Het EMU-saldo beoogt het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven weer te geven. Wat komt er aan geld ”in de knip” en wat gaat eruit. Het resultaat is dus een vorderingentekort of –overschot. Het rekeningresultaat moet daarom worden gecorrigeerd met:
a. Baten en lasten in het rekeningresultaat die geen feitelijke geldstroom in 2019 met zich meebrengen;
b. Inkomsten en uitgaven in 2019, die niet als bate of last in het rekeningresultaat zijn opgenomen.
De hierna vermelde cijfers 1 tot en met 10 verwijzen naar voorgaand overzicht EMU-saldo:
1. Allereerst worden de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves niet meegeteld. In het overzicht van baten en lasten is het saldo vóór deze toevoegingen en onttrekkingen weergegeven. Dit is het zogenaamde saldo vóór bestemmingen. Dat saldo bedraagt € 8,8 miljoen negatief.
2. Afschrijvingen geven de waardevermindering op de (boek)waarde van investeringen weer. Hiermee vindt geen betaling van de bankrekening plaats. Maar deze afschrijvingen zijn wel als last in de exploitatie verwerkt. Zonder de afschrijvingslast zou het rekeningresultaat hoger zijn geweest. Het totaal aan afschrijvingen bedraagt € 12,1 miljoen. Dat is inclusief de extra afschrijvingen op activa die verkocht of gesloopt zijn en afwaarderingen wegens te hoge boekwaarde ten opzichte van de marktwaarde.
3. Het treffen van een voorziening voor toekomstige uitgaven is in 2019 nog geen feitelijke uitgave. Net als bij de afschrijvingen is het vormen van een voorziening wel een last in de exploitatie en deze dient daarom ook op de zelfde wijze te worden gecorrigeerd.
4. Investeringen worden niet in een keer ten laste van de exploitatie gebracht, maar geactiveerd. Gedurende de gebruiksduur van de investering worden de lasten aan de respectieve jaren toegerekend (afschrijvingen), maar de feitelijk investering vindt in een keer plaats.
5. Bijdragen van subsidieverstrekkers worden in mindering gebracht op de betreffende investering. De netto investering wordt geactiveerd.
6. Opbrengsten uit verkoop van activa zijn als bate verantwoord in de exploitatie en zijn in dit overzicht niet van toepassing.
7. Aankopen grond en uitgaven voor de grondexploitaties worden, net zoals de investering onder 4, op de balans verantwoord en niet in de exploitatie.
8. Opbrengsten uit verkoop van grond in de grondexploitaties worden op de balans verantwoord en niet in de exploitatie.
9. De lasten uit de voorzieningen zijn niet in de exploitatie verantwoord, maar op de balans.
10. Niet aan de orde voor de gemeente Vlaardingen.
Conclusie
Het resultaat van deze exercitie is een EMU-saldo van € 6,5 miljoen negatief. Dat betekent in termen van inkomsten en uitgaven dat er een toename is van de liquide middelen, de kas- en banksaldi. In bovenstaand (voorgeschreven) model wordt geen rekening gehouden met de mutatie op de verliesvoorzieningen en met afwaarderingen ter zake van de grondexploitaties. Ook wordt geen rekening gehouden met de zogenaamde overlopende activa en passiva. Dat zijn posten die onlosmakelijk verbonden zijn aan het baten- en lastenstelsel. Het gaat dan om:
• Nog te betalen posten
• Nog te ontvangen posten
• Vooruitbetaalde posten
• Vooruit ontvangen posten
Het gaat hierbij om inkomsten en uitgaven die vóór 1 januari 2019 en ná 31 december 2019 plaatsvinden en als bate of last in het jaar 2018 verwerkt. Dit voor zover deze natuurlijk betrekking hebben op 2019.
Anderzijds vinden er ook betalingen en ontvangsten plaats in het jaar 2019 die betrekking hebben op 2018 of 2020. Het effect van de beide hiervoor genoemde zaken, samen met de mutatie op de liquide middelen, resulteert in een overschot aan middelen met als gevolg een afname van de opgenomen kasgeldleningen per 31 december 2019.