat financiële risico’s, die betrekking hebben op de uitvoering van de treasuryfunctie, beperkt dienen te blijven. Deze risicohouding vloeit enerzijds voort uit het idee dat prioriteit gegeven moet worden aan een ongehinderde continue uitvoering van de publieke taak, anderzijds uit de gedachte dat met gemeenschapsgeld met de nodige voorzichtigheid dient omgegaan te worden.

Doelstellingen

Terug naar navigatie - Doelstellingen

In het statuut zijn de algemene doelstellingen van het treasurybeleid opgenomen. Deze luiden als volgt:

  • Het garanderen van een duurzame toegang tot de financiële markten en het beperken van de kosten die daarmee samenhangen.
  • Het beschermen van de gemeentelijke vermogenspositie middels het beheersen van de financiële risico’s.
  • Het optimaliseren van het extern renteresultaat.

In het vervolg van deze paragraaf worden de onderwerpen die bij deze doelstellingen horen, besproken. Allereerst wordt ingegaan op de wijze waarop Vlaardingen haar bezit financiert, daarna worden de risico’s die aan dit financieren verbonden zijn in beeld gebracht, vervolgens wordt stil gestaan bij het kredietrisico op uitzettingen (gelden bij derden) en komt ook het renteresultaat aan de orde.

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Sinds 2015 is de leenschuld dalende. Op dit moment wordt verwacht dat de leenschuld van onze gemeente aan het einde van 2022 op € 210 miljoen uitkomt.  De verwachting is dat er in 2022 voor € 10  miljoen nieuwe geldleningen worden aangetrokken. Dit is € 10 miljoen lager dan het af te lossen bedrag, de leenschuld zal dus met € 10 miljoen dalen. Verwacht wordt dat de leenschuld in 2023 gelijk blijft en in 2024 stijgt met € 30 miljoen  naar € 240 miljoen omdat er in dat jaar flinke investeringen gepland staan.  In 2025 en 2026 zal de leenschuld nog iets toenemen naar € 245 miljoen.

Het is beleid (zie onderdeel Renterisico) om jaarlijks € 20 miljoen op de vaste schuld af te lossen en voor zo ver noodzakelijk her te financieren.   Voor de in 2023 nieuw af te sluiten geldleningen betekent dit dat de looptijd minimaal 10 jaar is omdat het aflossingsschema van de vaste geldleningen in eerdere jaren geen ruimte biedt.

De vlottende schuld bestaat over het algemeen uit leningen met een looptijd van slechts enkele weken. Door voor een korte looptijd te kiezen is het eenvoudiger om in te spelen op het soms grillige verloop van de gemeentelijke geldstromen.

Opbouw leenschuld per 1 januari 2023 Bedrag (x € 1 miljoen)
Vaste component (langlopende leningen) 210
Vlottende schuld (kortlopende leningen) 0
Totaal 210

Renterisico

Terug naar navigatie - Renterisico

Financiering en renterisico zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het renterisico van de gemeente Vlaardingen maakt deel uit van het vastgesteld benodigd weerstandsvermogen. Telkens wanneer een geldlening moet worden afgelost en herfinanciering noodzakelijk is, bestaat immers het gevaar dat de begroting geconfronteerd wordt met hogere rentelasten: de nieuwe lening kan door ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt duurder uitvallen dan de oude. Renterisico is niet uit te sluiten, maar kan wel worden gespreid om het risico per begrotingsjaar te beperken.

De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) stelt grenzen aan de mate waarin een gemeente zich bloot kan stellen aan renterisico. Ter beperking van dit risico is zowel voor de vaste schuld (langlopende leningen) als voor de vlottende schuld (kortlopende leningen) een wettelijk maximum vastgesteld. Het te lang niet voldoen aan deze limitering kan voor de Provincie, als toezichthouder van de gemeente, aanleiding zijn om maatregelen te nemen. In laatste instantie behoort preventief toezicht op het afsluiten van geldleningen tot de mogelijkheden.

Renterisiconorm Vaste Schuld

Terug naar navigatie - Renterisiconorm Vaste Schuld

De renterisiconorm heeft betrekking op de vaste schuld van de gemeente. Vaste schuld ontstaat wanneer geldleningen worden afgesloten met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. De renterisiconorm moet gemeenten en andere decentrale overheden aanzetten tot spreiding van dit specifieke risico over toekomstige begrotingsjaren.

De totale schuld in verband met het afsluiten van langlopende geldleningen bedraagt begin 2023 € 210 miljoen. Wij hechten eraan om de omvang van onze schulden beheersbaar te houden. Aan schulden zijn immers rentelasten en renterisico’s verbonden. In ons huidige financiële beleid streven wij naar een schuldquote (omvang schulden gerelateerd aan de omvang van onze begroting) van maximaal 100%. Onze schuldquote zit op dit moment onder deze norm. In het coalitieakkoord is afgesproken dat wij deze norm de komende jaren iets moeten verhogen tot een plafond van maximaal 110% om de noodzakelijke investeringen in onze stad mogelijk te maken, uiteraard zonder de omvang van de schulden en het renterisico daarbij uit de hand te laten lopen.

Door bij het afsluiten van nieuwe geldleningen voor verschillende looptijden te kiezen wordt het renterisico gespreid. Het treasurybeleid is erop gericht om jaarlijks € 20 miljoen op de vaste schuld her te financieren. Het jaarlijks bedrag waarover de gemeente renterisico loopt blijft hierdoor tot dit bedrag beperkt. Alleen in het jaar 2020 is er € 55 miljoen afgelost. Over de periode 2023 tot en met 2026 bedraagt het totale risicobedrag € 80 miljoen (zie onderstaande overzicht).

Toekomstig beeld renterisico (x € 1 miljoen) 2023 2024 2025 2026
Aflossingen 20 20 20 20
Renteherzieningen 0 0 0 0
Renterisico 20 20 20 20

Om de mogelijke impact van renterisico (vaste schuld) voor de komende vier jaar te kunnen bepalen zijn verschillende rentescenario’s mogelijk. Voor de eenvoud hebben wij gekozen voor een gemiddelde stijging van de toekomstige marktrente met 1%. Als deze stijging zich daadwerkelijk voordoet de komende jaren, dan stijgen de rentelasten met ingang van 2026 met € 800.000 (1% van € 80 miljoen).

Uiteraard zijn ook andere rentescenario’s mogelijk. Welk scenario het meest waarschijnlijke is, is op voorhand niet te zeggen. De financiële markt is onvoorspelbaar, omdat zij van vele factoren afhankelijk is.

Gemeenten zijn niet vrij in het bepalen van de omvang van de jaarlijks te betalen aflossingen. De renterisiconorm geeft aan welk bedrag maximaal per begrotingsjaar kan worden afgelost en kan worden her gefinancierd.

Met een jaarlijks aflossingsbedrag van circa € 20 miljoen blijft onze gemeente de komende jaren ruimschoots binnen de in de Wet Fido opgenomen norm.

Berekening renterisiconorm 2023
A. Begrotingstotaal (lasten, x € 1 miljoen) 315
B. Percentage (gemeenten) 20%
Renterisiconorm (A*B) 63

Renterisico Vlottende Schuld

Terug naar navigatie - Renterisico Vlottende Schuld

Vlottende schuld ontstaat wanneer geldleningen worden afgesloten met een rentetypische looptijd die korter is dan 1 jaar. In Vlaardingen gaat het veelal om leningen met een looptijd van 4 weken tot 3 maanden. Jarenlang was de rente voor kortlopende geldleningen negatief. In 2022 is hier verandering in gekomen en moet er weer rente betaald worden voor deze leningen. 

Het financieren door middel van kortlopende geldleningen kent twee voordelen:

  1. Snel kunnen inspelen op schommelingen in de financieringsbehoefte
  2. Het is bij de huidige rentestructuur een relatief goedkope financieringsvorm).

Het treasurybeleid is erop gericht om zoveel mogelijk van deze voordelen te profiteren. De keerzijde van de medaille is echter de korte rentevastheid (renterisico) van kortlopende leningen. Om te voorkomen dat decentrale overheden zich teveel laten leiden door de voordelen van deze financieringsbron is door de wetgever de kasgeldlimiet ingesteld. Deze kasgeldlimiet stelt een maximum aan de omvang van de vlottende schuld.

Berekening kasgeldlimiet 2023
A. Begrotingstotaal (lasten, x € 1 miljoen) 315
B. Percentage (gemeenten) 8,5%
Kasgeldlimiet (A*B) 27

Door tijdig en in voldoende mate langlopende leningen af te sluiten, voorkomen we dat de kasgeldlimiet te lang, dat wil zeggen meer dan twee achtereenvolgende kwartalen, wordt overschreden.

De rente op de geldmarkt is op dit moment al flink gestegen ten opzichte van eerdere jaren. Uitgaande van een gemiddeld bedrag aan vlottende schuld van € 5 miljoen heeft een stijging van de geldmarktrente met 1% een toename van de rentekosten met € 50.000 tot gevolg. Deze mogelijke extra kosten geven een goede indruk van welk risico Vlaardingen komend jaar loopt. Ook nu geldt dat andere rentescenario’s mogelijk zijn. Welk scenario het meest waarschijnlijke is, is echter op voorhand niet te zeggen. De gemeentelijke rentevisie stelt namelijk dat toekomstige rentestanden nauwelijks tot niet voorspelbaar zijn.

Prognose netto vlottende schuld per kwartaal 2023
1 januari 2023 0
31 maart 2023 0
30 juni 2023 0
30 september 2023 € 10 miljoen
31 december 2023 € 10 miljoen

Debiteurenrisico Uitstaande Gelden

Terug naar navigatie - Debiteurenrisico Uitstaande Gelden

Aan het voor langere tijd verstrekken van gelden aan derden kleeft het gevaar dat deze derden op een veelal onvoorzien moment niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Dit kan ertoe leiden dat enerzijds een openstaande vordering als oninbaar moet worden afgeboekt (ten laste van de algemene reserve) en, anderzijds een deel van de rente-inkomsten wegvalt. In principe kan door de gemeente om twee redenen geld aan derden worden uitgeleend. Ten eerste wanneer dit in functie van de publieke taak gebeurt, ten tweede wanneer er voor een bepaalde tijd sprake is van een overschot aan liquide middelen. Deze laatste situatie heeft zich de afgelopen jaren niet meer voorgedaan. Het treasurybeleid is er namelijk op gericht om de geldstromen van onze gemeente zo te sturen dat overschotten worden voorkomen, dan wel zo snel als contractueel mogelijk is in te zetten ter verbetering van de schuldpositie en daarmee ter verlaging van het debiteurenrisico.

In onderstaand overzicht is aangegeven bij welke partijen er begin 2023 nog gelden uitstaan.

Debiteur/geldnemer (x € 1 miljoen) Restantbedrag 1 januari 2023 Ontstaansgrond
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting 5,2 Volkshuisvesting
Ambtenarenhypotheken 0,5 Arbeidsvoorwaarde
Dierentehuis Nieuwe Waterweg 0,1 Nieuwbouw
Totaal 5,8

Bovenstaand overzicht vermeldt dus uitsluitend geldleningen die verstrekt zijn in het kader van de publieke taak. Bij deze categorie van geldleningen speelt het debiteurenrisico een betrekkelijk ondergeschikte rol. Aan het maatschappelijk belang, dat verbonden is aan het verstrekken van een dergelijke lening, is tijdens de besluitvorming immers een hogere prioriteit toegekend dan aan het bijbehorende financiële risico.

Renteresultaat 2023

Terug naar navigatie - Renteresultaat 2023

Aan het afsluiten van geldleningsovereenkomsten zijn uiteraard rentelasten verbonden. Naast renteverrekeningen met derden vinden ook interne verrekeningen plaats, bijvoorbeeld ten laste van begrotingsprogramma’s waarvoor in het verleden investeringen zijn gedaan. De interne rekenrente voor het begrotingsjaar 2023  is voor deze investeringen op  1% bepaald. Dat ondanks een stijgende marktrente de interne rekenrente in de begroting verlaagd wordt van 1,5% naar 1% komt doordat er de laatste jaren langlopende leningen met een hoog rentepercentage zijn afgelost en er weinig nieuwe geldleningen zijn aangetrokken met een veel lager rentepercentage dan de afgeloste geldleningen. 

Hieronder ziet u het renteschema van de gemeente Vlaardingen.

Renteschema, x € 1.000 Begroting
A. De externe rentelasten over de korte en lange financiering + 2.630
B. De externe rentebaten -/- -24
Totaal door te rekenen externe rente 0 2.606
C1. De rente die aan de grondexploitaties moet worden doorberekend -/- -223
C2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -/- 0
C3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering) die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -/- 0
Saldo door te rekenen externe rente 0 2.383
D1. Rente over eigen vermogen + 0
D2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd tegen contante waarde) + 0
De aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente 0 2.383
E. De werkelijk aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) -/- -2.909
F. Renteresultaat op het taakveld Treasury 0 -526

Het totaal door te rekenen externe rente van € 2,6 miljoen wordt omgeslagen op het totaalbedrag van de verwachte boekwaarde van de materiële vaste activa per 1 januari 2023 van € 296 miljoen. Hieruit volgt een percentage van 0,81% dat wij afronden op 1,0%. Het BBV staat een afwijking toe van maximaal 0,5%. De afronding met 0,2% geeft een renteresultaat van ongeveer € 0,5 miljoen. 

Het renteresultaat maakt net als de algemene uitkering, de gemeentelijke heffingen en de dividendinkomsten, deel uit van de algemene dekkingsmiddelen. Het renteresultaat is volgens het bovenstaande schema van de commissie BBV berekend. Hiermee wordt inzicht gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het toerekenen van rente aan de andere taakvelden vindt plaats via het taakveld treasury.

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Om de ambities uit het coalitieakkoord te kunnen behalen en daarmee verder te bouwen aan de stad, is een stevig fundament nodig. In het organisatieplan Vlaardingen Voortvarend staat beschreven hoe de gemeentelijke organisatie de komende jaren gaat werken aan dit stevige fundament en de ambities. Het is nodig om een stabiele organisatie te zijn die expertise in huis heeft en slim gebruik weet te maken van data. Zo kan de organisatie flexibel inspelen op de behoeften van de stad en daarmee bijdragen aan de glimlach van de Vlaardinger én de glimlach van de Vlaardingse medewerker. Dat is de ambitie die is benoemd in het organisatieplan. Dit wordt gemeten aan de hand van de score van de gemeente Vlaardingen op zowel klanttevredenheid van inwoners en ondernemers en medewerkerstevredenheid. Dit moet eind 2024 minimaal een 7,5 zijn. 
Bedrijfsvoering is de wind in onze zeilen die het mogelijk maakt om als gemeentelijke organisatie het werk uit te voeren en om verder te ontwikkelen. Het verbeteren ervan is in het organisatieplan dan ook benoemd als één van de prioriteiten. Daarnaast geven bevindingen uit interne en externe onderzoeken (waaronder het Rekenkamerrapport "Zicht op inzicht" en de boardletter van de accountant) ook aanleiding om in te zetten op het verbeteren van de bedrijfsvoering. De verbeteringen richten zich niet alleen op de kwaliteit, maar zijn ook gericht op de omgeving (denk aan informatiebeveiliging, digitalisering,  wet open overheid). Al deze acties zijn gebundeld in de verbeteragenda bedrijfsvoering. Met de verbeteragenda willen we de voorspelbaarheid en betrouwbaarheid van onze bedrijfsvoering vergroten en borgen en tijdig mee laten bewegen.

Personeel en organisatie

Terug naar navigatie - Personeel en organisatie

HRM is een belangrijk onderdeel van bedrijfsvoering. Het ontwikkelen van medewerkers draagt bij aan het ontwikkelen van de organisatie als geheel. Onze focus ligt de komende jaren op het investeren in en ontwikkelen van onze huidige medewerkers als ook op het aantrekken van nieuw talent. Dat doen we door allereerst via Strategische Personeelsplanning (SPP) inzicht te krijgen in de competenties en talenten van onze medewerkers. Ook zetten we in op talentontwikkeling via trainingen, ontwikkeltrajecten en de gesprekscyclus. We willen dat de gemeente Vlaardingen voor iedereen een fijne gemeente is om te werken. Daarom gaan we ook in 2023 aan de slag met het realiseren van de doelstellingen van het Charter Diversiteit, om zo een inclusieve en daarmee diverse organisatie te zijn. Ook blijven we aandacht hebben voor het welzijn van onze medewerkers door oog te hebben voor werk-privé balans en het voortdurend monitoren van het ziekteverzuim.

Het aantrekken van nieuw talent is ook voor de gemeente Vlaardingen een uitdaging in de huidige arbeidsmarkt. We leggen ook volgend jaar weer meer de focus op competenties, ontwikkelbaarheid en werk- en denkniveau in plaats van ons enkel te richten op diploma’s. Door middel van het aanbieden van stages op zowel wo, hbo als mbo niveau en het starten van een eigen Vlaardings traineetraject, willen wij investeren in talenten om ze op die manier aan ons te binden. In de Voorjaarsnota is 500.000 beschikbaar gesteld voor organisatieontwikkeling. We zetten daarvan 200.000 in om het traineetraject te bekostigen.
Bij de werving en selectie werken we volgens maatwerk. We zetten verschillende kanalen in om de juiste doelgroep te bereiken. We streven ernaar om goede kandidaten direct te spreken en de procedure zo kort mogelijk in te richten. Dit houdt in dat we niet meer in afwachting zijn van een sluitingsdatum en lange doorlooptijden willen voorkomen. 

Mede gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt zijn we geconfronteerd met het feit dat vacatures moeilijk tot niet vervuld kunnen worden of dat tijdelijke inzet van een bepaald specialisme nodig is. Tijdelijke externe inhuur kan in voornoemde situaties uitkomst bieden. Voor 2023 is er  € 44.437.000 beschikbaar voor loonkosten en inhuur, uitgesplitst in € 41.435.000 voor vaste werknemers en € 3.002.000 voor inhuur. Maandelijks wordt door het Concern Directie Team (CDT) een rapportage met de stand van zaken personeelsbudgetten besproken om te kunnen sturen. 
Om flexibel te blijven in deze moeilijke arbeidsmarkt, breiden we de flexibele schil daarom de komende drie jaar uit. Daarnaast draagt duidelijkheid met betrekking tot functies en inschalingen ook bij aan het flexibel genoeg zijn om mee te bewegen met veranderingen. In 2023 gaan we daarom HR21 implementeren. Een transparante functiewaarderingssysteem dat al door 270 gemeenten gebruikt wordt. Hierdoor kunnen we ons goed vergelijken met andere gemeenten. Het risico bestaat dat de functiewaardering een ophogende werking heeft op de salariskosten. 

Ook gaan we in 2023 door met het verbeteren van faciliteiten voor hybride werken. De panden Westnieuwland 6 en Markt 11 worden opnieuw ingericht om samenwerking en ontmoeting op kantoor te stimuleren. Ook de digitale middelen om optimaal hybride te kunnen werken, worden in 2023 uitgebreid en verbeterd.

Al deze ontwikkelingen dragen bij aan het zijn van een moderne organisatie. Daarmee worden we ook een aantrekkelijkere werkgever.

ICT, informatie en data

Terug naar navigatie - ICT, informatie en data

Bij een moderne organisatie horen ook goede ICT-voorzieningen: een moderne en goed beveiligde omgeving met applicaties die in de cloud ondergebracht zijn. Een innovatieve omgeving met goede beveiliging en betere beheersing met een logische architectuur van het gemeentelijke ICT-landschap als basis. Een eerste stap hiertoe is de cloudmigratie die begin 2022 is uitgevoerd. Hierdoor is onze omgeving, inclusief alle applicaties, in beheer gegeven van een externe service provider (Open Line). De volgende stap die we komende jaren willen gaan zetten, is om onze applicaties (onze software) via internet als een service aan te bieden (SaaS) en een regieorganisatie volledig op te zetten met deskundige medewerkers die onze service provider (Open Line) aan kunnen sturen. Daarnaast gaan we de ICT-infrastructuur verstevigen onder andere om het hybride werken, dat meer van onze ICT-voorzieningen vraagt dan vooraf gedacht,  beter te kunnen faciliteren. Hiervoor is een ICT-begroting opgesteld die past binnen ons beleid om realistisch te begroten zodat we solide financieel beleid kunnen voeren. Meer daarover leest u in Programma 1 Bestuur, Participatie en Dienstverlening.

Wet Open Overheid
Per 1 mei 2022 is de nieuwe Wet open overheid (Woo) in werking getreden, die de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vervangt. Het grote verschil tussen de Woo en de Wob betreft de actieve openbaarmaking van documenten behorende tot 11 informatiecategorieën via het Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI). Deze verplichting zal de komende jaren stapsgewijs worden ingevoerd. De verwachting is dat we als gemeente in 2023 kunnen aansluiten op PLOOI, voor het publiceren van één of meer van de eerste informatiecategorieën. De verwachting is dat de volledige implementatie van de Woo een inspanning van meerdere jaren vereist.

 Om de Woo te kunnen implementeren, dienen wij als organisatie onze informatiehuishouding op orde te brengen. Hiervoor is ontwikkeling nodig op het gebied van processen, systemen en informatiebewustzijn. Het realiseren hiervan vraagt een projectmatige aanpak en de beschikbaarheid van mensen en middelen.

Informatiebeveiliging en privacy
De crisisorganisatie binnen Vlaardingen krijgt in 2023 ook verder vorm. Er is een cybercrisis- en incident responseplan in ontwikkeling. In 2023 is dit plan definitief. Dit zorgt voor betere vroegtijdige signalering van mogelijke incidenten, het voorkomen/beperken van onveilige situaties, het waarborgen van de continuïteit van IT-systemen en het zo snel mogelijk informeren en betrekken van belanghebbenden. Ook wordt met dit plan een koppeling gemaakt tussen “gewoon” Incidentmanagement, de reguliere crisisorganisatie en Bedrijfscontinuïteit (BCM)
Op het gebied van Business Continuity Management wordt geïnventariseerd waar de single-point-of-failures liggen binnen de gemeente om ze vervolgens redundant uit te voeren. Denk hierbij aan de stroomvoorziening, het terugzetten van back-ups, kritieke applicaties en internetvoorzieningen.

Momenteel wordt er binnen Vlaardingen een interne Wpg-audit uitgevoerd. Met deze resultaten laten wij eind dit jaar ook een externe audit uitvoeren om te zorgen dat wij als gemeente aan de Wet politie gegevens en de eisen hieraan voldoen. De interne audit behoort 2-jaarlijks uitgevoerd te worden. De externe audit behoort 4-jaarlijks uitgevoerd te worden. De externe audit zal eind dit jaar plaatsvinden met uitloop naar begin 2023.

(Verbijzonderde) interne controle en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - (Verbijzonderde) interne controle en rechtmatigheid

Rechtmatigheidsverantwoording
Op 31 mei 2022 is het wetsvoorstel ‘Versterking decentrale rekenkamers’ aangenomen. Een onderdeel van dit wetsvoorstel is de rechtmatigheidsverantwoording. Met de ingang van het controlejaar 2023 komt de verstrekking van de rechtmatigheidsverklaring over de jaarrekening bij het college van B&W te liggen. Om het college hiertoe in staat te stellen dient de gemeente haar interne controle uitvoering en rapportering aan te passen. De aanpassing is reeds gaande en naar verwachting gaat het controlejaar 2022 dienen als proefjaar. In 2023 wordt als proef de rechtmatigheidsverantwoording door het college afgegeven in samenwerking met de accountant. 

213 A Onderzoeken
Op basis van de verordening 213a is het college verplicht periodiek onderzoeken te doen naar de doeltreffenheid en doelmatigheid van het door hen gevoerde beleid. Uiterlijk in januari 2023  wordt het jaarplan aangeboden voor de uitvoering hiervan.  In de reguliere P&C cyclus wordt de voortgang hiervan gerapporteerd.

Verbeteracties bedrijfsvoering (opvolging vanuit interne en externe onderzoeken)

Terug naar navigatie - Verbeteracties bedrijfsvoering (opvolging vanuit interne en externe onderzoeken)

De lijst met verbeteracties bedrijfsvoering is dynamisch; er worden onderwerpen toegevoegd, maar ook afgerond. Via de voortgangsrapportages kan de gemeenteraad hier toezicht op houden. 

Informatievoorziening P&C cyclus
De informatiewaarde voor de raad van de P&C instrumenten wordt periodiek besproken in de auditcommissie. De focus voor 2023 richt zich op het SMARTER formuleren van de doelstellingen die benoemd zijn in de begroting en de vertaling van het coalitieakkoord in de begroting. Deze vertaling kan mogelijk leiden tot een nieuwe programma-indeling van de begroting. Hierover gaan wij komend jaar met uw raad in gesprek.

Inkoop
In 2023 gaan we door met het verder professionaliseren van onze inkoopfunctie. Wij gaan de in 2022 beschreven processen opnemen in het zaaksysteem. Daarmee krijgen wij onze inkoop- en contractdossiers beter op orde en kunnen we beter sturen op een goede uitnutting en borging van onze inkopen. 

Om op een goede manier uitvoering te kunnen geven aan de procesgerichte aanpak van onze inkopen hebben wij ook de inkooporganisatie hierop aangepast. 2023 zal worden gebruikt om te monitoren of de huidige formatie voldoende is of moet worden aangepast op een wijze waarmee wij naar verwachting in 2023 en verder kunnen doorgroeien naar een professionele inkooporganisatie. 
In 2022 hadden wij het voornemen om het inkoop- en contractmanagementproces te ondersteunen met een geautomatiseerd systeem. Door een andere prioritering op het gebied van de I-sturing hebben we dit traject voor dit moment on hold gezet. Wij verwachten in 2023 weer verdere stappen op dit terrein te kunnen zetten.

Begrotingsrechtmatigheid 
Vanaf 2023 is er sprake van een herziene financiële verordening als gevolg van wettelijke ontwikkelingen. De afwijkingsregels worden niet langer separaat vastgesteld, maar onderdeel van deze verordening. De beoordeling van de begrotingsrechtmatigheid wordt onderdeel van de collegeverantwoording via de rechtmatigheidsverantwoording.

Grondexploitatie 
Het Meerjaren Programma Grondzaken (MPG) wordt uitgebreid met facilitaire grondexploitaties. In 2023 geeft deze dan ook meer inzicht in de eigen grondexploitaties van de gemeente, de samenhang ervan en lange termijn gevolgen. Hiermee worden wederom stappen gezet in de kwaliteitsverbetering die de komende tijd wordt doorgezet. Doel is om een blijvende kwaliteitsimpuls te geven aan de grondexploitaties en de rapportage daarover. Met de vastgestelde nota’s Grondbeleid 2022 en de daaraan gelieerde uitvoeringsnota’s Kostenverhaal en Erfpacht kan de gemeente de komende jaren slagvaardig aan de beleidsdoelen werken.

Verhuur en erfpacht 
In 2023 gaan we door op de ingeslagen weg op het gebied van herziening van ons huurbeleid. Voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille worden huurcontracten – op natuurlijke momenten - herzien en worden de huurprijzen daarbij minstens kostprijsdekkend of marktconform gemaakt. Waar dat kan wordt tevens gekeken naar het gelijktijdig realiseren van eventuele verduurzamingsmaatregelen. De software die in 2022 hiervoor in gebruik is genomen, helpt ons dit op een eenduidige wijze naar alle huurders toe te realiseren.

De Nota Grondbeleid 2022 en Erfpacht 2022 bevatten wijzigingen van het erfpachtbeleid van de gemeente, waarvan de meeste per 1 januari 2023 in werking treden. Verzoeken om verkoop bloot-eigendom of heruitgifte in eeuwigdurende erfpacht worden in 2023 dus met verwerking van de wijzigingen opgepakt. Verder zal in 2023 o.a. een gerichte behandeling worden uitgewerkt en in gang gezet van tijdelijke erfpachten die in 2025 aflopen en krijgen oude eeuwigdurende erfpachten met meestal een zeer lage jaarlijkse erfpachtcanon een aanbieding om de jaarlijkse betalingsverplichting af te kopen door betaling van een bedrag ineens (afkoopsom).

In overleg met de leverancier van het geautomatiseerde erfpachtsysteem wordt gekeken welke maatregelen daarin kunnen worden getroffen ter bevordering van de efficiëntie van het proces en de juistheid van de in het erfpachtsysteem opgenomen gegevens.

Subsidieverstrekkingen 
Het in gang gezette traject om het subsidieproces te verbeteren wordt in 2023 voortgezet. Het proces subsidieverstrekkingen is inmiddels geborgd in een nieuw zaaksysteem. 
In 2023 wordt de gebruikersvriendelijkheid van het proces (zowel intern als extern) verder verbeterd, zodat de efficiëntie en effectiviteit van de dienstverlening vergroot wordt. Ook wordt er een nieuwe subsidieverordening opgesteld waarin mogelijk enkele procesmatige wijzigingen vast worden gelegd. 

Treasury 
Wij zetten in op een verdere verfijning van de liquiditeitsplanning waardoor we tijdig inzicht hebben in onze verwachte rentelasten zodat we daar proactief op in kunnen spelen. Nu de marktrente voor het eerst sinds vele jaren weer in een stijgende trend terecht lijkt te komen, neemt het belang hiervan toe.

IT audit 
De ervaringen met de overstap naar de externe service provider (Open Line) en het verder inzetten op het faciliteren van hybride werken in de organisatie zijn al eerder benoemd in dit hoofdstuk.
Daarnaast is er een bestuurlijk besluit genomen om Stroomopwaarts te ontvlechten van Vlaardingen. Ook dat vraagt om zorgvuldigheid op zowel het operationele als contractuele vlak met Open Line en de uittreding vanuit de achterblijvende primaire processen in Vlaardingen. Een deel hiervan zal ook nog in 2023 uitgevoerd moeten worden.

Procesmanagement
Het invoeren van procesgericht werken benoemd als een van de prioriteiten voor de komende jaren in het organisatieplan Vlaardingen Voortvarend. Een verantwoording van hoe dit tot nu toe verloopt, evenals de andere prioriteiten uit het organisatieplan, leest u in de 2e Voortgangsrapportage.

Risicomanagement 
Door het identificeren en kwantificeren van risico's binnen een organisatie kunnen er maatregelen worden opgesteld om deze risico's te mitigeren. Dit continue proces moet onderdeel worden van de gehele organisatie. In 2022 is een kwaliteitsslag gemaakt in het kwantificeren van de financiële risico’s zoals terug te zien is in de paragraaf weerstandsvermogen. In 2023 worden aan de hand van de evaluatie hiervan vervolgstappen gezet. Daarnaast wordt in 2023 de nota risicobeleid vastgesteld en wordt de governance rondom o.a. frauderisico verder vormgegeven. 

Sturing verbonden partijen
In het najaar van 2022 heeft uw raad de nieuwe Nota Verbonden Partijen aangeboden gekregen. Een nieuwe Nota was nodig vanwege de veranderende wetgeving omtrent verbonden partijen. In de nieuwe Nota wordt niet alleen het aangaan van samenwerkingsverbanden opgenomen maar eveneens de wijze van toezicht en sturing op de verbonden partijen en de rol die de gemeenteraad hierbij heeft.

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De uitvoering van het grondbeleid vindt plaats op basis van de nota Grondbeleid, zoals die op 16 juni 2022 is vastgesteld door de raad. Grondbeleid is een gemeentelijk instrument in de ruimtelijke ordening waarmee de gemeente gewenste ontwikkelingen kan bevorderen en ongewenste ontwikkelingen kan beperken. Het kan hierbij gaan om ontwikkelingen met betrekking tot volkshuisvesting (waaronder woningdifferentiatie), economie (groei werkgelegenheid, ontwikkeling van bedrijventerreinen) en natuur en milieu (duurzame natuurontwikkelingen en herstructurering van stedelijk gebied).  

Taak van de gemeente

Terug naar navigatie - Taak van de gemeente

In het algemeen onderscheidt men twee vormen van grondbeleid, te weten: actief grondbeleid en faciliterend (passief) grondbeleid. Het staat iedere gemeente vrij om een keuze te maken in de te hanteren vorm van grondbeleid. De gemeenteraad heeft op 16 juni 2022 de nieuwe Nota Grondbeleid vastgesteld. In deze nota wordt niet langer slechts ingestoken op facilitair grondbeleid, maar kan, afhankelijk van de situatie, ook actief grondbeleid worden toegepast.

Actief grondbeleid: De gemeente bezit zelf grond en/of koopt grond aan en is actief betrokken bij het bouw- en woonrijp maken van de grond. Daarna kan de gemeente de kavels verkopen of in erfpacht uitgeven. Het kan gaan om individuele bouwkavels of bedrijfsterreinen, maar ook om complete woningbouwprojecten. 

Faciliterend grondbeleid: De gemeente maakt het mogelijk dat private partijen die een grondpositie hebben een gebied geheel zelf ontwikkelen. De gemeente beperkt zich hierbij voornamelijk tot het maken van een bestemmingsplan (publiekrechtelijk kader) en bij mogelijke grondeigendom van de gemeente in het betreffende gebied, het inbrengen van deze gronden. De kosten die samenhangen met het faciliteren van particuliere ontwikkelingen (op grond die niet van de gemeente is) worden op de exploitanten verhaald door middel van anterieure overeenkomsten. 

Uiteraard zijn er vele tussenvormen mogelijk, waaronder het veel gebruikte PPS model (Publiek Private Samenwerking). De uiteindelijke vorm is steeds afhankelijk van het specifieke project en de taak- en risicoverdeling tussen partijen. Als basis vanuit de nota grondbeleid hanteert de gemeente situationeel grondbeleid, dat wil zeggen dat afhankelijk van de situatie per locatie de gemeente een rol oppakt die varieert van volledig faciliterend tot actief als grond ontwikkelende partij (het traditionele bouwkavelmodel). 

De grondprijsbenadering

Terug naar navigatie - De grondprijsbenadering

Voor de grond die door de gemeente wordt uitgegeven geldt als uitgangspunt een marktconforme grondprijs. De berekening daarvan gebeurt op basis van relevante marktprijzen voor het betreffende type vastgoedobject en rekening houdende met de methode van residuele grondwaardebenadering. Als hier aanleiding toe is, kan de residuele grondprijsberekening worden gecheckt door een comparatieve berekening. Hierbij worden grondopbrengsten van soortgelijke ontwikkelingen als vergelijk gebruikt. In voorkomende gevallen kan een andere methode van grondprijsbepaling worden toegepast. Gedacht kan worden aan een grondquote. Volgens de voorgaande Nota Grondbeleid kon dit niet, omdat daarin de residuele benadering werd voorgeschreven als de wijze waarop de gemeente grondwaarden bepaalde. In de nieuwe Nota Grondbeleid is een afwijking van de residuele methode mogelijk gemaakt. Voordat daadwerkelijk tot koop of verkoop wordt overgegaan, vindt er een onafhankelijke taxatie plaats om de marktconformiteit van de berekende grondwaarde te toetsen en ongeoorloofde staatsteun te voorkomen. 

Vormen van exploitatie

Terug naar navigatie - Vormen van exploitatie

1.    Grondexploitaties 
Grondexploitaties betreffen meerjarige toekomstberekeningen. Daardoor kunnen de financiële resultaten door vele, externe en interne, factoren in de loop der jaren veranderen. Grondexploitaties hebben tot doel om bouwrijpe gronden die door de gemeente zijn ontwikkeld uit te geven. 

Marktomstandigheden en langdurige ruimtelijke procedures kunnen aanleiding zijn tot (grote) afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke ramingen. Elke grondexploitatie wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Elk jaar wordt de raad geïnformeerd over de (grond)exploitaties, via het Meerjaren Programma Grondzaken (MPG). Hierin wordt de stand van zaken en de verschillen t.o.v. voorgaande perioden en de voorziene of verwachte ontwikkelingen, zoals de risico-ontwikkeling, weergegeven. Het MPG is gekoppeld aan de jaarrekening en betreft een actualisering van alle resultaten. De resultaten worden direct meegenomen in de betreffende jaarrekening. Tevens vormt het MPG de basis voor de (meerjaren)begroting. In het onderdeel ‘stand van zaken grond- en bouwexploitaties’ is per grondexploitatie een stand van zaken weergegeven en een (financiële) doorkijk gegeven naar de komende jaren. Vanaf het MPG 2023 zal de raad het MPG vaststellen.

2.    Erfpachtexploitaties 
Vlaardingen heeft van oudsher een omvangrijke erfpachtportefeuille. Al deze erfpachten tezamen vormen de erfpachtexploitatie. Het beleid rond de erfpachtexploitatie is neergelegd in de Nota Erfpacht. Ter uitvoering van de nieuwe Nota Grondbeleid wordt medio 2022 een herziening van de Nota Erfpacht uit 2013 als uitvoeringsnota vastgesteld door het college.
Het erfpachtbeleid ziet met name op de volgende aspecten:

a.    nieuwe uitgiften in erfpacht van tot ontwikkeling te brengen bouwgrond, 
b.    de verkoop van de bloot-eigendom van reeds in erfpacht uitgegeven gronden en 
c.    het omzetten van tijdelijke erfpachtrechten in eeuwigdurende erfpachten (heruitgifte).

De basis voor het afwikkelen van erfpachttransacties is een onafhankelijke taxatie van de grondwaarde, waarop in de onder b en c vermelde transacties een depreciatie wordt toegepast, die afhankelijk is van de looptijd van de erfpacht. In de Uitvoeringsnota Erfpacht 2022 worden ook de spelregels vastgelegd voor onder meer het bepalen van de jaarlijkse erfpachtcanon, het herzien of indexeren van de canon, het tijdvak waarvoor de getaxeerde grondwaarde als basis voor de canonberekening geldt, welke rol erfpacht op herontwikkelingslocaties en in herstructureringsgebieden speelt en hoe wordt omgegaan met corporatiebezit op erfpacht.

Vanaf 1 januari 2023 zal het nieuwe erfpachtbeleid worden ingevoerd.  In de komende jaren gaat het eindigen van een groot aantal tijdelijke erfpachten, met name in Holy-Noord, een belangrijke rol spelen. Deze groep erfpachten zal dan ook een specifieke aanpak krijgen.

In de erfpachtexploitatie moeten de kosten van de erfpachtportefeuille worden goedgemaakt door de canonopbrengsten. Door de periodieke canonherzieningen van de oudere erfpachten is het kostendekkend maken van de erfpachtexploitatie steeds moeilijker geworden. Als onderdeel van het Herstelplan zijn de in de Uitvoeringsnota Erfpacht 2022 neergelegde voorstellen er tevens op gericht erfpacht beter te laten renderen.

Actualisatie en herziening

Terug naar navigatie - Actualisatie en herziening

Op basis van een grondbrief worden de grondexploitaties aan het begin van ieder jaar geactualiseerd. Met de uitgangspunten uit deze grondbrief worden de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven verdisconteerd in die zin dat daarbij de parameters worden gebruikt zoals weergegeven. Dit geactualiseerd beeld van de eindwaarden van de grondexploitaties wordt via het MPG aan de raad voorgelegd. De grondexploitaties worden hierbij niet opnieuw vastgesteld. 

Zodra er besluiten zijn genomen over (wezenlijke) wijzigingen in het plan, programma of planning en/of een (wezenlijke) verandering van het resultaat, is dit aanleiding om een herziene grondexploitatie voor te leggen aan de raad. Herzieningen kunnen het gehele jaar door plaatsvinden. 

Winstneming en voorziening

Terug naar navigatie - Winstneming en voorziening

De regels ten aanzien van winstneming op grondexploitaties zijn vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Winst moet worden genomen naar rato van de voortgang van een project. Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. In de praktijk komt het erop neer dat eerder dan in het verleden winst moet worden genomen. Als de prognose van het eindresultaat van een grondexploitatie negatief is, wordt direct bij vaststelling van de (herziene) grondexploitatie, een voorziening getroffen ter dekking van dit negatieve resultaat.  Inflatie kan tot fluctuaties leiden in het eindresultaat.  Deze effecten zullen in de voortgangsrapportage gemeld worden.

Kostenverhaal

Terug naar navigatie - Kostenverhaal

Dit jaar wordt gewerkt aan een overzicht van alle projecten waarop kostenverhaal van toepassing is. Dit overzicht zal vanaf 2023 in de jaarlijkse P&C-cyclus worden meegenomen.

Het kostenverhaal wordt bepaald met behulp van de plankostenscan, een rekenmodel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontwikkeld voor de berekening van de plankosten bij exploitatieplannen. Dit rekenmodel is ook goed bruikbaar om de gemeentelijke plankosten van de plannen in beeld te brengen die door derden worden uitgevoerd (particuliere grondexploitatie). Belangrijk uitgangspunt van deze systematiek is de principeverdeling tussen de kosten die bij de ontwikkelende partij en bij de gemeente thuishoren. Deze verdeling is gebaseerd op het feit dat de gemeente faciliterend, begeleidend en toetsend is en de ontwikkelaar bijvoorbeeld het stedenbouwkundig plan, de ruimtelijke onderbouwing en het buitenruimteplan opstelt. 

In het derde kwartaal van dit jaar stelt het college een Nota Kostenverhaal vast als uitvoeringsnota van de nieuwe Nota Grondbeleid. Hierbij wordt naast het verhalen van plankosten ook aandacht besteed aan het verhalen van bovenwijkse voorzieningen, bijdrage in ruimtelijke ontwikkeling en bovenplanse kosten (verevening), op initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen. Deze kosten worden per project bepaald en betrokken in anterieure overeenkomsten. 

Besluit Begroting Verantwoording

Terug naar navigatie - Besluit Begroting Verantwoording

De belangrijkste aspecten uit de voorschriften BBV in het kader van grondontwikkeling worden hieronder toegelicht. 

Vennootschapsbelasting (Vpb) 
Onderzoek heeft geleid tot het standpunt om vooralsnog geen activiteiten uit te voeren die leiden tot Vpb-plicht. Jaarlijks bij het MPG wordt opnieuw getoetst of de gemeente wel/niet valt onder de Vpb-plicht. 

Rente op grondexploitaties 
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat toe te rekenen rente aan grondexploitaties de werkelijke rente moet zijn. Voor de gehele looptijd van de grondexploitaties is de rente geraamd op 1,5%, conform de Nota Grondbeleid 2022 en de Grondbrief 2022. Vanaf 2023 is de rente op 1,0% vastgesteld. Voor de doorrekening van de grondexploitaties wordt standaard de gehanteerde interne rekenrente gebruikt die vervolgens aan het eind van het jaar eventueel gecorrigeerd moet worden op de werkelijke rente van dat afgelopen jaar. Hierdoor kan een verschil in de geraamde rente en de werkelijke geboekte rente ontstaan. De gevolgen hiervan worden meegenomen bij de actualisaties van de grondexploitaties. 

Stand van zaken grondexploitaties 
Hieronder volgt een korte stand van zaken met betrekking tot elke grondexploitatie. 

Stationsgebied Centrum (Nieuw Sluis) 
Deze ontwikkeling behoort samen met de ontwikkeling in Eiland van Speyk tot de uitvraag voor het Kerngebied Rivierzone, waarin een ontwikkelaar is geselecteerd. Het gebied rond het station (o.a. ter plaatse van de tijdelijke supermarkt) wordt omgevormd van de voorheen beoogde grondgebonden woningen naar gestapelde bouw. Dit nieuwe programma sluit beter aan op de vraag vanuit de markt. Bijgestelde plannen zullen, zodra beschikbaar, aan de raad worden voorgelegd. De huidige grondexploitatie zal worden afgesloten en een nieuwe wordt geopend op basis van het nieuwe plan.
De deelgebieden ‘Spoor & Sluis’ en ‘Parallelweg’ worden nu verder uitgewerkt tot een concreet bouwplan, waarna de ruimtelijke procedures kunnen worden doorlopen voor het realiseren van de hier geplande woningen. 

Op basis van de bestaande programmering wordt de grondexploitatie naar verwachting op 31 december 2026 afgesloten met een negatief resultaat van € 1.035.000. 

De Vergulde Hand West, fase 1 
De grondexploitatie ‘De Vergulde Hand West, fase 1’ maakt deel uit van een beoogd bedrijventerrein dat ook nog een tweede en derde fase kent. Uitgangspunt is dat fase 1, en eventueel aangevuld met fase 2 en/of fase 3, door één marktpartij (ontwikkelende partij) wordt gerealiseerd en wordt gezocht naar een potentiële marktpartij voor de realisatie van het beoogd bedrijventerrein. Voor de tussenliggende periode is een deel van het plangebied als gronddepot voor de Blankenburgverbinding beschikbaar (verhuur) gesteld. Vermeld dient te worden dat naast de gemeente ook een derde over een grondpositie binnen het plangebied van de grondexploitatie beschikt. Inmiddels is een gedeelte van het terrein beschikbaar gesteld voor de tijdelijke huisvesting van Oekraïners. Dit vormt geen belemmering voor de uitvoering van de grondexploitatie.

Marathonweg Noord (zuidelijk deel) 
Op 21 juli 2020 heeft het college van B&W besloten om het zuidelijk deel en het noordelijk deel van tot één plangebied samen te voegen en middels een aanbiedingsprocedure integraal tot ontwikkeling te brengen. Het zuidelijk deel maakt deel uit van de grondexploitatie en het noordelijk deel betreft een materieel vast actief (MVA). Op 22 februari 2022 heeft het college van B&W besloten ‘Het Integraal Programma van Eisen van Marathonweg Noord’ vast te stellen, welke betrekking heeft op het gebied de huidige grondexploitatie en het MVA -gebied Marathonweg Noord(n). De aanbesteding van het ontwikkelrecht voor de locatie is gestart. Op basis van het nieuwe programma zal aan de raad voorgesteld worden om beide delen samen te voegen tot één nieuwe grondexploitatie. Op basis van de bestaande programmering wordt de grondexploitatie naar verwachting op 31 december 2030 afgesloten met een voordelig resultaat van € 1.913.000. 

Schiereiland (Eiland van Speyk) 
Ook deze ontwikkeling behoort tot het Kerngebied Rivierzone. In 2020 heeft de ruimtelijke onderbouwing voor het bestemmingsplan geleid tot een nieuw stedenbouwkundig plan met een groter bouwprogramma. De verwachting is dat het ontwerp bestemmingsplan vervolgens in 2022 ter visie gaat en in kalenderjaar 2024 een aanvang kan worden gemaakt met de bouw van de eerste woningen. Naar verwachting wordt in de loop van 2022 deze grondexploitatie afgesloten en wordt een nieuwe geopend, op basis van het nieuwe plan. Dit nieuwe programma sluit beter aan op de vraag vanuit de markt. Op basis van de bestaande programmering wordt de grondexploitatie naar verwachting op 31 december 2029 afgesloten met een negatief resultaat van € 3.129.000. 

De Nieuwe Vogelbuurt (Holy Zuidoost) 
Totaal zullen er in de fases 1 t/m 6 418 woningen gebouwd worden. De woningen in fase 1, 2, 3A en 5 zijn opgeleverd. Fase 4 wordt medio 2022 opgeleverd. De bouw van fase 6 staat gepland om te starten in februari 2023. Volgend op de oplevering van woningen worden de deelgebieden woonrijp gemaakt. Op basis van het voornoemde is de verwachting dat de grondexploitatie op 31 december 2028 met een negatief resultaat van € 3.782.000 wordt afgesloten. 

Vrije Kavels Hollandiaan 
In voorjaar 2022 is de laatste kavel verkocht. De laatste werken aan het openbare gebied zullen plaatsvinden als de laatste woning is opgeleverd. De grondexploitatie zal naar verwachting worden afgesloten in 2023. De verwachting is dat de grondexploitatie op 31 december 2023 met een positief resultaat van € 538.000 wordt afgesloten.

Westwijk Centrum Nieuw 
Het college heeft in 2021 besloten om met de Stichting Ipse De Bruggen de onderhandelingen te starten voor locatie B4, om hier een kinderdagbehandelingscentrum te realiseren met daarboven ca. 60 koopappartementen. Voor de ontwikkeling aan de locatie Frank van Borselenstraat heeft de aanbesteding plaatsgevonden en is er een koop-realisatieovereenkomst ondertekend op 22 januari 2021. Ondanks dat de invulling van de resterende (bouw)grond aan het Erasmusplein nog niet definitief is, is de verwachting dat op basis van de huidige uitgangspunten de grondexploitatie op 31 december 2029 met een positief resultaat van € 2.232.000 wordt afgesloten. 

Het Nieuwe Thuis
De verwachting is dat deze grondexploitatie in 2024 kan worden afgesloten. De opbrengsten zullen in 2022 worden gerealiseerd. De verwachting is dat de grondexploitatie op 31 december 2024 met een positief resultaat van € 40.000 wordt afgesloten. 

Prognose resultaten grondexploitaties 
Voor de resultaten van de verlieslatende grondexploitaties is een voorziening getroffen waaruit de negatieve resultaten kunnen worden gedekt. 

Materiële vaste activa (MVA)-Strategische gronden

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa (MVA)-Strategische gronden

Onder de categorie MVA – Strategische gronden (voorheen Niegg’s) zijn de volgende gronden opgenomen: 

A. Vergulde Hand West fase 2 en 3
Dit gebied betreft het resterende gedeelte van het gebied de Vergulde Hand West dat in de toekomst wordt ontwikkeld als bedrijventerrein. Ook deze terreinen (net als een deel van fase 1) worden tot eind 2022 verhuurd ten behoeve van een gronddepot voor de Blankenburgverbinding, waarmee deze tevens worden voorbelast. Na besluitvorming over wanneer en voor welke bestemming de grond na 2022 uitgegeven gaat worden zal een grondexploitatie voor deze gronden opgesteld gaan worden, al dan niet gekoppeld aan fase 1. De planning is om fase 1 na 2022 te (laten) ontwikkelen. Inmiddels is een gedeelte van het terrein beschikbaar gesteld voor de tijdelijke huisvesting van Oekraïners. Dit vormt geen belemmering voor de uitvoering van de ontwikkeling.

B. VOP Oost (Noord en Zuid) 
In de VOP zijn er diverse gemeentelijke eigendommen, verspreid over het hele gebied.
Het pand aan de Parallelweg 6a-b is verkocht voor de realisering van de uitbreiding van de naastgelegen supermarkt. Voor de voormalige panden van Warmelo & Van der Drift aan de Westhavenkade en de Vetteoordskade is voorgesteld die onder te brengen bij de grotere ontwikkeling van het Museumkwartier. De locaties Parallelweg 2 en Touwbaankwartier worden samen met de locatie Westhavenkade tegenover de Pelmolen in Maaswijk verkocht aan de ontwikkelaar van Nieuw Sluis en het Eiland van Speyk. Daartoe is een addendum op de Koop-, Ontwikkel- en Realisatieovereenkomst Kerngebied Rivierzone gesloten.

C. Maaswijk 
De grond in Maaswijk bestaat uit de onder B al aangeduide locatie Westhavenkade tegenover de Pelmolen. Deze locatie wordt ter uitvoering van het addendum op de Koop-, Ontwikkel- en Realisatieovereenkomst Kerngebied Rivierzone aan de ontwikkelaar van Nieuw Sluis en het Eiland van Speyk verkocht.

D. Marathonweg Noord (noordelijk deel) 
Het noordelijk deel van het voormalig sportpark nabij de openbare weg Marathonweg betreft een materieel vast actief (MVA). Op 21 juli 2020 heeft het college van B&W besloten om het zuidelijk deel en het noordelijk deel tot één plangebied samen te voegen en middels een aanbiedingsprocedure integraal tot ontwikkeling te brengen. Op 22 februari 2022 heeft het college van B&W besloten ‘Het Integraal Programma van Eisen van Marathonweg Noord’ vast te stellen en de selectieprocedure te starten, welke betrekking heeft op het gebied de huidige grondexploitatie en het MVA-gebied Marathonweg Noord(n). Voor deze gebieden zal een nieuwe grondexploitatie worden opgezet en aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd.

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Om de beleidsdoelen van de gemeente Vlaardingen te kunnen realiseren, wordt, indien dit wenselijk wordt geacht, een belang genomen in een organisatie die aan de doelverwezenlijking kan bijdragen. De huidige wet- en regelgeving (BBV) verplicht onze gemeente om in de begroting en de jaarstukken aan te geven in welke privaatrechtelijke en publiekrechtelijke organisaties zij een bestuurlijk en/of financieel belang heeft.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente een zetel in het bestuur van een organisatie bekleedt en/of stemrecht heeft in een vergadering van belanghebbenden. Van een financieel belang is sprake als er door de gemeente aan een organisatie financiële middelen beschikbaar zijn gesteld die verloren kunnen gaan in geval van een faillissement of als financiële problemen van een organisatie kunnen worden verhaald op de gemeente.

Inzicht in de gang van zaken bij verbonden partijen is nodig uit hoofde van bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen. Op basis van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is een aantal financiële kengetallen weergeven per verbonden partij: de omvang van het eigen vermogen, het vreemd vermogen en het resultaat.

Visie verbonden partijen

Terug naar navigatie - Visie verbonden partijen

In het najaar van 2022 heeft uw raad de nieuwe Nota Verbonden Partijen aangeboden gekregen. Een nieuwe Nota was nodig vanwege de veranderende wetgeving omtrent verbonden partijen. In de nieuwe Nota wordt niet alleen het aangaan van samenwerkingsverbanden opgenomen maar eveneens de wijze van toezicht en sturing op de verbonden partijen, en de rol die de gemeenteraad hierbij heeft.

Financiële risico’s verbonden partijen

Terug naar navigatie - Financiële risico’s verbonden partijen

De financiële risico’s van de vennootschappen zijn beperkt tot het aandelenbezit van de gemeente. Bij een faillissement van een vennootschap daalt de waarde van dit bezit tot nihil. De financiële risico’s van de gemeenschappelijke regelingen hebben geen beperking. Bij een faillissement worden de deelnemers van de gemeenschappelijke regeling volgens de verdeelsleutel aangeslagen voor eventueel resterende schulden na verkoop van de bezittingen. Gezien de aard van de werkzaamheden van de verbonden partijen is de kans op een faillissement van zowel de vennootschappen als de gemeenschappelijke regelingen klein. Uitgesloten is het niet.

Vennootschapsbelasting (VPB)

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting (VPB)

Per 2016 vallen uitsluitend door de gemeente beheerste entiteiten (verbonden partijen) ook onder de vennootschapsbelastingplicht (vpb-plicht) voor overheidsondernemingen. Dit betekent dat ze aan diverse extra fiscale verplichtingen moeten voldoen, wat mogelijk resulteert in een jaarlijkse vpb-afdracht.

In de jaarrekeningen van de verbonden partijen is opgenomen wat de stand van zaken is ten aanzien van de vpb-plicht.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn we verplicht om in de paragraaf verbonden partijen een overzicht van de verbonden partijen op te nemen onderverdeeld naar gemeenschappelijke regelingen, vennootschappen en coöperaties, stichtingen en verenigingen en overige verbonden partijen. In de tabel met financiële positie verbonden partij is het eigen vermogen en het vreemd vermogen per 31-12-2021 en het gerealiseerde resultaat over 2021 opgenomen. Op de volgende pagina’s vindt u het overzicht waarin de voorgeschreven informatie is opgenomen.

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen
Metropoolregio Rotterdam Den Haag
Vestigingsplaats Den Haag
Relatie met programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie. Vervoersautoriteit met programma verkeer en mobiliteit. Economisch vestigingsklimaat met programma onderwijs, economie en haven.
Openbaar belang en visie De gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) is in december 2014 in werking getreden. De missie van de MRDH is: De Metropoolregio Rotterdam Den Haag werkt aan een Europese topregio. De MRDH heeft tot doel het bevorderen van de samenwerking tussen de gemeenten met het oog op een voorspoedige ontwikkeling van het gebied en het beheer van de aan de regio toevertrouwde voorzieningen. Zij houdt zich daartoe bezig met: a. Het vaststellen van doelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer en de verbetering van het economisch vestigingsklimaat; b. Het uitvoeren van de, met betrekking tot het onder a. genoemde beleid, aan de MRDH opgedragen taken en bevoegdheden. De inhoudelijke agenda’s van de Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat zijn hierbij leidend en de basis voor de MRDH-brede strategie.
Betrokken partijen De volgende gemeenten maken deel uit van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag: Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rotterdam, Rijswijk, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne en Zoetermeer.  Overige betrokken overheden en/of marktpartijen: Naast het bundelen van de krachten van de 23 gemeenten is samenwerking met onder meer bedrijfsleven, kennisinstellingen, omliggende regio’s zoals Drechtsteden en Leiden, de provincie en het Rijk noodzakelijk om de ambities te realiseren. De MRDH werkt daarnaast nauw samen met de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ), het triple helix orgaan van vertegenwoordigers van bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen. Samenwerking met omliggende regio’s en de andere partners vindt zowel plaats bij de strategische trajecten als bij de uitvoering van concrete activiteiten.
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen wordt in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door burgemeester B. Wijbenga- van Nieuwenhuizen. Wethouder B.T. Bikkers, maakt deel uit van de Vervoersautoriteiten de Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat. In de Adviescommissie Vervoersautoriteit hebben zitting de raadsleden L.W.M. Claessen en S. Akca. In de Adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat hebben zitting de raadsleden G. Pappers en A. Kloosterman. Als lid van de Rekeningcommissie MRDH heeft zitting het raadslid L.W.M. Claessen.
Financieel belang Deelnemersbijdrage 2023: € 209.128 (2022 € 204.772). Het programma Vervoersautoriteit wordt geheel financieel gedekt uit de BDU-gelden.
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 30.206 32.508
Vreemdvermogen 1.472.507 1.435.141
Resultaat 777 1.460
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.
Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond
Vestigingsplaats Rotterdam
Relatie met programma Veiligheid en Handhaving
Openbaar belang en visie Op grond van de Wet op de Veiligheidsregio’s heeft de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond de volgende taken: a. Het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises; b. Het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen evenals in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald; c. Het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de taal, bedoeld in artikel 3, eerste lid; d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing; e. Het instellen en in stand houden van een brandweer; f. Het instellen en in stand houden van een GHOR; g. Het voorzien in de meldkamerfunctie; h. Het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel; i. Het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.
Betrokken partijen De volgende gemeenten maken deel uit van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond: Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne.
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen wordt in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door burgemeester B. Wijbenga- van Nieuwenhuizen. Wethouder B. T. Bikkers is plaatsvervangend lid.
Financieel belang Deelnemersbijdrage 2023 € 6.400.694 (2022: € 5.602.084).
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 13.067 5.085
Vreemdvermogen 70.887 96.225
Resultaat 1.958 -196
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.
DCMR Milieudienst Rijnmond
Vestigingsplaats Schiedam
Relatie met programma Groen en Milieu
Openbaar belang en visie Het bevorderen van een duurzame ontwikkeling van de stad. Via de vergunningverlening Wet Milieubeheer, de afhandeling van meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit, het uitvoeren van toezicht en handhaving en de advisering aan gemeenten op het gebied van de verschillende milieuthema’s en ruimtelijke ontwikkelingen, draagt de DCMR er mede zorg voor dat de milieubeleidsdoelen in de gemeente Vlaardingen worden behaald.
Betrokken partijen De provincie Zuid Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard (voormalig Spijkenisse en Bernisse), Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne.
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen wordt in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door wethouder K. Kegel.
Financieel belang Voor de uitvoering van de werkzaamheden van de DCMR voor Vlaardingen wordt jaarlijks een werkplan gemaakt. De kosten bedragen in 2023 € 1.869.719 (2022 € 1.779.120) .
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 6.038 4.866
Vreemdvermogen 10.511 12.724
Resultaat 1.964 -954
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.
GGD Rotterdam- Rijnmond
Vestigingsplaats Rotterdam
Relatie met programma Sociaal Domein
Openbaar belang en visie Het op een proactieve wijze beschermen, bewaken en bevorderen van de gezondheid van inwoners in het bedieningsgebied van de GR GGD-RR. Gezondheid wordt gedefinieerd als een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal welbevinden en is niet alleen van toepassing op de afwezigheid van ziekte of een handicap. De GR GGD Rotterdam-Rijnmond is primair verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijk basistaken volgens de Wet Publieke Gezondheid. Operationeel uitvoerder is de GGD Rotterdam-Rijnmond (onderdeel van het concern Rotterdam).
Betrokken partijen De GR GGD Rotterdam-Rijnmond is een samenwerkingsverband van 15 gemeenten in de stadsregio Rotterdam en een deel van de Zuid-Hollandse eilanden. De GR GGD Rotterdam-Rijnmond is congruent met de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen wordt in het Bestuur vertegenwoordigd door wethouder A.J. Proos. Wethouder J.J. Silos – Knaap. is plaatsvervangend lid.
Financieel belang Deelnemersbijdrage 2023 € 631.917 (2022: € 544.093).
Financiële positie De GGD-RR heeft geen eigen of vreemd vermogen. De gemeenschappelijke regeling van de GGD-RR heeft geen balans en andere financiële staten om in de begroting (en jaarverslag) op te nemen aangezien de GGD-RR onderdeel uitmaakt van de gemeente Rotterdam.
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.
ROG Plus NWN
Vestigingsplaats Maassluis
Relatie met programma Sociaal Domein
Openbaar belang en visie Het bieden van maatwerkvoorzieningen ter bevordering, behoud of compensatie van zelfredzaamheid en ter ondersteuning van participatie aan ingezetenen van de gemeente die daartoe op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit hun sociale netwerk niet of onvoldoende in staat zijn. De maatwerkvoorzieningen richten zich ook op de ondersteuning van mantelzorgers. Artikel 2.3.5, lid 3 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 legt het college daarbij de plicht op om, na onderzoek, een maatwerkvoorziening te bieden die een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid en participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Betrokken partijen De gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam.
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen wordt in het Bestuur vertegenwoordigd door wethouder A.J. Proos. Wethouder J.J. Silos – Knaap. is plaatsvervangend lid.
Financieel belang Deelnemersbijdrage 2023 € 33.936.300 (2022: € 35.458.800).
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 0 0
Vreemdvermogen 7.808.857 14.121.559
Resultaat 4.459.485 10.931.475
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.
Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond
Vestigingsplaats Rotterdam
Relatie met programma Sociaal Domein
Openbaar belang en visie Het uitvoeren van de bovenlokale taken door middel van: a. Het contracteren en/of subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp en uitvoerders jeugdreclassering en jeugdbeschermingsmaatregelen in het kader van de Jeugdwet; b. Het organiseren van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling; c. Het bevorderen van gezamenlijk overleg van de gemeenten voor de uitvoering van de jeugdhulptaken, die in de Jeugdwet aan de gemeenten zijn opgedragen. Deze taken zijn bovenlokaal, dat wil zeggen aanvullend en in aansluiting op het lokale aanbod.
Betrokken partijen De gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Nissewaard, Vlaardingen en Westvoorne.
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen wordt in het Bestuur vertegenwoordigd door wethouder J.J. Silos – Knaap. Wethouder A.J. Proos is plaatsvervangend lid.
Financieel belang Deelnemersbijdrage 2023 € 5.362.449 (2022: € 15.391.014).
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 0 0
Vreemdvermogen 54.524 73.010
Resultaat 0 0
Risico’s De financiële ontwikkeling als gevolg van de resultaatgerichte financiering blijft een aandachtspunt.
Stroomopwaarts MVS
Vestigingsplaats Schiedam
Relatie met programma Sociaal Domein
Openbaar belang en visie De gemeenschappelijke regeling is ingesteld ter behartiging van het belang van een kwalitatief hoogwaardige en doelmatige uitvoering van de taken en bevoegdheden van de deelnemers op het gebied van het sociaal domein. Meer in bijzonder de uitvoering van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening (werkloze werknemers en gewezen zelfstandigen), de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art. 1.13).
Betrokken partijen De gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam.
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen wordt in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door wethouders A.J. Proos en B.T. Bikkers.
Financieel belang Deelnemersbijdrage 2023: € 35.762.000 BUIG (2022 € 39.834.000) € 2.718.000 Minimabeleid (2022 € 2.904.000) € 23.861.000 Algemene dienstverlening (2022 € 19.972.000). € 506.000 Inburgering (2022 € 0).
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 4.455 4.109
Vreemdvermogen 19.385 13.107
Resultaat 1.693 1.450
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.
Regionale Belasting Groep
Vestigingsplaats Schiedam
Relatie met programma Financiën
Openbaar belang en visie Het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen en heffingen en het uitvoeren van de werkzaamheden in het kader van de Wet Waardering onroerende zaken.
Betrokken partijen Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, Hoogheemraadschap Delfland, gemeente Delft, gemeente Schiedam, gemeente Vlaardingen.
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen wordt in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door wethouder B.T. Bikkers. Wethouder Somers is plaatsvervangend lid.
Financieel belang Deelnemersbijdrage 2023 € 1.457.000 (2022: € 1.409.000).
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 2.439 2.909
Vreemdvermogen 718 544
Resultaat 313 553
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.

Vennootschappen en coöperaties

Intergemeentelijke Reiniging-, Afvalinzameling- en Dienstverlening Organisatie (IRADO)
Vestigingsplaats Schiedam
Relatie met programma Groen en Miilieu
Openbaar belang en visie Het in opdracht van de gemeente Vlaardingen uitvoeren van het inzamelen en afvoeren van huishoudelijk afval en op basis hiervan adviseren en rapporteren.
Betrokken partijen Gemeenten Vlaardingen, Schiedam en Capelle a/d IJssel zijn ieder voor 1/3 aandeelhouder.
Bestuurlijk belang De Raad van Commissarissen bestaat uit externe commissarissen: de heer B.K.A van Rijsbergen (voorzitter), mw. M.M.C. Lansbergen-Kerklaan (plv vooorzitter) en de heer H.G.M. Mogezomp. Wethouder I. Somers bekleedt namens de gemeente Vlaardingen de rol van opdrachtgever. De gemeente Vlaardingen wordt in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd door wethouders B.T. Bikkers.
Financieel belang De deelneming staat voor € 300.000,- op de balans van de gemeente Vlaardingen.
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 18.881 18.289
Vreemdvermogen 41.998 40.682
Resultaat 1.387 1.279
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.
Waterbedrijf Evides
Vestigingsplaats Rotterdam
Relatie met programma Groen en Miilieu
Openbaar belang en visie Met de deelneming wordt beoogd invloed uit te oefenen op het beleid van watervoorziening en tariefstelling. Door een aantal fusies is de invloed van de gemeente de afgelopen jaren sterk afgenomen. De gemeente heeft op dit moment nog 1,8% van het totale aandelenpakket in bezit.
Betrokken partijen De aandelen van Waterbedrijf Evides zijn voor 50% in handen van de vroegere aandeelhouders van Delta Waterbedrijf en voor de andere 50% in handen van de vroegere aandeelhouders van Waterbedrijf Europoort. De laatste groep bestaat uit 24 gemeenten uit deze regio, waaronder de gemeente Vlaardingen.
Bestuurlijk belang De gemeente heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Vlaardingen wordt hierin vertegenwoordigd door wethouder B. T. Bikkers.
Financieel belang De deelneming staat voor € 245.041,- op de balans van de gemeente Vlaardingen.
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 535.200 558.200
Vreemdvermogen 713.000 754.500
Resultaat 46.700 47.900
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.
Werkbedrijf Vlaardingen
Vestigingsplaats Vlaardingen
Relatie met programma Sociaal Domein
Openbaar belang en visie Het in opdracht van de Gemeente Vlaardingen uitoefenen van (delen) van de Wet Sociale Werkvoorziening en de Wet Werk en Bijstand. Het uitoefenen van het formeel werkgeverschap voortvloeiende uit het voorgaande. De BV wordt vereffend.
Betrokken partijen Gemeente Vlaardingen
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen houdt 100% van de aandelen. De gemeente Vlaardingen wordt in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd door wethouders A.J. Proos en B.T. Bikkers. De gemeentecontroller fungeert als statutair bestuurder ten behoeve van de vereffening van de BV.
Financieel belang Er zijn aandelen (gewaardeerd op € 18.000) in bezit bij de gemeente Vlaardingen. Deze verbonden partij is in liquidatie.
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen N.n.b. N.n.b.
Vreemdvermogen N.n.b. N.n.b.
Resultaat N.n.b. N.n.b.
Risico’s Geen
Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats Den Haag
Relatie met programma Financiën
Openbaar belang en visie De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) stelt zich ten doel gemeenten en andere decentrale overheden te ondersteunen bij hun maatschappelijke activiteiten middels het aanbieden van tal van bancaire diensten. Onze gemeente levert door haar deelneming een bijdrage hieraan.
Betrokken partijen De aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten zijn voor 50% in handen van het Rijk en voor de resterende 50% in handen van gemeenten. Onze gemeente heeft een belang van 0,36% in de bank.
Bestuurlijk belang De gemeente heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. De gemeente Vlaardingen wordt hierin vertegenwoordigd door wethouder B. T. Bikkers.
Financieel belang De deelneming staat voor € 33.807 op de balans van de gemeente Vlaardingen.
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 5.097.000 5.062.000
Vreemdvermogen 155.262.000 143.995.000
Resultaat 221.000 236.000
Risico’s Momenteel zijn er geen substantiële risico’s met betrekking tot deze verbonden partij.
Stadsherstel Maassteden
Vestigingsplaats Schiedam
Relatie met programma Financiën
Openbaar belang en visie Opknappen en behouden van gebouwd erfgoed in Vlaardingen, Maassluis en Schiedam.
Betrokken partijen Het Fonds Schiedam Vlaardingen e.o., de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis zijn sinds januari 2018 aandeelhouders.
Bestuurlijk belang De gemeente Vlaardingen wordt hierin vertegenwoordigd door wethouder B. T. Bikkers.
Financieel belang De deelneming staat voor € 100.000 op de balans van de gemeente Vlaardingen.
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 1.533 1.421
Vreemdvermogen 970 1.230
Resultaat -64 -112
Risico’s Geen
Coöperatief beheer groengebieden Midden-Delfland
Vestigingsplaats Schiedam
Relatie met programma Sport en recreatie
Openbaar belang en visie De coöperatie stelt zich ten doel de leden te faciliteren in de doelmatige en rechtmatige uitvoering van beheer- en onderhoudstaken ter zake van groengebieden in Midden-Delfland en al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
Betrokken partijen De gemeenten Delft , Midden-Delfland, Maassluis, Schiedam, Vlaardingen en Westland.
Bestuurlijk belang Wethouder L. van Kalken is door het college van B&W benoemd als lid van de algemene deelnemersvergadering. Wethouder Somers is plaatsvervangend lid.
Financieel belang De bijdrage van de gemeente Vlaardingen aan het CBG bedraagt € 573.354 per jaar.
Financiële positie Bedragen x € 1.000 Per 01-01-2021 Per 31-12-2021
Eigen vermogen 4.779 4.551
Vreemdvermogen 4.100 4.409
Resultaat -131 175
Risico’s Geen

Stadsprogramma's

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het Coalitieakkoord 'Groei en bloei voor Vlaardingen' beschrijft de beleidsvoornemens op hoofdlijnen. De pijlers van het akkoord zijn de acht stadsprogramma's. Dit zijn grote maatschappelijke vraagstukken voor Vlaardingen die over grenzen van de portefeuilles heen gaan. In deze paragraaf worden de acht stadsprogramma's omschreven. In de komende periode wordt er bij alle stadsprogramma's gewerkt aan een uitvoeringsprogramma. Deze uitvoeringsprogramma's worden in 2022 uitgewerkt en afgerond, waarna ze worden voorgelegd aan de raad.

Nieuwe Rivierzone

Terug naar navigatie - Nieuwe Rivierzone

Een stoere nieuwe stadswijk aan de Maas. Dat wordt de Rivierzone. Hier wonen, werken en studeren Vlaardingers straks tussen het historisch centrum, de pakhuizen en de Nieuwe Maas. Een weidse industriële omgeving waar je vanuit je raam, of vanuit het nog te ontwikkelen Maaspark, spectaculair zicht hebt op voorbijvarende schepen. Wonen, werken, studeren; deze begrippen staan straks  centraal in deze buurt. Werken kan bij de kantoren, studio’s, ateliers, horeca en werkplaatsen. Alles in een stoer en ruw jasje. Een wijk waar volop bedrijvigheid is. Wonen gebeurt in de ruim 2800 huizen die we samen met ontwikkelaars de komende jaren toevoegen aan dit gebied. De Rivierzone wordt een wijk waar iedere Vlaardinger een fijn en betaalbaar dak boven het hoofd kan vinden. En studeren? Dat gebeurt straks  op een heuse campus op District-U Een plek waar studenten van nu klaargestoomd worden voor de toekomst.

Om de nieuwe Rivierzone te realiseren gaan we het volgende doen:

  1. Om de Vlaardingse woningmarkt in balans te brengen, bouwen we ook in de Rivierzone woningen in deze segmenten en bouwen we huizen voor starters en senioren. Zo ontstaat doorstroom op de woningmarkt.
  2. We verhogen en versterken de kades. Daarmee zorgen we voor  droge voeten voor de inwoners, ondernemers én beschermen we ons cultureel erfgoed. Zo wordt het ook makkelijker nieuwe woningbouw te realiseren.
  3. Om van Vlaardingen een echte mbo-stad te maken, ontwikkelen we in de Rivierzone een  mbo-campus. Het nieuwe gebouw voor vmbo en mbo in District-U geeft een impuls aan deze ontwikkeling. Ook creëren we ruimte voor de uitbreiding van zorg in onze stad.
  4. De Rivierzone wordt een nieuwe groene long voor Vlaardingen. Dat doen we onder andere door oog te hebben voor natuurinclusief bouwen bij het bouwen van nieuwe woningen en het realiseren van het Maaspark.
  5. We zetten in op een toegankelijke openbare ruimte waarin de behoeften van alle Vlaardingers zijn meegenomen. Alle Vlaardingers kunnen hierin hun weg vinden; ook de ouder wordende Vlaardinger en de Vlaardingers die slecht ter been zijn. Dat doen we door vergevingsgezinde infrastructuur en een dementievriendelijke buitenruimte te creëren.
  6. We maken het mogelijk om van diverse vormen van mobiliteit gebruik te maken. 
  7. We zorgen ervoor dat de infrastructuur tussen het centrum en de Rivierzone goed is.
  8. We gaan actief op zoek naar bedrijven die zich willen vestigen in de Rivierzone door te laten zien hoe goed het vestigingsklimaat is in onze stad. Hierbij richten we ons primair op ‘schone bedrijvigheid’ met veel werkgelegenheid.
  9. Zodra op het Eiland van Speijk woningbouw is  ontwikkeld, zoeken wij een nieuwe plek voor het strand.

 

Financiële middelen
Voor dit stadsprogramma hebben wij in onderstaande tabel opgenomen welke bedragen de komende jaren beschikbaar zijn en binnen welk onderdeel van de programmabegroting wij deze middelen hebben begroot.

Bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026 Programma
Nieuwe Rivierzone, incidenteel 500 4.100 4.600 0 Wonen
Totaal 500 4.100 4.600 0

Nieuwe Binnenstad

Terug naar navigatie - Nieuwe Binnenstad

Hét hart van de gemeente en een populaire plek bij Vlaardingers en bezoekers uit de regio. Hier kunnen mensen wonen, werken en ontmoeten. Onze binnenstad wordt een levendige binnenstad met veel groen, evenementen, kunst en kleinschalige recreatie. We zorgen dat de winkels dicht bij elkaar zijn gevestigd om een gezellige sfeer te creëren en er op andere plekken in het centrum ruimte ontstaat om te wonen. Op dit moment past de binnenstad niet bij de wensen en eisen die tegenwoordig worden gesteld aan een centrum. De binnenstad moet daarom voortvarend aangepakt worden. Een ambitieuze transformatie is noodzakelijk om weer een gezellige binnenstad te krijgen die voor iedereen goed toegankelijk is.

Om een nieuwe Binnenstad te realiseren gaan we het volgende doen: 

  1. Samen met ontwikkelaars, eigenaren en winkeliers maken we een ambitieus plan waarin we gezamenlijk investeren. Daarvoor is een publiek-private samenwerking noodzakelijk. We pakken hierin onze eigen verantwoordelijkheid en dagen onze partners uit hetzelfde te doen.
  2. We gaan met de ondernemers en de marktkooplieden in gesprek over de invulling van het Veerplein en waar zij kansen zien om de binnenstad aantrekkelijker, groener en levendiger te maken. Door de verplaatsing van de bibliotheek komt er ruimte vrij om iets aantrekkelijks op deze locatie te ontwikkelen.
  3. We maken samen met bewoners, ondernemers en ontwikkelaars een plan voor een radicale omvorming van het Liesveldviaduct. Het wordt een groen gebied. De bereikbaarheid van het centrum is een aandachtspunt bij de planvorming.
  4. De Hoogstraat wordt een aantrekkelijk wandel- en woongebied met ruimte voor cultuur en ambacht.
  5. We zorgen voor goede verbindingsroutes in de stad en onderzoeken de mogelijkheden om bepaalde gebieden autoluw en fietsvriendelijk te maken.
  6. We evalueren of het huidige parkeerbeleid past bij een binnenstad waar wonen, werken en ontmoeten centraal staan. 
  7. We gaan de binnenstad verbinden met de andere bezienswaardigheden die Vlaardingen rijk is. Dat doen we door bewegwijzering, groenstructuur en wandel- en fietsroutes te verbeteren.
  8.  Samen met betrokkenen gaan we kijken naar wat we kunnen doen tegen leegstand. Hiervoor is een totaalplan nodig, variërend van subsidieverlening tot concrete afspraken met eigenaren van winkelpanden en woningen. Voor leegstaande panden gaan we flexibel om met de mogelijkheden voor een andere bestemming, zoals wonen, horeca, flexwerkplekken of maatschappelijke doeleinden.
  9.  We gaan meer woningbouw realiseren. Dat doen we onder andere door de mogelijkheden voor het bouwen in de hoogte te onderzoeken en winkelruimtes te transformeren.

 

Financiële middelen
Voor dit stadsprogramma hebben wij in onderstaande tabel opgenomen welke bedragen de komende jaren beschikbaar zijn en binnen welk onderdeel van de programmabegroting wij deze middelen hebben begroot.

Bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026 Programma
Binnenstad, incidenteel 0 2.500 2.500 0 Onderwijs, Economie en Haven
Totaal 0 2.500 2.500 0

Nieuwe Westwijk

Terug naar navigatie - Nieuwe Westwijk

'Een wijk die verwondert en inwoners een kans op een mooie toekomst biedt'

De Westwijk moet een wijk worden waarin mensen graag willen wonen, werken, leren en elkaar ontmoeten. Waar jongeren hun energie kwijt kunnen op het voetbalveld, waar bewoners elkaar op straat begroeten en waar winkeliers met een veilig gevoel kunnen ondernemen. Ook een wijk die veerkracht kent; een goede mix van woningen, sociale structuren en onderwijsmogelijkheden om de leefbaarheid in balans te houden. 

De inwoners van de Westwijk verdienen onze aandacht. Samen met onze partners en inwoners van de Westwijk wil de gemeente zich dan ook de komende tien jaar inzetten om de kansen voor de inwoners van de Westwijk te vergroten op het gebied van opleidingsniveau, arbeidsparticipatie en woonkwaliteit. Dat doen we in het Nationaal Programma Westwijk (NPW) waarin de gemeente samenwerkt met partners in de stad. Ter ondersteuning van deze lokale aanpak is landelijk de samenwerking gezocht met het Ministerie van Binnenlandse Zaken, juist voor de nodige expertise en financiering van de lokale aanpak.

Op korte termijn gaan we gezamenlijk aan de slag om de wijk schoon, heel en veilig te maken. Op langere termijn is de doelstelling om kinderen die nu opgroeien perspectief op scholing en werk te bieden. Hiervoor gaan we het volgende doen:

  1. Het NPW stelt een programma op rondom twee doelen:
    • werken aan stabiele en veilige thuissituatie
    • werken aan een fijn en veilig wonen in de Westwijk
  2. We gaan inwoners begeleiden naar betaald werk in samenwerking met Stroomopwaarts, werkgevers en het onderwijs.
  3. De financiële positie van mensen versterken door onder andere aan te sluiten aan bij de Gelijke Kansen Alliantie.
  4. Jongeren een extra zetje in de rug op het gebied van rekenen en taal door de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan een verlengde schooldag.
  5. Onderzoek naar realisatie van een MBO-leerwerkplaats.
  6. Samen met jongeren in de wijk plannen maken voor meer activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en sport.
  7. Herstructuren van de wijk om het in balans te brengen en zorgen voor voldoende voorzieningen.
  8. Extra hulp particulieren bij het opknappen van hun woning.
  9. Aanpak Westwijk waar mogelijk toepassen op andere (aandachts) gebieden in Vlaardingen.
  10. Oprichten programmabureau.

Financiële middelen
Voor dit stadsprogramma hebben wij in onderstaande tabel opgenomen welke bedragen de komende jaren beschikbaar zijn en binnen welk onderdeel van de programmabegroting wij deze middelen hebben begroot.

Bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026 Programma
Nieuwe Westwijk 550 550 550 550 Sociaal Domein
Bijdragen partners -100 -100 -100 -100 Sociaal Domein
Totaal 450 450 450 450

Nieuwe Energie

Terug naar navigatie - Nieuwe Energie

'Een stad die minder afhankelijk is van fossiele energiebronnen'

Een stad die in zijn energie en warmte voorziet door middel van duurzame bronnen. Dat is hoe Vlaardingen er in de toekomst uit moet zien. Doordat aardgas als logische bron van warmte gaat verdwijnen, ontkomen we er niet aan om ons voor te bereiden op een andere manier van energie- en warmtevoorziening. 

Alleen samen kunnen we de omslag maken. We gaan daarom in samenspraak met de gemeenteraad, inwoners, organisaties en bedrijven concrete stappen zetten in de energie- en warmtetransitie en energiebesparing. Natuurlijk pakken we daarin zelf onze eigen verantwoordelijk en stimuleren we anderen om dat ook te doen. Degenen voor wie dat een uitdaging is door onvoldoende eigen middelen, gaan we helpen. Niet alleen zetten we zo een stap richting een duurzamere toekomst, maar zo blijft ook de energierekening betaalbaar voor iedereen. 

  1. We maken vaart met de transitie van gas naar schonere warmtebronnen en we verduurzamen en isoleren tot 2030 jaarlijks gemiddeld 1.200 woningen. Ook particuliere woningeigenaren en corporaties leveren daaraan hun bijdrage. 
  2. We stimuleren opwekking van duurzame energie in Vlaardingen en het nemen van energiebesparende maatregelen. De gemeente ondersteunt de Regionale Energie Strategie en de Agenda Duurzaamheid 2021-2030 en voert die voortvarend uit. 
  3. We gaan met woningcorporaties in gesprek om hen verder te stimuleren de corporatievoorraad te verduurzamen. Door goed samen te werken, versterken en helpen gemeente en corporaties elkaar met kennis en ervaring.
  4. Welke warmteoplossing past het beste bij jouw wijk of huis? Dat gaan we per wijk of huishouden onderzoeken met oog voor betaalbaarheid. 
  5. De ondergrondse leidingen waarmee restwarmte uit de Rotterdamse haven kan worden gebruikt om huizen en bedrijven in Zuid-Holland te verwarmen, moet optimaal benut kunnen worden voor gebouwen in Vlaardingen. 
  6. We breiden het Servicepunt Woningverbetering uit met een Energieloket om de energietransitie te coördineren en inwoners, bedrijven en organisaties te ondersteunen. 
  7. We stimuleren bedrijven om zoveel mogelijk verduurzamingsmaatregelen te treffen, waar mogelijk ondersteund door (Rijks)subsidies. 
  8. Wie in de toekomst een paspoort komt ophalen, stapt binnen in een pand waar zoveel mogelijk hernieuwbare energie wordt opgewekt en energiebesparende maatregelen zijn getroffen. We gaan zelf het goede voorbeeld geven in al ons gemeentelijk vastgoed. Zo worden de daken van gemeentelijk vastgoed gebruikt voor zonnepanelen. We verduurzamen ook maatschappelijk vastgoed. 
  9. We realiseren walstroom in havens van de gemeente en maken het aantrekkelijk voor schepen om daar gebruik van te maken. In de andere havens sturen we met vergunningverlening zoveel mogelijk op gebruik van walstroom. 
  10. Om de door Vlaardingen gestelde klimaatdoelen te behalen, stellen we samen met de gemeenteraad heldere en haalbare tussendoelen op die regelmatig geëvalueerd worden.

Financiële middelen
Voor dit stadsprogramma hebben wij in onderstaande tabel opgenomen welke bedragen de komende jaren beschikbaar zijn en binnen welk onderdeel van de programmabegroting wij deze middelen hebben begroot.

Bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026 Programma
Nieuwe Energie 300 300 300 300 Groen en Milieu
Nieuwe Energie, incidenteel 1.000 1.000 1.000 0 Groen en Milieu
Totaal 1.300 1.300 1.300 300

Veilig Vlaardingen

Terug naar navigatie - Veilig Vlaardingen

Wij willen dat iedereen in Vlaardingen veilig kan wonen, sporten, uitgaan, werken en ondernemen. Veiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de politie, de gemeente en de Vlaardingers zelf. Door geweldsdelicten durven sommige inwoners ’s avonds niet meer over straat. Er is ook criminaliteit die voor de meeste mensen niet zichtbaar is. Huiselijk geweld, mensenhandel en online criminaliteit vragen om specifieke aanpak. Daarom gaan we ons inzetten om de veiligheid en het veiligheidsgevoel te verhogen binnen Vlaardingen. Vlaardingen wordt een stad waar iedereen ’s avonds gewoon veilig kan rondlopen. Waar je niet lastiggevallen wordt als je een rondje aan het hardlopen bent en waar minder ondermijnende criminaliteit plaatsvindt. Bovendien moet de onzichtbare criminaliteit tegen worden gegaan. Mensen worden niet geboren als crimineel, maar glijden vaak af door een onveilige omgeving, slechte opvoeding of verkeerde vrienden. Het is daarom belangrijk dat de gemeente bij de aanpak van criminaliteit kiest voor de juiste balans tussen het voorkomen van criminaliteit en het optreden tegen criminaliteit. 

Om een veilig Vlaardingen te realiseren gaan we het volgende doen:

  1. We breiden het aantal handhavers uit en proberen de huidige openstaande vacatures zo snel mogelijk te vervullen. 
  2. We nemen, naar Rotterdams voorbeeld, een stadsmarinier in dienst.
  3. Er is een belangrijke rol voor het jongerenwerk weggelegd. Zij komen op de plekken waar de jongeren zijn en kunnen met hen in gesprek treden. Met hun ervaringen en kennis hebben ze een doorslaggevende rol in de vroegsignalering. Het contact met de handhavers, politie en wijkteams moet op gang blijven. Wij spelen daar een verbindende rol in.
  4.  We versterken de inzet op criminaliteit en ondermijning.
  5. De gemeente de regierol als het gaat om het verbeteren van de samenwerking tussen partners en met gebieden rondom Vlaardingen.
  6. We blijven inzetten op maatregelen die zich niet zozeer richten op de potentiële daders, maar op de situaties en gelegenheidsstructuren die de georganiseerde criminaliteit faciliteren en soms zelfs aanmoedigen. Door het verzamelen van informatie en analyseren van gebeurtenissen, signalen en trends op wijk, buurt- en straatniveau maken we efficiënte en effectieve keuzes om ondermijning tegen te gaan.
  7. De burgemeester kan in specifieke gevallen veiligheidscamera’s plaatsen. Ook plaatsen die onveilig aan kunnen voelen, ’s nachts verlaten zijn of parkeerplaatsen kunnen voorzien worden van veiligheidscamera’s.
  8. We blijven inzetten op preventief en aselect fouilleren als dit de veiligheid in een gebied vergroot.
  9. Wij verwachten van onze burgemeester dat hij zich hard maakt voor meer blauw op straat en dat hij dit signaal afgeeft aan de regio.
  10. Digitale veiligheid is één van de grootste uitdagingen voor nu en voor de toekomst. Er gaat voorlichting gegeven worden over digitale weerbaarheid op scholen en ook ouderen gaan we wijzen op de gevaren van het internet.
  11. We kijken elk jaar met een scherp oog naar de beveiliging van onze eigen gemeentelijke systemen en nemen waar nodig maatregelen. 

Financiële middelen
Voor dit stadsprogramma hebben wij in onderstaande tabel opgenomen welke bedragen de komende jaren beschikbaar zijn en binnen welk onderdeel van de programmabegroting wij deze middelen hebben begroot.

Bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026 Programma
Veilig Vlaardingen 250 250 250 250 Veiligheid en Handhaving
Aanpak Ondermjning 150 150 150 150 Veiligheid en Handhaving
Totaal 400 400 400 400

Groen Vlaardingen

Terug naar navigatie - Groen Vlaardingen

Een omgeving die uitnodigt om buiten te zijn, waar je je buren en vrienden ontmoet en waar je de stad kunt doorkruisen via groene verbindingen. Dat is hoe we Vlaardingen graag zien! Vlaardingen is al jaren een stad met een groen hart. Groene gebieden als de Broekpolder, de Heemtuin, het Hof en Oranjepark, het Krabbepark en Park Holy zijn door Vlaardingers in hun hart gesloten. En dat is niet voor niets. Groen in stedelijk gebied is namelijk van groot belang voor de kwaliteit van leven in een stad: het is belangrijk voor het welzijn en de mentale en fysieke gezondheid van mensen. Daarnaast zorgt groen voor de koeling van de omgeving, een betere luchtkwaliteit en het opvangen van hemelwater. Groen is daardoor onmisbaar in het kader van klimaatadaptatie. Door Vlaardingen ecologisch te vergroenen zorgen we voor een betere, schonere en gezondere leefomgeving voor mens en dier. We gaan daarom het bestaande groen in Vlaardingen versterken en verbeteren, nieuw groen aanleggen en deze gebieden met elkaar verbinden.

Om een groen Vlaardingen te realiseren gaan wij het volgende doen: 

  1. We behouden onze groene plekken in de stad. Zo investeren we in de Broekpolder, zodat het een groen natuur- en recreatiegebied blijft waar woningbouw is uitgesloten.
  2. We gaan ons groen uitbreiden door, verspreid over de stad, zeven groenprojecten uit te voeren die we in samenspraak met de gemeenteraad, stad en groene organisaties gaan kiezen en vormgeven. Hierdoor voegen we kwalitatief hoogwaardig groen toe in Vlaardingen wat goed bereikbaar en toegankelijk is voor alle inwoners.
  3. Samen met bewoners gaan we op zoek naar passende mogelijkheden om hun wijk te vergroenen, bijvoorbeeld door het aanplanten van een minibos.
  4. We verbinden onze groene gebieden aan elkaar, zowel binnen de stad als naar de buitengebieden zoals de Broekpolder, Krabbepark en Midden-Delfland.
  5. We onderzoeken de mogelijkheid om de Broekpolder met het Krabbepark te verbinden via een ecoduct of groen een rol te laten spelen in het verbinden van de binnenstad met de Rivierzone.
  6.  Groen speelt een cruciale rol bij het anticiperen op het veranderende klimaat. Bij nieuwe ontwikkelingen passen we daarom zoveel mogelijk klimaatadaptieve maatregelen toe.
  7. We gaan groen toevoegen als de openbare ruimte op de schop gaat.
  8. We geven het goede voorbeeld door klimaatadaptieve maatregelen te treffen bij ons eigen vastgoed.
  9. We zoeken de samenwerking met het Hoogheemraadschap van Delfland om wateroverlast te verminderen.
  10. We willen inwoners, ondernemers en organisaties inspireren om zoveel mogelijk klimaatadaptieve maatregelen te nemen, zoals groenblauwe schoolpleinen.
  11. Gaat er een boom weg in de openbare ruimte? Dan zorgen we ervoor dat er ook bomen terug worden geplant in de openbare ruimte.
  12. We creëren ruimte voor het aanstellen van een nieuwe collega die zich gaat bekommeren over de biodiversiteit, ecologisch groen en flora en fauna in onze stad; de stadsecoloog.
  13. We gaan het groen ecologisch beheren met biodiversiteit als leidende factor. 
  14. We gaan er voor zorgen dat het  ecologisch groen er verzorgd uitziet. 

Financiële middelen
Voor dit stadsprogramma hebben wij in onderstaande tabel opgenomen welke bedragen de komende jaren beschikbaar zijn en binnen welk onderdeel van de programmabegroting wij deze middelen hebben begroot.

Bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026 Programma
Groen Vlaardingen 400 400 400 400 Groen en Milieu
Groen Vlaardingen, incidenteel 750 750 750 0 Groen en Milieu
Totaal 1.150 1.150 1.150 400

Leefbaar Vlaardingen

Terug naar navigatie - Leefbaar Vlaardingen

'Een stad waar je prettig woont en fijn recreeert'

Een fijne fietstocht door de stad maken dankzij goed onderhouden fietspaden, met je rollator snel en eenvoudig naar de supermarkt kunnen lopen en een fleurige groenstrook. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van een stad waar het prettig verblijven is. 

In een leefbare stad sluit de fysieke omgeving goed aan bij de wensen en behoeften van onze inwoners en ondernemers. We merken dat zwerfafval, woonoverlast, kapot straatmeubilair en overlast van hondenpoep ergernissen zijn waar de Vlaardingers tegenaan lopen. Juist daarom gaan we ons de komende jaren inzetten om de openbare ruimte schoon en heel te maken. 

Hiervoor gaan we het volgende doen:

  1. Prioriteit geven aan de aanpak van verloederde gebieden. 
  2. Stimuleren van buurtinitiatieven, bijvoorbeeld via onze wijkdeals, en wijzen actief op de ‘Right to Challenge’ mogelijkheid. 
  3. Maken van effectief beleid om zwerfafval versneld op te ruimen en stimuleren bewoners om ons te helpen met het opruimen daarvan. Ook pakken we vervuilers zoals afvaldumpers en hondenbezitters die de hondenpoep op straat laten liggen aan middels een ‘lik op stuk’ beleid. 
  4. Evaluatie afvalbeleid met als doel om zoveel mogelijk maatregelen te nemen om afval te reduceren. Daar waar knelpunten zijn, gaan we zoeken naar een passende oplossing, bijvoorbeeld door het terugplaatsen van afvalbakken. 
  5. Inventarisatie samen met de inwoners waar de grootste problemen zijn qua voetpaden, fietspaden en straten en zetten een extra stap om deze plekken snel aan te pakken naast het reguliere onderhoud. 
  6. Inzetten  op een toegankelijke openbare ruimte waarin de behoeften van alle Vlaardingers zijn meegenomen. Alle Vlaardingers kunnen hierin hun weg vinden; ook de ouder wordende Vlaardinger en de Vlaardingers die slecht ter been zijn. 
  7. De komende jaren gaan we onverminderd door met het ophogen van de straten in de stad die het meest te lijden hebben onder de dalende bodem. 
  8. Bijdragen waar mogelijk bij aan het oplossen van de overlast van deelscooters. 
  9. Intensiveren aanpak van woonoverlast door wekelijkse huis aan huiscontroles uit te voeren bij woningen waar we signalen over hebben. We staan ook VvE`s actief bij om nieuwe woonoverlast en/of oneigenlijk gebruik van woningen te voorkomen in de toekomst. Daarnaast gaan we door met de ingezette koers om woonadresfraude op te sporen en aan te pakken. 
  10. Slecht verlichte plekken geven vaak een gevoel van onveiligheid. Daarom gaan we, waar mogelijk, zorgen voor meer verlichting op deze plekken.

Financiële middelen
Voor dit stadsprogramma hebben wij in onderstaande tabel opgenomen welke bedragen de komende jaren beschikbaar zijn en binnen welk onderdeel van de programmabegroting wij deze middelen hebben begroot.

Bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026 Programma
Leefbaar Vlaardingen, incidenteel 400 400 400 0 Verkeer en Mobiliteit
Totaal 400 400 400 0

Zorgzaam Vlaardingen

Terug naar navigatie - Zorgzaam Vlaardingen

'Een hoopvolle toekomst in een stad waar wordt omgezien naar jou'

Iedereen die hulp nodig heeft, moet die tijdig kunnen krijgen. We willen er zijn als iemand hulp nodig heeft, zorgen voor kwalitatief goede zorg, meer ruimte voor maatwerk geven en de menselijke maat het uitgangspunt laten zijn. Dit is ook de basisgedachte achter de door ons ingezette transformatie van het sociaal domein. 

We geloven erin dat de beste manier om problemen aan te pakken is om ze te voorkomen. Preventief handelen kan op allerlei gebieden. Armoede kan leiden tot veel zorgen en is daarom een speerpunt in de aanpak. Zonder huis, baan, opleiding, voldoende mogelijkheden om te bewegen en een stabiel thuisfront is het moeilijk om jezelf te ontwikkelen. Daarom werken we in onze preventieve aanpak aan deze basisvoorwaarden. 

  1. Een goede baan helpt om je financiën op orde te houden. Daar zetten wij stevig op in. Via het Schuldenlab werken we in de regio aan het voorkomen van (grotere) financiële problemen, onder andere door middel van de doorbraakmethode. Om het bestaande armoedebeleid een impuls te geven, onderzoeken we de mogelijkheden van het Kansfonds en het Jongerenperspectieffonds. 
  2. Op jonge leeftijd moet je vaak nog leren omgaan met financiën. Om hen te helpen die dat nog niet goed onder de knie hebben, maken we een aanpak voor vroegsignalering van financiële problemen onder jongeren. Wij zoeken hen op school, maar zeker ook bij de vrijetijdsbesteding zoals bij sportverenigingen op. 
  3. We werken via de prestatieafspraken samen met de woningcorporaties om armoede, schulden en laaggeletterdheid aan te pakken. 
  4. We hebben specifiek aandacht voor dak- en thuislozen en zetten alles op alles om dak- en thuisloosheid bij jongeren te voorkomen. We onderzoeken daarvoor de mogelijkheden van housing first. 
  5. We maken met onze partners in de stad een preventieakkoord en voeren die samen met het sportakkoord voortvarend uit. De JOGG-aanpak wordt hier onderdeel van. We starten een pilot met het IJslands preventiemodel. 
  6. Iedere Vlaardinger moet zich kunnen uitleven via sport- of andere bewegingsmogelijkheden, ongeacht inkomen, leeftijd of een beperking. We zetten daarop in door het aantal buurtsportcoaches bij VIB uit te breiden en bewegen in de buitenruimte te stimuleren. 
  7. Niemand zit te wachten op een vechtscheiding. De gevolgen daarvan hebben invloed op alle betrokkenen. We zien dat er daardoor meer wordt gevraagd van de jeugdzorg en WMO. Wij proberen daarom, samen met professionals uit het veld, om tijdig hulp te bieden en zo een scheiding zonder schade mogelijk te maken. Zo voorkomen we leed en kosten. 
  8. In de strijd tegen laaggeletterdheid zoeken we nieuwe partners voor het Bondgenootschap Basisvaardigheden. We breiden de aanpak uit, vooral in de aandachtsgebieden. 
  9. We blijven ons inzetten om het wijknetwerk te versterken. In het wijknetwerk krijgt de samenwerking tussen formele, informele zorg en ondersteuning, en andere partijen nog beter gestalte. Hierdoor kunnen partijen problemen eerder signaleren en eerste ondersteuning bieden bij lichte problematiek. Bovendien draagt het wijknetwerk bij aan meer sociale cohesie. 
  10. We blijven werken aan de transformatie van het sociaal domein zoals geschetst in ‘De inwoner voorop’. We kijken naar effectief bewezen en goed onderbouwde aanpakken en maken een slag naar meer datagestuurd werken. 

Financiële middelen
Voor dit stadsprogramma hebben wij in onderstaande tabel opgenomen welke bedragen de komende jaren beschikbaar zijn en binnen welk onderdeel van de programmabegroting wij deze middelen hebben begroot.

Bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026 Programma
Zorgzaam Vlaardingen 600 600 600 600 Sociaal Domein
Voorkomen en bestrijden van armoede en schulden; Kansfonds en Jongerenperspectieffonds, incidenteel 100 300 Sociaal Domein
Totaal 700 900 600 600