Financiën

Actuele ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Actuele ontwikkelingen

Weerstandsvermogen/weerstandsratio
De incidentele financiële risico’s actualiseren we twee maal per jaar (aan de hand van een inventarisatie van de risico’s in de organisatie) en laten die door het accountantskantoor PwC via een kansberekening (de zogenaamde. Monte Carlo-methode) vertalen in een minimaal benodigd vrij weerstandsvermogen. Dat vrije weerstandsvermogen gaat in de praktijk vooral om de algemene reserve. PwC raamt in de meest recente rapportage de benodigde weerstandscapaciteit op € 2,7 miljoen, inclusief het Sociaal Domein.

De weerstandsratio is het getal dat weergeeft in welke mate het vrije weerstandsvermogen voldoende is om de omvang van de risico’s te kunnen afdekken.

Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen is vastgesteld welke ratio de gemeente Vlaardingen nastreeft. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel.

Waardering Ratio weerstandsvermogen Betekenis
A 2,0 Uitstekend
B 1,5-1,9 Ruim voldoende
C 1,0-1,4 Voldoende
D 0,8-0,9 Matig
E 0,6-0,7 Onvoldoende
F < 0,6 Slecht

Door het vaststellen van een amendement bij de kadernota 2020 heeft uw raad besloten om de minimale weerstandsratio op 1,0 te stellen en zo spoedig mogelijk toe te werken naar herstel van de ratio naar 1,7.

Een weerstandsratio van 1,0 betekent dat het weerstandsvermogen (lees: de algemene reserve) gelijk is aan de ingeschatte risico’s. De risico’s worden ingeschat op € 2,7 miljoen. Uit voorzichtigheidsoverwegingen gaan we voor de lange termijn uit van een geschatte omvang van de risico’s van € 5 miljoen. Bij een minimale weerstandsratio van 1,0 moet het minimale weerstandsvermogen daarom ook € 5 miljoen bedragen. Bij een weerstandsratio van 1,7 mag de algemene reserve nooit onder de € 8,5 miljoen (1,7 x € 5 miljoen = € 8,5 miljoen) dalen.

De algemene reserve heeft bij het afsluiten van de jaarrekening 2020 (na resultaatbestemming) een stand van € 22,5 miljoen en stijgt naar verwachting naar ongeveer € 26,7 miljoen in 2025. De weerstandsratio ontwikkelt zich hiermee ruimschoots boven de door uw raad gestelde doel. Dit is wel onder voorwaarde dat de ombuigingen uit het Herstelplan en de aanvullende ombuigingen volledig worden gerealiseerd.

Financieel meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - Financieel meerjarenperspectief

Onroerende zaakbelasting
In het Herstelplan is opgenomen dat de OZB in de jaren 2021, 2022 en 2023 elk jaar met 3% extra wordt verhoogd bovenop de reguliere aanpassing voor inflatie.
In de raming van de OZB-opbrengsten is op basis van het Herstelplan rekening gehouden met de bouw van gemiddeld 500 extra woningen per jaar. De geraamde meeropbrengst OZB is mede afhankelijk van de ontwikkeling in de WOZ-waarde van de geplande woningbouw. De meeropbrengst valt, ondanks een lager woningbouwaantal, door de prijsontwikkeling gunstiger uit.

Ombuigingstaakstellingen
In de meerjarenbegroting zijn ombuigingstaakstellingen verwerkt uit het vastgestelde Herstelplan. Deze taakstellingen bedragen € 11,5 miljoen in 2022 en lopen op tot ruim € 17 miljoen in 2025. Wij gaan, naar aanleiding van de aangenomen motie bij het vaststellen van de kadernota 2021, vier maal per jaar rapporteren over de voortgang van de realisatie van het Herstelplan.

Bovenop het Herstelplan heeft uw raad bij het vaststellen van de begroting 2021 tot aanvullende ombuigingen besloten. De aanvullende ombuigingen bedragen € 6,3 miljoen in 2022 en lopen op tot € 7,8 miljoen in 2025. Ook deze aanvullende ombuigingen zijn verwerkt in de meerjarenbegroting. 

Privaatrechtelijke overeenkomst kabels en leidingen
Netwerkbedrijf Stedin betaalt geen precariobelasting maar precariorecht op basis van een privaatrechtelijke overeenkomst, die voor onbepaalde tijd geldt. In lijn met het vervallen van de precariobelasting heeft Stedin eenzijdig aangekondigd de privaatrechtelijke overeenkomst per 1 januari 2022 te willen beëindigen. De wetgever heeft met de wetswijziging op de precariobelasting kabels en leidingen nutsbedrijven niet de privaatrechtelijke vergoedingen bedoeld. Het college heeft daarom advies ingewonnen bij een externe deskundige over de te nemen vervolgstappen in het geschil met Stedin. Dit advies neemt het college over. 

 

De volgende financiële ontwikkelingen hebben binnen dit programma plaatsgevonden na vaststelling van de Kadernota 2021 en zijn verwerkt in de meerjarenbegroting 2022 – 2025.

 

Bedragen x € 1.000) 2022 2023 2024 2025
Meerjarige verwerking meicirculaire 2021 530 707 426 -89
Amendement Aanvullende investeringsagenda:
Hondenbelasting afschaffen (B) -352 -346 -341 -345
Totaal effect op begrotingssaldo 178 361 85 -434

Verwerking meicirculaire 2021

De bedragen in de tabel betreffen de verwerking van de meerjarige effecten op het begrotingssaldo.

 

Aanpassingen n.a.v. aangenomen amendementen

Hondenbelasting afschaffen
Op basis van het aangenomen amendement ‘Aanvullende Investeringsagenda’ is de hondenbelasting per 2022 afgeschaft. Dit betekent dat de geraamde opbrengsten structureel vervallen. Dat heeft voor 2022 tot en met 2025 nadelige financiële effecten, te weten respectievelijk € 352.000, € 346.000, € 341.000 en € 345.000. 

Beleidsnota's

Terug naar navigatie - Beleidsnota's
Beleidsnota's Jaar
Richtlijn actieve informatieplicht 2013
Richtlijn begrotingsrechtmatigheid 2013
Treasurystatuut 2013
Financieel beleidskader 2016
Nota reserves en voorzieningen 2016
Notitie leenschuld 2016
Financiële verordening Vlaardingen 2018
Nota waardering en activering 2018
Toekomstvisie 2019
Herstelplan 2020
Uitvoeringsplan Sociaal Domein 2021 2020

Ambities

Terug naar navigatie - Ambities

Ambitie 25 - Financiën

Terug naar navigatie - Ambitie 25 - Financiën

Vlaardingen heeft een financieel gezonde positie. De begroting van de gemeente Vlaardingen is structureel in evenwicht, waarbij de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De vermogenspositie is voldoende om de risico’s af te dekken. Via risicomanagement worden de risico’s jaarlijks geïnventariseerd en worden beheersmaatregelen genomen.

Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:

Acties

Verplichte indicatoren

Terug naar navigatie - Verplichte indicatoren

De aanwezige weerstandscapaciteit 2022 wordt gepresenteerd door de prognose voor de stand van de Algemene reserve eind 2021 (= € 1 miljoen).

Financiën Bron Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
Bedragen x € 1 miljoen 2020 2021 2022 2023 2024 2025
Aanwezige weerstandscapaciteit Jaarstukken & begroting 18,2 21,6 22,0 22,9 24,9 26,7
Noodzakelijle weerstandscapaciteit Jaarstukken & begroting 4,3 4,3 2,7 2,7 2,7 2,7
Omvang leenschuld Jaarstukken & begroting 240 272 220 210 210 200

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen
Regionale Belasting Groep (RBG)
Het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen en heffingen en het uitvoeren van de werkzaamheden in het kader van de Wet Waardering onroerende zaken.

Financieel deel programma Financiën

Terug naar navigatie - Financieel deel programma Financiën

Zie voor de specificatie van de meerjarenraming 2022-2025 het financieel deel van deze begroting.

Bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024 2025
Lasten
Lokale belastingen 1.686 1.720 1.774 1.819 1.875
Vennootschapsbelasting (Vpb) 0 0 0 0 0
Financiering 4.188 2.960 2.535 2.095 1.894
Onvoorzien 26 26 26 27 27
Overig 3.054 1.615 456 -181 -220
Baten
Lokale belastingen 21.802 22.193 23.353 23.685 24.023
Algemene uitkering 164.050 175.055 171.686 173.244 175.282
Dividend 1.287 1.287 1.287 1.287 1.287
Financiering 4.829 4.936 5.075 4.860 4.851
Overig 376 389 410 416 422
Saldo van baten en lasten 183.390 197.538 197.018 199.732 202.289
Toevoegingen reserves 0 -332 0 0 0
Onttrekkingen reserves 1.791 0 0 0 0
Geraamd resultaat 185.181 197.206 197.018 199.731 202.289

Reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - Reserves en voorzieningen
Reserves (x € 1.000) 01-01-2022 + - 31-12-2022
Algemene Reserve 22.555 332 882 22.005
Totaal reserves 22.555 332 882 22.005

Algemene reserve
De Algemene reserve bedraagt op 31 december 2020 € 22,5 miljoen. De algemene reserve stijgt de komende jaren naar verwachting naar ongeveer € 26,7 miljoen in 2025. Deze stijging van de algemene reserve wordt pas gerealiseerd wanneer de ombuigingen uit het Herstelplan en de aanvullende ombuigingen volledig worden behaald.